Ministerraad
Kabinet stelt paal en perk aan geluidsoverlast
Persbericht | 30-10-2009
De ministerraad heeft op voorstel van minister Cramer van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ingestemd met
de introductie van geluidsproductieplafonds waarmee een maximum wordt
gesteld aan de hoeveelheid geluid die een rijksweg of hoofdspoorweg
mag produceren. Deze plafonds moeten permanent worden nageleefd. Een
daartoe strekkende wetswijziging wordt aan de Tweede Kamer gezonden.
De huidige wetgeving beschermt de burger onvoldoende tegen toename van
geluidoverlast bij groei van het verkeer. Dat komt omdat de regels
vooral betrekking hebben op situaties waarin de weg of het spoor wordt
gewijzigd. In de praktijk blijkt dat toename van geluid door groei van
verkeer nauwelijks aan banden is gelegd. Daar maken de nieuwe regels
een einde aan. In plaats van de huidige ingewikkelde regels bij
wijzigingen van een weg of spoor komt er één heldere geluidgrens: het
geluidsproductieplafond. Dit houdt in dat rondom rijkswegen en
hoofdspoorwegen maximale geluidwaarden worden vastgelegd. De
geluidproductieplafonds moeten door de beheerder worden nageleefd. In
situaties met groei van verkeer zijn dus geluidreducerende maatregelen
nodig om overschrijding van de geluidsproductieplafonds te voorkomen.
Door dit nieuwe instrument worden circa één miljoen woningen rond
rijkswegen en spoorwegen beter beschermd tegen toename van
geluidsoverlast.
Mede door de groei van het verkeer in de afgelopen 25 jaar is op veel
plaatsen de geluidbelasting te hoog. Gekoppeld aan de nieuwe regels
start daarom een omvangrijk programma om de komende tien jaar de
hoogst belaste woonsituaties aan te pakken. Ook geldt de verplichting
om voor wegen en spoorwegen eens per vijf jaar een
geluidsbelastingkaart en actieplan te maken.