rechtbank Maastricht inzake de beantwoordingtermijn
Antwoorden op kamervragen van Zijlstra over de uitspraak van de rechtbank
Maastricht inzake de beantwoordingtermijn
Kamerstuk, 30 november 2009
DS-2971469
30 november 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Zijlstra
(VVD) over de uitspraak van de rechtbank Maastricht inzake de
beantwoordingtermijn van het ministerie op een bezwaarschrift van de
stichting Medische Ondersteuning Sportevenementen (2009Z21627).
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Antwoorden op kamervragen van Zijlstra over de uitspraak van de
rechtbank Maastricht inzake de beantwoordingtermijn van het ministerie
op een bezwaarschrift van de stichting Medische Ondersteuning
Sportevenementen.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het vonnis van de rechtbank Maastricht,
inzake een door de stichting Medische Ondersteuning Sportevenementen
(MOS) aangespannen proces tegen uw persoon naar aanleiding van de
beantwoordingtermijn van het ministerie op een bezwaarschrift? 1)
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u verzekeren dat binnen de door de rechtbank gestelde termijn op
het bezwaarschrift zal worden gereageerd?
Antwoord 2
De rechtbank heeft bepaald dat ik binnen zes weken na 21 oktober 2009
een besluit op het bezwaarschrift bekend diende te maken. Mijn
beslissing op het bezwaar van de Stichting Medische Ondersteuning
Sportevenementen (stichting MOS) is op 30 oktober 2009 aan stichting
MOS en aan de rechtbank Maastricht verzonden.
Vraag 3
Kunt u aangeven waarom pas na tussenkomst van de rechtbank de
beantwoordingtermijn van het bezwaarschrift, meer dan een jaar na
indiening dezer door de stichting MOS kan worden vastgesteld?
Antwoord 3
Begin 2008 - nog voor de aanvang van de bezwaarschriftenprocedure over
het bezwaarschrift van stichting MOS- ben ik gestart met een evaluatie
van het beleid inzake sportmedische begeleiding bij (mobiele)
sportevenementen en heb ik het nut en de noodzaak van een gewijzigd
beleid onderzocht. Dit was geen eenvoudig traject gelet op de
verschillende belangen en verantwoordelijke partijen in dit dossier.
Dit traject heeft in juli 2009 geleid tot een beleidswijziging.
Dat ik niet binnen de daarvoor geldende termijnen om uitstel heb
gevraagd en in juli 2009 geen beslissing op bezwaar heb genomen, hangt
samen met een communicatiestoornis binnen mijn departement.
Vraag 4
Is het u bekend of er in meerdere gevallen zo slordig met de
beantwoordingtermijn van bezwaarschriften wordt omgesprongen? Zo ja,
kan helder beargumenteerd aangegeven worden waarom deze gang van zaken
als normaal wordt beschouwd?
Antwoord 4
Overschrijding van de termijn wordt niet als normaal beschouwd. Een
zorgvuldige afhandeling, kost soms meer tijd. Daarover wordt in het
algemeen met betrokkenen gecommuniceerd. In 2 à 3 gevallen per jaar
leidt de overschrijding van de termijnen toch nog tot een probleem.
De mate van termijnoverschrijding en de gang van zaken inzake het
bezwaar van stichting MOS is niet normaal. Ik zet mij ervoor in om
deze uitzonderingen te voorkomen.
Vraag 5
Kunt u de garantie geven dat, indien het bezwaarschrift alsnog
ontvankelijk wordt verklaard, de door verlate beantwoording misgelopen
subsidie naar redelijkheid zal worden gecompenseerd?
Antwoord 5
Ik merk op dat de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift nooit ter
discussie heeft gestaan en dat ik het bezwaar derhalve op inhoudelijke
gronden heb behandeld. In mijn beslissing op bezwaar van 30 oktober
2009 heb ik het bezwaarschrift van stichting MOS ongegrond verklaard
en de afwijzing van haar subsidieaanvraag gehandhaafd. Stichting MOS
kan tegen dit besluit beroep aantekenen. Indien de rechtbank het
beroep gegrond verklaart en dit besluit vernietigt zal ik, met in
achtneming van de overwegingen van de rechtbank, een nieuwe beslissing
op bezwaar nemen.
1) Rechtbank Maastricht, Procedurenummer AWB 09 / 1305
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport