Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC)

Protonentherapie uitdaging voor radiotherapie in Nederland

Publicatiedatum: 30 oktober 2009 | PERSBERICHT
Aandachtsgebieden: Research

Radiotherapie in Nederland is in een belangrijke fase beland. Het terugdringen van bijwerkingen van bestraling vormt de uitdaging van deze tijd. Dit kan enerzijds door een betere selectie van patiënten, die voor bestraling in aanmerking komen. Hierdoor kan overbehandeling verminderd worden. Tegelijkertijd moeten we ook beter gebruik maken van innovatieve technieken, zoals bestraling met protonen. Wel moet de waarde daarvan nog verder wetenschappelijk onderbouwd worden. Dit stelt prof. dr. Corrie Marijnen in haar oratie bij de aanvaarding van haar benoeming tot hoogleraar Klinische Radiotherapie bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). "De Nederlandse radiotherapie is het aan haar stand verplicht om proton radiotherapie een wetenschappelijk fundament te geven."

Ongeveer de helft van alle patiënten met kanker wordt bestraald, al dan niet in combinatie met chirurgie of chemotherapie. Veel van deze patiënten worden overbehandeld. Dit leidt tot onnodige bijwerkingen en hogere kosten. De technische innovaties van de laatste jaren hebben de kans op lange-termijn-bijwerkingen van de radiotherapie sterk verminderd. Toch blijft er een risico op late schade als gevolg van bestraling. Marijnen pleit daarom voor een betere selectie van patiënten, mogelijk op basis van moleculaire technieken.

Protonentherapie

Op dit moment studeert Nederland op de invoering van een geavanceerde bestralingsvorm waarbij in plaats van lichtdeeltjes de veel zwaardere protonen worden toegepast. Dat kan zó worden uitgevoerd dat de protonen als het ware in de tumor tot stilstand komen en alleen dáár een gevoelige klap uitdelen, vooral belangrijk als zo'n tumor in de buurt van oog, hersenen of ruggenmerg zit.

Wereldwijd zijn inmiddels 50.000 patiënten met protonen behandeld. Toch is nog maar weinig gedegen onderzoek gedaan naar de vraag voor welke patiënten protonentherapie duidelijke meerwaarde heeft. Marijnen: "Dat moet nu echt gaan gebeuren". De setting in Nederland, met de uitstekende samenwerking tussen alle radiotherapeuten, leent zich bij uitstek voor dit onderzoek. "We hebben de afgelopen tien jaar een aantal grote klinische bestralingsstudies voltooid die zowel nationaal als internationaal hebben geleid tot belangrijke veranderingen in het beleid. Bovendien behoren de Nederlandse fysici tot de beste van het veld, hetgeen onze onderzoekspositie nog sterker maakt."

Holland Particle Therapy Centre

Protonentherapie vereist de bouw van speciale centra, waarvan de kosten zijn geraamd op 100 tot 150 miljoen euro per centrum. "Dat zijn grote investeringen, maar ik hoop echt dat het gezamenlijk initiatief van het LUMC, het Nederlands Kanker Instituut, het ErasmusMC en de TU Delft om het Holland Particle Therapy Centre (HollandPTC) te bouwen kan worden doorgezet. Dan komt deze techniek beschikbaar voor miljoenen Nederlanders."