Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Wijziging Politiewet 1993
30 oktober 2009
De ministerraad heeft er op voorstel van de ministers Hirsch Ballin
van Justitie en Ter Horst van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties mee ingestemd om de Politiewet 1993 te wijzigen.
Het voorstel voorziet onder meer in de instelling van het
Politiedienstencentrum, een landelijke shared-services organisatie
voor de politie belast met de bedrijfsvoering. De efficiencywinst die
zo kan worden behaald, biedt de mogelijkheid de operationele sterkte
van de politie te vergroten.
Tevens krijgen het Korpsbeheerdersberaad en de Raad van korpschefs een
wettelijke status waardoor afspraken die daar worden gemaakt een
bindend karakter krijgen. Het Korpsbeheerdersberaad krijgt een
vrijgesteld voorzitter, die wordt benoemd op voordracht van de beide
politieministers. Daarnaast zal de deels in de praktijk van onderop
tot stand gekomen en deels in regelgeving vastgelegde bovenregionale
samenwerking opnieuw worden ingericht. Het wetsvoorstel volgt op het
kabinetsstandpunt van eind 2008 waarin het kabinet vaststelt dat er
een grotere eenheid en betere samenwerking tussen de politiekorpsen
alsook een slagvaardiger aansturing van de politie op landelijk niveau
noodzakelijk is om de prestaties van de politie te verbeteren.
De Nederlandse politie blijft regionaal georganiseerd om daarmee dicht
bij de bevolking en het lokale bestuur (de gemeenten) te staan. De
korpsbeheerders (burgemeesters van de centrumgemeente in de regio)
blijven verantwoordelijk voor het beheer van het regionale
politiekorps. Het regionale college, dat bestaat uit alle
burgemeesters in de regio en de hoofdofficier van justitie, blijft
verantwoordelijk voor het bestuur van de regionale politiekorpsen.
Daarmee blijven zij verantwoordelijk voor het regionale politiebeleid,
de regionale begroting en verdeling van het aantal politiemensen
binnen de regio. Ook in het gezag over de politie verandert niets, dat
blijft bij de burgemeesters en bij de officieren van justitie. Zij
zullen ook in de toekomst in de lokale driehoek, met advies van de
lokale politiechef, het lokale politiebeleid bepalen.
Het Korpsbeheerdersberaad, waarin de beheerders van de korpsen en de
voorzitter van het College van procureurs-generaal zitting hebben, zal
in de Politiewet 1993 worden opgenomen. Dit beraad heeft als taak de
ministers te adviseren over landelijke prioriteiten en heeft tevens
als taak het vaststellen en uitvoeren van het gemeenschappelijke
beleid op het terrein van de taakuitvoering en het beheer van de
politie. Daarnaast wordt het Korpsbeheerdersberaad belast met het
bestuur van het Politiedienstencentrum en met het bestuur van de
Politieacademie. Besluiten van het Korpsbeheerdersberaad worden in
beginsel bij meerderheid van stemmen genomen. Het
Korpsbeheerdersberaad legt verantwoording af aan de beide ministers.
Het Korpsbeheerdersberaad wordt ondersteund door de Raad van
Korpschefs die ook in de wet zal worden opgenomen.
Veel van de ondersteunende bedrijfsvoeringstaken van de politie zullen
op landelijk niveau worden gebundeld in het Politiedienstencentrum.
Bepaalde taken op het gebied van personeels- en salarisadministratie,
informatievoorziening, organisatie, financiën, automatisering,
communicatie en huisvesting kunnen op die manier niet alleen
efficiënter worden uitgevoerd, maar ook effectiever en met meer
kwaliteit. De huidige voorziening tot samenwerking Politie Nederland
zal opgaan in het Politiedienstencentrum.
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies
aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het
wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar
bij indiening bij de Tweede Kamer.