Vilans


Vrijwilligers hebben baat bij goede samenwerking met beroepskrachten

Zorg Beter met Vrijwilligers werkt mee aan verbetering van samenspel

Utrecht, 30 oktober 2009 In de Beleidsbrief Naast en met elkaar die deze week door staatsecretaris Bussemaker is uitgebracht gaat het over de relatie tussen informele en formele zorg. Oftewel de samenwerking tussen mantelzorgers, vrijwilligers en beroepskrachten. Dat daar nog veel in valt te verbeteren blijkt ook uit het project Zorg Beter met Vrijwilligers, waar Vilans, kenniscentrum langdurende zorg de trekker van is. Zorgorganisaties kunnen zich in dit project aanmelden voor verbetertrajecten rond vrijwilligerswerk, het verbeterdoel bepalen zij daarbij zelf. De samenwerking tussen vrijwilligers en beroepskrachten staat met stip op één.

Vanzelfsprekend?
In verzorgings-, verpleeghuizen en gehandicaptenorganisaties werken zon 150.000 vrijwilligers. Vele doen dat al jaren en met veel plezier. Maar over de relatie met beroepskrachten zijn ze vaak niet tevreden. Vrijwilligers worden niet gezien en gehoord. Ze krijgen geen respect en waardering. Terwijl een goede samenwerking ook in het voordeel van de bewoner werkt. Bewoners stellen het namelijk op prijs als beroepskrachten belangstelling tonen voor activiteiten waar ze aan hebben deelgenomen, vaak met vrijwilligers. Denk aan een handwerkclub, wandelen, kooroptreden, kerkbezoek. Het kost niet veel moeite om daarnaar te informeren. Zoals ook de staatssecretaris aangeeft, zou dit vanzelfsprekend moeten zijn, maar dat blijkt helaas nog niet uit de praktijk.

Nieuwe rollen en taken
In de zorgorganisaties komt de cliënt meer centraal te staan. Dat heeft ook gevolgen voor het vrijwilligerswerk. Via zorg(leef)plannen krijgen organisaties meer zicht op de persoonlijke wensen en behoeften van bewoners en wordt gezocht naar mogelijkheden om die wensen en behoeften te voldoen. Daarbij vervullen ook vrijwilligers een rol. Het doel is om vrijwilligers meer individueel in te zetten bij bewoners. Dit komt nu voorzichtig van de grond. Maar het roept ook veel vragen op. Wat mag de vrijwilliger wel en niet doen? Tot hoe ver mag hij of zij gaan? En wat te denken van vrijwilligers die mee helpen op groepen of afdelingen? Mogen zij ook zorghandelingen verrichten? Waar ligt de grens? Binnen Zorg Beter met Vrijwilligers komen we deze vragen veel tegen. De aanpak die het beste blijkt te werken is door samen met de betrokkenen naar oplossingen te zoeken. Afspraken die van bovenaf worden opgelegd, worden vaak in de praktijk niet nageleefd. Er moet onderling meer begrip, respect en waardering komen. Van daaruit ontstaan afspraken die voor alle betrokkenen werkbaar zijn.

Gelijkwaardige rol
Onderling overleg, werkt als organisaties vrijwilligers daarin een gelijkwaardige rol geven. Dat is nu nog lang niet altijd het geval. Vrijwilligers hebben niet veel in te brengen. Als ze te oud zijn, kunnen ze zelfs zonder pardon op straat gezet worden, zoals vorig jaar bleek bij een aantal ziekenhuizen. Ook hebben vrijwilligers het gevoel dat taken op hen afgeschoven worden. Dat zij de gaten in de zorg mogen opvullen. Vanuit Vilans pleiten wij er daarom voor dat er minimale grenzen worden vastgesteld door de overheid als het gaat om vrijwilligerswerk in de zorg. Vrijwilligers moeten formeel het recht krijgen zelf mee te mogen praten over zaken die hen aangaan. We praten nog teveel óver en te weinig mét vrijwilligers. Nieuwe generaties vrijwilligers zullen dat niet meer accepteren. Daarom zijn ook de zorgorganisaties aan zet: ze moeten zich opmaken voor een beter samenspel!, aldus Cecile Scholten, van Vilans.

Meer informatie
Informatie over het project Zorg Beter met Vrijwilligers is te vinden op www.zorgbetermetvrijwilligers.nl of neem contact op met projectleider (mw.) Cecil Scholten, T 030 789 2411, E c.scholten@vilans.nl .
Laatst gewijzigd op: 30 oktober 2009