26 november 2009
November: slechts 1 vlinderweekend
Dagpauwoog (foto: Kars Veling)
Hoewel de novembermaand warmer was dan gemiddeld zijn er, door het
overwegend bewolkte weer, niet bijzonder veel vlinders gezien. Alleen
van 20 tot 22 november, toen het warm en zonnig was, vlogen de
vlinders goed.
Voor vlinders is niet alleen de temperatuur van belang, maar vooral de
zonneschijn. Bij temperaturen van boven 8 - 10 graden kunnen vlinders
prima actief zijn en vliegen, mits de zon maar schijnt. De
zonnestralen worden opgevangen op hun vleugels en de warmte wordt naar
het lijfje vervoerd, dat snel op de gewenste temperatuur van 30 graden
Celsius komt. Deze combinatie van hoge temperaturen en zonneschijn was
vooral van 20 tot 22 november aanwezig en dat is terug te zien in de
vlindermeldingen. In die drie dagen zijn tien soorten dagvlinders
gezien, en zijn in totaal 111 vlinders doorgegeven. De dagpauwoog werd
het meest gemeld, met 29 vlinders, op de voet gevolgd door de atalanta
met 26 exemplaren.
Verreweg de meeste waarnemingen in november hadden betrekking op
soorten die hier als vlinder overwinteren en op trekvlinders als
atalanta, distelvlinder en oranje luzernevlinder. Toch zijn er ook nog
meldingen van drie soorten die hier als rups of pop de winter
doorkomen. Zo zijn er op 21 november nog bont zandoogjes gezien. Op 20
en op 6 november nog groot koolwitjes en waren er een aantal meldingen
van de kleine parelmoervlinder op 2 en 3 november. Voor de actieve
vlinders was er nog nectar genoeg aanwezig, want veel planten bloeiden
nog of weer, zoals kruipende boterbloem, berenklauw, madeliefje en
kruldistel. De vlinders kunnen nog dagen overleven, maar de
voortplanting is al achter de rug. Een forse nachtvorst is voor deze
vlinders vaak het eind van hun leven.