Ministerie van Financiën

Vragen over huishoudens in schulden

Ons kenmerk: AFEP 2009-529U

Geachte voorzitter,

Mede namens de minister president en de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, bied ik u hierbij de antwoorden aan op vragen van de leden Weekers (VVD) en Koser Kaya (D66) over het artikel "Eén op de tien huishoudens in financiële nood" (ingezonden 8 oktober 2009, nummer 2009Z18328)

Hoogachtend,
De minister van Financiën,

Wouter Bos

2009Z18328
Vragen van de leden Weekers (VVD) en Koser Kaya (D66) aan de minister-president en de minister van Financiën over het artikel "Eén op de tien huishoudens in financiële nood". (ingezonden 8 oktober 2009) Vraag 1
Wat is volgens u de beste aanpak voor problematische schulden? Antwoord op vraag 1
Het kabinet hecht aan het aanpakken van de schuldenproblematiek omdat het bijdraagt aan het voorkomen en wegnemen van drempels die participatie in gevaar brengen of zelfs belemmeren. Begin oktober 2009 heeft de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid u een brief gestuurd waarin staat dat de uitkomsten van het onderzoek 'Huishoudens in de rode cijfers' voor het kabinet aanleiding zijn om het ingezette en voorgenomen beleid krachtig door te zetten. Nog meer dan in het verleden ligt het accent hierbij op preventie. Acties gericht op voorlichting en het wegnemen van financiële ongeletterdheid zijn hierbij van belang. Ook het vastleggen van de rol van de gemeente op het terrein van de gemeentelijke schuldhulpverlening is een belangrijke stap. Onderdeel van de gemeentelijke taak is immers de integrale schuldhulpverlening. Op preventie gerichte activiteiten zijn hier een belangrijk onderdeel van. Op landelijk niveau kan het platform CentiQ een belangrijke rol spelen als het gaat om preventie en voorlichting. Dit platform ondersteunt via het ontwikkelen en breder inzetten van preventiemiddelen burgers in het beter beheren van de (huis)houdfinanciën. Vraag 2
Bent u het ermee eens dat mensen, als ze minder in de portemonnee krijgen, onmiddellijk de tering naar de nering moeten zetten? In welk opzicht draagt dit bij aan het oplossen dan wel voorkomen van problematische schulden? Antwoord op vraag 2
Mensen zijn eerst en vooral zelf verantwoordelijk voor de financiële beslissingen die zij nemen en voor het voorkomen van (het risico op) problematische schulden. Het is van belang dat mensen (in staat zijn om) een beter financieel beheer (te) voeren, dit kan problematische schulden op een later moment voorkomen. Mensen moeten zich hierbij aan hun nieuwe financiële situatie aanpassen, waarbij het uiteraard van belang is dat inkomsten en uitgaven structureel in evenwicht worden gebracht. In de jaren 2009 tot en met 2011 zet het kabinet euro 130 mln extra in voor schuldhulpverlening in verband met de economische crisis. Eén van de maatregelen is erop gericht om te voorkomen dat nieuwe groepen, die vanwege de economische crisis worden geconfronteerd met een inkomensachteruitgang, onnodig in problematische schuldensituaties terecht komen. Deze maatregel wordt ingevuld door ervoor te zorgen dat deze groepen op de Werkpleinen worden voorzien van adequate voorlichting en zo nodig worden doorverwezen naar schuldhulpverlening Vraag 3
Wat verstaat u onder gebrekkig financieel beheer en hoe verhoudt dit zich tot 'financiële ongeletterdheid'? Antwoord op vraag 3
In het onderzoek wordt onder financieel beheer verstaan het georganiseerd kunnen omgaan met geldzaken, het op tijd betalen van rekeningen, het doen van weinig impulsieve aankopen en eerder sparen dan lenen voor het doen van aankopen. Uit het onderzoek komt naar voren dat slecht financieel beheer zich bij de schuldenaren in verschillende vormen uit. Een deel van de huishoudens is zeer laconiek met het inkomen. Zij budgetteren niet en de financiële planning beslaat een erg korte termijn. Daarnaast zijn er huishoudens met weinig financiële kennis. Zij overzien de consequenties van het afsluiten van een financieel product niet of weten niet op welke toeslagen ze recht hebben. Een gebrekkig financieel beheer kan dus een gevolg zijn van financiële ongeletterdheid. Vraag 4
Bent u van mening dat gebrekkig financieel beheer samenhangt met de persoonlijkheidsstructuur en het gedrag van mensen, zoals uit het aangehaalde onderzoek is af te leiden? Antwoord op vraag 4
Gebrekkig financieel beheer kan samenhangen met de persoonlijkheidsstructuur en het gedrag van mensen. Uit het onderzoek komt naar voren dat een deel van de huishoudens aangeeft dat het verbeteren van de financiële situatie samenhangt met het eigen financiële gedrag. Deze respondenten geven aan het financiële beheer van het huishouden te (willen) verbeteren. De manier waarop deze verbetering te realiseren kan echter per huishouden verschillen. Een aantal huishoudens geeft bijvoorbeeld de regie van het bestedingspatroon uithanden aan een ander terwijl andere huishoudens zich voornemen om meer inzicht te krijgen op de boekhouding, wat niet altijd zorgvuldig wordt uitgevoerd. Vraag 5
Bent u van mening dat er sprake is van problematische schulden ten aanzien van de huidige inzichten in de overheidsfinanciën? Zo nee, hoe verhoudt dit zich tot de door de Europese Commissie aangekondigde procedure bij buitensporige begrotingstekorten tegen de Nederlandse Staat? Antwoord op vraag 5
De Nederlandse schuld loopt volgens de raming uit de Miljoenennota dit jaar op tot 59,7% bbp (ultimo 2009). Dit is inclusief de interventies in de financiële sector, waartegenover ook bezittingen in de vorm van deelnemingen staan. De verwachte tekorten voor de komende jaren zullen de schuld echter verder doen oplopen. Naar mening van het kabinet is de toename van de schuld en de verdere verwachte oploop hiervan zorgelijk. Het is daarom cruciaal dat het tekort wordt teruggebracht. Onderdeel van de strategie van het kabinet voor het terugbrengen van het tekort zijn de aangekondigde consolidatiemaatregelen voor 2011, de wet Tekortreductie Rijk en Medeoverheden en de heroverwegingsoperatie. De Commissie heeft recentelijk voor Nederland en zeven andere lidstaten de buitensporigtekortprocedure opgestart. Voor elf landen was er reeds een buitensporigtekortprocedure gestart, omdat deze landen al voor 2009 een tekort boven de 3%-grens hadden. Het is goed dat deze procedures zijn gestart en Nederland is het met de Commissie eens dat de tekorten weer teruggebracht zullen moeten worden. De concrete aanbevelingen aan Nederland (inclusief de deadline wanneer het Nederlandse tekort weer onder de 3%-grens zal moeten komen) zullen tijdens de Ecofin Raad van 2 december worden vastgesteld. De Kamer zal door middel van de Geannoteerde Agenda voorafgaand aan deze vergadering worden geïnformeerd over de aanbevelingen die de Commissie aan de Ecofin Raad zal doen. Met de Kamer zal, tijdens het AO voorafgaand aan de Ecofin Raad in december, de Nederlandse inzet bediscussieerd worden. Ook zal de Kamer door middel van het verslag van de Ecofin Raad over de definitieve uitkomsten worden geïnformeerd. Vraag 6
In welk opzicht kan volgens u de aanpak van problematische schulden in een privé-situatie afwijken van de aanpak van problematische schulden van de overheid? Wat is de consequentie voor de belastingbetaler van dit afwijkend handelen? Antwoord op vraag 6
Zoals blijkt uit het onderzoek 'Huishoudens in de rode cijfers' ontstaan problematische schulden in de privésfeer vanuit diverse oorzaken. Financiële ongeletterdheid of financieel beheer gericht op een te korte horizon zijn daar enkele van. Zoals toegelicht in de antwoorden op vraag 1 tot en met 4 onderneemt het kabinet actie op het gebied van voorlichting en het wegnemen van financiële ongeletterdheid zodat problematische schulden in de privésfeer zoveel mogelijk worden voorkomen. Het kabinet voert begrotingsbeleid dat gericht is op een lange termijnhorizon van de overheidsfinanciën om de houdbaarheid van publieke voorzieningen ook in de toekomst te kunnen waarborgen. Naast stimuleringsmaatregelen voor de korte termijn, is daarom in het aanvullend beleidsakkoord een pakket maatregelen opgenomen dat bijdraagt aan de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn. Voorbeeld hiervan zijn de voorgenomen maatregelen in de curatieve zorg en zorgtoeslag, de aanpassing van het eigen woningforfait bij de fiscale behandeling van de eigen woning en de recent aangekondigde aanpassing van de AOW-leeftijd. Daarnaast is het kabinet een brede heroverwegingsoperatie gestart om inzicht te krijgen in besparingsopties. Het gaat daarbij om fundamentele keuzes, waarbij in ieder geval een besparingsoptie van 20% gerapporteerd moet worden. Het kabinet is daarbij van mening dat niet alleen de huidige generatie belastingbetalers, maar met name ook toekomstige generaties baat hebben bij de langetermijnhorizon van het begrotingsbeleid.