verslag twaalfde zitting Mensenrechtenraad
Kamerbrief inzake verslag twaalfde zitting Mensenrechtenraad
Kamerbrief | 29 oktober 2009
In vervolg op mijn brief van 17 september 2009, betreffende de inzet
van de Nederlandse regering tijdens de twaalfde reguliere zitting van
de VN-Mensenrechtenraad (Kamerstuk 2009-2010, 26150, nr. 79, Tweede
Kamer) en in vervolg op het Algemeen Overleg met uw Kamer op 29
september 2009, informeer ik u hierbij over het verloop van de
twaalfde zitting, die plaatsvond van 14 september tot en met 2 oktober
jl.
Mede dankzij een uitstekend Zweeds EU-voorzitterschap en een actieve
opstelling van de Verenigde Staten - voor eerst lid van de
Mensenrechtenraad - heeft deze zitting een viertal met consensus
aangenomen landenresoluties opgeleverd, heeft de Raad (vooralsnog)
geen eenzijdige en disproportionele conclusies getrokken uit het
Goldstone-rapport en is een heldere resolutie over de vrijheid van
meningsuiting aangenomen, zonder verwijzing naar godsdienstlastering.
Aan de andere kant betekent het aannemen van de Russische resolutie
over `traditionele waarden' dat de komende tijd alertheid geboden is
ten aanzien van pogingen om het respect voor de universaliteit van de
rechten van de mens te ondermijnen.
Landensituaties
Het rapport van de Commissie Goldstone over de operatie Cast Lead in
Gaza, speelde een centrale rol tijdens deze zitting. In de
interactieve dialoog over het rapport heeft Nederland op nationale
titel een tweetal aanvullende feitelijke vragen gesteld over de wijze
waarop de Israëlische positie in het rapport is verwoord en het
tijdpad dat Goldstone voor de follow-upvan zijn rapport voor ogen
heeft. Zoals aan uw Kamer toegezegd in het hierboven genoemde Algemeen
Overleg, en conform aangenomen moties van uw Kamer terzake, heeft de
Nederlandse delegatie de betrokken partijen vervolgens op nationale
titel opgeroepen diepgaand onderzoek in te stellen naar de
beschuldigingen van schending van mensenrechten en humanitair
oorlogsrecht.
De door Pakistan namens de Palestijnse Autoriteit ingediende
conceptresolutie over het rapport, was voor de EU - en zeker voor
Nederland - onacceptabel vanwege haar eenzijdige aandacht voor het
Israëlische optreden tijdens de operatie Cast Lead, de
onvoorwaardelijke ondersteuning van alle aanbevelingen en het voorstel
de bespreking van het rapport voor te leggen aan andere VN-organen. Op
verzoek van de Palestijnse delegatie is besloten de conceptresolutie
niet ter stemming voor te leggen, als gevolg waarvan de Raad heeft
besloten de resolutie door te schuiven naar haar dertiende sessie in
maart 2010. Op aandringen van de Palestijnse Autoriteit wordt op 15
oktober echter een Speciale Zitting van de Mensenrechtenraad gehouden
over recente onrust op de Tempelberg in Jeruzalem. Naar verwachting
zal hierbij opnieuw een aantal leden van de Mensenrechtenraad het
Goldstone-rapport opbrengen. De Nederlandse inzet zal daarbij
overigens niet afwijken van die tijdens de twaalfde zitting.
U wordt na afloop van de Speciale Zitting geinformeerd over het
verloop en de uitkomsten.
Nederland heeft - zoals ik heb aangekondigd in mijn brief van 17
september - op nationale titel specifiek aandacht besteed aan de
mensenrechtensituaties in Iran, Afghanistan (met name de Sji'a-wet),
Sri Lanka (met name over mensenrechtenverdediger Tissy) en Zimbabwe.
Daarnaast heb ik mij ervoor ingezet dat de EU de Democratische
Republiek Congo oproept de aanbevelingen van het rapport van de Hoge
Commissaris ten aanzien van het tegengaan van het voortdurende geweld
tegen vrouwen en het tegengaan van straffeloosheid, te implementeren.
De voorzitter van de Mensenrechtenraad heeft de Tanzaniaan Mohamed
Chande Othman benoemd tot Onafhankelijke Deskundige voor de
mensenrechtensituatie in Soedan.
Voorts is met consensus een resolutie aangenomen, waarmee het mandaat
van de Onafhankelijk Deskundige voor Somalië met een jaar is verlengd.
Door Nederland en een aantal andere landen is er met succes op
toegezien dat diens mandaat monitoring mogelijk maakt en dat er geen
eisen zijn gesteld ten aanzien van technische assistentie en
veldaanwezigheid.
In mijn brief van 17 september gaf ik reeds aan dat het mandaat van de
Speciale Rapporteur voor Burundi automatisch zou worden voortgezet.
Hoewel zijn mandaat daarin niet voorzag, kon hij - dankzij een
intensieve lobby van de EU - tijdens deze zitting verslag uitbrengen
over zijn recente bezoek aan dat land.
Op sterk aandringen van onder meer Nederland, is de EU er in geslaagd
een resolutie te doen aannemen over de situatie in Birma, die de
veroordeling van Aung San Suu Kyi en de situatie van andere politieke
gevangenen aan de orde stelt. China en Pakistan gaven aan de resolutie
te zien als ongeoorloofde inmenging in de rechtsgang van een
VN-lidstaat.
Ook ten aanzien van de mensenrechtensituatie in Cambodja is tijdens
deze zitting een resolutie aangenomen. Op aandringen van de EU zijn
hierin duidelijke verwijzingen opgenomen naar de zorgelijke situatie
rond het gebrek aan vrijheid van meningsuiting, eigendomsrechten,
straffeloosheid en de onafhankelijkheid van de Buitengewone Kamers van
het Hof van Cambodja (het `Khmer Rouge- tribunaal').
Tenslotte is op aandringen van de groep van Latijnsamerikaanse en
Caribische landen een resolutie aangenomen, die de staatsgreep in
Honduras veroordeelt.
Thematische kwesties
De resolutie over de vrijheid van meningsuiting is één van de meest in
het oog springende resultaten van deze zitting. Voor het eerst sinds
2005 heeft de Mensenrechtenraad over dit belangrijke onderwerp
overeenstemming bereikt. In het oorspronkelijke Amerikaans-Egyptische
tekstvoorstel stond een duidelijke verwijzing naar godsdienstlastering
(`defamation of religions'), maar de Raad kon het - met name onder
druk van de EU - eens worden over de zinsnede "negatieve raciale en
religieuze stereotypering". Middels een duidelijke stemverklaring
heeft de EU aangegeven genoemde zinsnede te zien als teken dat
dejarenlange discussie over godsdienstlastering hiermee is afgesloten.
In de EU-stemverklaring is tevens duidelijk aangegeven dat in de
resolutie weliswaar over de rol van de media wordt gesproken, maar dat
dat uiteraard geen enkele legitimatie kan zijn voor meer
overheidscontrole terzake.
Voorts is op Russisch initiatief een resolutie aangenomen, waarmee de
Mensenrechtenraad besloot om een bijeenkomst te houden over de rol van
`traditionele waarden'. De Europese leden van de Mensenrechtenraad,
maar ook de VS en landen als Chili, Mexico, Korea en Japan stemden
tegen, in de veronderstelling dat een dergelijke bijeenkomst kan
leiden tot ondermijning van het respect voor de universaliteit van de
rechten van de mens en het beschermen van schadelijke traditionele
praktijken. Een aantal gematigde OIC-landen, waaronder Senegal en
Indonesië, steunde de resolutie op voorwaarde dat de bedoelde
universaliteit tijdens de bijeenkomst wordt erkend. De overige
OIC-landen, en uiteraard ook OIC-waarnemer Rusland zelf, stemden
zonder voorbehoud in. De Afrikaanse landen toonden zich bijzonder
enthousiast over het initiatief en China wees er in zijn
stemverklaring op dat traditionele waarden ouder dan zijn dan de
mensenrechten.
Tijdens de paneldiscussie over mensenrechten van illegaal verblijvende
migranten in detentiecentra, benadrukte de Hoge Commissaris voor de
Mensenrechten dat langdurige detentie van irreguliere migranten moet
worden vermeden en alternatieve maatregelen moeten worden getroffen.
Het panel benadrukte dat criminalisering van irreguliere migratie een
grote zorg blijft. De EU heeft onderstreept dat detentie alleen als
laatste middel zou moeten dienen.
Cuba heeft, net als vorig jaar, met succes een resolutie ingediend
over het recht op ontwikkeling. De notie in de resolutie dat de
internationale gemeenschap dient toe te werken naar een juridisch
bindend instrument, heeft er toe geleid dat de VS tegenstemden. De EU,
ook tegenstander van een dergelijk instrument, heeft met succes
aangedrongen op een verwijzing in de tekst naar de noodzaak dat staten
de voorwaarden scheppen voor de verwerkelijking van dit recht, en
heeft daarom niet tegengestemd maar zich van stemming onthouden.
Nederland heeft, samen met vijf andere landen, de Plaatsvervangend
Hoge Commissaris voor de Mensenrechten bedankt voor haar deelname aan
het side eventtijdens de vorige AVVN over seksuele oriëntatie en
gender-identiteit, en heeft er op aangedrongen dat dit onderwerp
binnen de OHCHR wordt vervlochten.
Op initiatief van Duitsland en Spanje, is een resolutie aangenomen
over de toegang tot water en - vooral - sanitatie. Op aandringen van
de Afrikaanse groep is in de tekst relatief veel nadruk gelegd op de
internationale samenwerking. Nederland heeft actief deelgenomen aan de
onderhandelingen en -zoals ik aankondigde in mijn brief van 17
september jl. - de resolutie gesteund.
Tijdens deze zitting presenteerde de speciale rapporteur voor Giftig
Afval, Ibeanu, onder meer zijn bevindingen over de affaire Probo
Koala. Nederland heeft tijdens de interactieve dialoog met de speciale
rapporteur aangegeven dat het nagenoeg alle aanbevelingen kan
overnemen. De door Ivoorkust ingediende resolutie inzake giftig afval
is met consensus aangenomen. Helaas is het Nederland en een aantal
andere landen, met name door Afrikaanse tegenstand, niet gelukt om met
de resolutie te verwijzen naar de verplichting van staten om bestaande
(internationale) wetgeving toe te passen.
Op Braziliaans initiatief, heeft de Mensenrechtenraad besloten om
tijdens de volgende sessie opnieuw aandacht te besteden aan de
follow-upvan de VN-conferentie van juni jl. over de economische en
financiële crisis.
De ngo `International Movement against all forms of Discrimination and
Racism' organiseerde met medewerking van Nepal een side-eventover het
onderwerp discriminatie op grond van werk of afkomst. Het rapport van
de Sub-Commissionvan de voormalige Mensenrechtencommissie over
discriminatie op grond van werk of afkomst moet op termijn leiden tot
effectieve aandacht in de Raad voor deze vorm van discriminatie. De
Nederlandse delegatie naar de twaalfde zitting van de
Mensenrechtenraad heeft en marge van de zitting met diverse partners
gesprekken gevoerd over de positie van dalits, die rechtstreeks
samenhangt met het onderwerp discriminatie op grond van werk of
afkomst.
Mexico heeft uiteindelijk moeten zwichten voor de weerstand van vooral
Egypte, Pakistan en Rusland, tegen het instellen van een nieuwe
onafhankelijke deskundige op het gebied van discriminatie van vrouwen.
Mexico is uiteindelijk akkoord gegaan met een Pakistaans voorstel om
aan te sturen op een vrij algemeen geformuleerde studie inzake
discriminerende wetgeving ten aanzien van vrouwen. Mexico stelde dat
dit de enige manier was om de mogelijkheid van het instellen van
dergelijk mechanisme open te houden. Ook geeft dit uitstel de
gelegenheid om nog eens goed te kijken naar de inbedding van een
dergelijk mechanisme in bestaande structuren. De resolutie kon met
consensus worden aangenomen. De VS en de EU zijn teleurgesteld over
het tegenvallende resultaat en zullen in de toekomst blijven zoeken
naar een mogelijkheid om een dergelijk mechanisme in te stellen.
Brazilië nam tijdens deze zitting een aantal initiatieven met
betrekking tot de ESC-rechten. De resolutie over de bescherming van
mensenrechten in het kader van HIV/Aids werd uiteindelijk met
consensus aangenomen, nadat onder sterke druk van met name Nederland
en Frankrijk een indirecte verwijzing was opgenomen naar de
bescherming van de rechten van homoseksuelen. Deze verwijzing in een
resolutie van de Mensenrechtenraad moet als winst worden beschouwd,
maar steekt in negatieve zin af tegen de voortgang die in het kader
van WHO en UNAids op dit punt is gemaakt.
De Braziliaanse resolutie over toegang tot medicijnen kon eveneens, na
intensieve onderhandelingen, met consensus worden aangenomen. Evenals
bij andere resoluties ingediend door leden van de Niet-gebonden
landen, was deze resolutie sterk gericht op het verbinden van
mensenrechten aan verplichtingen van de internationale gemeenschap op
het gebied van hulp en handel. De EU heeft in de onderhandelingen over
de tekst van deze resolutie aangedrongen op meer aandacht voor de
verplichtingen van nationale regeringen.
Nederland is tevreden over de resolutie over uitbanning van
discriminatie van mensen die aan lepra lijden. Met de resolutie heeft
de Raad aangegeven dat de richtlijnen terzake dienen te worden
verbeterd, en verwijst ze in die zin terug naar de Adviescommissie van
de Mensenrechtenraad.
De Zwitserse resolutie over transitional justice is met consensus
aangenomen. Deze resolutie stuitte op veel weerstand van met name
Rusland en Pakistan (vooral ten aanzien van amnestieverlening). Ook
Nederland had aanvankelijk bezwaren tegen de tekst (wegens
onduidelijkheid over het begrip immuniteiten). Na stevige
onderhandelingen is deze resolutie behoorlijk geamendeerd, met als
resultaat een sterkere tekst dan de vorige resolutie.
Ook de Mexicaanse resolutie inzake de rechten van kinderen van
migranten is met consensus aangenomen. Nederland kon zich vinden in de
tekst en heeft in EU-verband aangegeven de resolutie te kunnen
co-sponsoren. Hoewel een aantal EU-staten deze mening aanvankelijk
leek te delen, heeft geen van hen deze resolutie uiteindelijk
ge-cosponsord. Nederland heeft zich bij deze EU-consensus aangesloten.
Tenslotte is op Russisch initiatief besloten om na de veertiende
reguliere zitting (juni 2010) een werkgroep in te stellen ter
voorbereiding van de terugblik op het functioneren van de Raad. Bij
het oprichten van de Raad is overeengekomen een dergelijke terugblik
te houden.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen