IFAW
Ondanks verbod sterven er dagelijks 104 olifanten
30 oktober 2009
Meer dan 100 olifanten per dag gedood door stropers - 20 jaar na het
verbod op ivoor.
20 jaar geleden werd de internationale handel in ivoor verboden.
Tussen 1988 en 1989 zijn er 750.000 Afrikaanse olifanten afgeslacht
voor hun ivoren slagtanden. Er waren nog 450.000 olifanten over.
Doordat er vanaf 1996 voortdurend aan het moratorium op de
internationale handel in ivoor is gesleuteld, is grootschalige
stroperij van olifanten terug van weggeweest. Momenteel wordt iedere
dag een schokkend aantal van 104 olifanten gedood voor hun slagtanden
(1). Dit alarmerende niveau van illegale jacht kan leiden tot het
uitsterven van de Afrikaanse olifant.
Het IFAW roept op tot dringende actie om de olifanten te beschermen.
Het IFAW dringt er bij de Europese Unie, en alle andere bij CITES
(Convention on International Trade in Endangered Species) aangesloten
landen, op aan te stoppen met de ondersteuning van eenmalige legale
verkopen van ivoor. In plaats daarvan zouden deze landen het voorstel
van Kenia op de volgende bijeenkomst van CITES in maart 2010 moeten
steunen. Kenia wil de huidige `rustperiode' voor de olifant en zijn
ivoor uitbreiden van 9 tot 20 jaar. Wij roepen de Europese Unie op om
de landen die om hulp vragen, te helpen bij de bestrijding van
stroperij.
Rikkert Reijnen, campaigner IFAW Nederland: "De meeste mensen zijn
geschokt bij het horen van het nieuws dat 20 jaar na het verbod op de
internationale handel van ivoor, olifanten in Afrika nog steeds
bedreigd worden door commerciële stropers. De handel in ivoor moet
opnieuw volledig verboden worden als we het uitsterven van de
Afrikaanse olifant willen voorkomen.
Aanvankelijk werkte het moratorium op ivoor. Het stropen van olifanten
verminderde drastisch in de meeste Afrikaanse gebieden en prijzen van
ivoormarkten daalden over de gehele wereld. Tot de discussie over
eenmalige verkoop van ivoorvoorraden in 1996 de kop op stak. Vanaf dat
moment laten statistieken zien dat inheemse ivoormarkten, of kleine
ivoor verkopen, direct leidden tot het toenemen van ivoorstroperij -
zelfs, maar niet noodzakelijk, in hetzelfde land.
Illegaal verkregen ivoor wordt op dit moment gebruikt binnen
conflicten in Oost Afrika op dezelfde manier als de "bloeddiamanten"
gebruikt werden in burgeroorlogen in West Afrika in de jaren '90. De
vraag naar ivoor in het Verre Oosten, in het bijzonder China, hebben
een recordhoogte bereikt.
Omdat het lot van een gehele soort op het spel staat, kunnen we niet
continue experimenteren met gelimiteerde ivoormarkten, eenmalige
verkopen of populatie down-listings. Een verkeerd geloof in de kracht
van `vrije markten' is de oorzaak van het uitsterven van olifanten.
Reijnen voegt nog toe: "Helaas is het zo dat de handel in ivoor, waar
dan ook ter wereld, een bedreiging vormt voor alle olifanten. Laten we
op deze 20e verjaardag van het verbod er alles aan doen wat we kunnen
om de ivoorhandel te stoppen en de olifanten te beschermen om zo hun
toekomst veilig te stellen.
Einde
(1) Noot:
Anekdotisch bewijs van de toegenomen aantal inbeslagnames van illegaal
ivoor geeft aan dat de stroperij steeg rond de tijd van de eerste
`ivoor voorraadverkoop' aan Japan in 1999. Stroperij steeg opnieuw
rond de tijd van de tweede `ivoor voorraadverkoop' in november 2008.
Tijdens deze legale verkoop werd de vraag van de consument
gestimuleerd en illegale handelaren zagen mogelijkheden om hun ivoor
wit te wassen.
De meerderheid van de landen met olifanten in Afrika, waaronder enkele
van de armste landen in de wereld, vragen om een einde te maken aan
alle handel in ivoor. Deze landen hebben onze volledige steun nodig -
juridisch, financieel en moreel - om hun olifantenpopulatie te
beschermen. Deze staten hebben niet de capaciteit en de financiële
middelen om de stroperij te bestrijden, die vaak wordt uitgevoerd door
grote misdaadsyndicaten. Europa zal zinvolle hulp moeten bieden om
deze moorden tegen te gaan.
Een voorbeeld is het Tsjaad Zakouma National Park. Het park bevatte
3.885 olifanten in 2005. In 2009 was dit aantal gedaald tot slechts
617 olifanten. 11 rangers waren gedood door stropers binnen deze vier
jaar. Volgens de ambtenaren in Tsjaad waren de voornaamste verdachten
strijders uit de oorlog van het naburige verscheurde Soedan.