ChristenUnie


Bijdrage Ed Anker aan AO 'Hoger Onderwijs'

Bijdrage Ed Anker aan AO 'Hoger Onderwijs'

donderdag 29 oktober 2009 15:00

De heer Anker (ChristenUnie): Voorzitter. Op de Associate degree zien wij heel verschillende reacties van de MBO Raad en de HBO-raad, die hier heel specifieke opmerkingen over hebben gemaakt, en van de LSVB, die zegt dat het allemaal nog loopt en die er daarom niet al te veel van wil zeggen. Ik vind daar eigenlijk wel wat wijsheid in zitten. Ik denk dat goed is beargumenteerd in de brief hoe wij verder gaan met de pilots. Ik voel heel veel voor de opmerking van Jan Jacob van Dijk over het dilemma dat in de brief heel duidelijk wordt benoemd, dat er spanning is tussen enerzijds het aanbieden van de korte klap, de Associate degree die heel direct op een bepaald beroep aansluit, en anderzijds het vervolg dat je zou willen kunnen maken naar een bachelor in het hbo. Dat dilemma is wel spannend. Dat moeten wij blijven onderkennen. De opvolgbaarheid van een bacheloropleiding is wel van belang. Wij gaan verder met een aantal pilots, waarvoor de minister de steun heeft van de fractie van de ChristenUnie.

Wij spreken niet zo heel veel over het hoger onderwijs. Wij hebben de Wet hoger onderwijs plenair besproken en daarna is het een tijdje stil geworden. Bij het wetgevingsoverleg van vorig jaar heb ik gezegd dat ik met belangstelling de voorstellen voor de bekostiging van het hoger onderwijs afwachtte. Ik heb heel specifiek aangegeven dat ik mij zorgen maakte en de zorgen doorgaf van een heel aantal kleinere instellingen, met name hbo-instellingen, die bang waren dat zij er met het nieuwe bekostigingsmodel slecht vanaf zouden komen omdat zij een relatief grote overhead hebben vanwege hun omvang. Heeft de minister inmiddels met die instellingen gesproken? Wat is nu precies het tijdpad voor die bekostigingsvoorstellen? Dat verwachten wij toch al een tijdje. Ik begrijp wel dat de tijden telkens weer veranderen en dat het er ook niet gemakkelijker op wordt, maar de minister moet toch eens een keuze maken.

Over de commissie-Veerman sluit ik mij aan bij de vragen over de verhouding met de heroverwegingen. Ik kies ervoor om maar zoveel mogelijk tijd te besteden aan de uitvoering van de motie-Anker c.s. over de kabinetsbrede visie op internationalisering in het hoger onderwijs. Die motie is ingediend omdat velen met mij niet tevreden waren over Het Grenzeloze Goed, de internationaliseringsagenda van dit kabinet voor het hoger onderwijs. Wij vonden dat wat mager en wel heel specifiek op OCW georiënteerd. Dat is zonde, want juist bij internationalisering moet er veel worden samengewerkt, onder andere met Economische Zaken, Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking. Ik moest even zoeken en vond tussen de stukken de internationaliseringsagenda.

Ik mis wel veel in deze notitie. Ik hoopte dat met het schrijven ervan iets tot stand zou komen tussen de verschillende ministeries en dat zij zouden gaan inzien dat zij met elkaar eenzelfde doel dienen en dat er knelpunten zijn waarin zij elkaar tot een hand en een voet zouden kunnen zijn, om het Bijbels uit te drukken. Dat is niet gebeurd in deze notitie. Het ziet er sterk naar uit dat OCW een mailtje heeft gestuurd naar een aantal andere ministeries, dat men EZ heeft overgeslagen en dat de andere ministeries een mailtje hebben teruggestuurd wat zij ongeveer doen. Dat staat hierin. Ik zeg maar even hoe het bij mij is overgekomen.

Een simpel voorbeeld is dat van de leges, waarover wij al een paar keer hebben gesproken als het ging om internationalisering. Dat is een groot knelpunt. De leges in Nederland zijn heel hoog. Vaak zei de minister: dan moet u maar bij mijn collega Albayrak zijn, die gaat over migratie en kennismigranten. Ik vecht een pittig robbertje uit met staatssecretaris Albayrak als het gaat om de legesverordeningen. Daar zullen wij volgende week bij de justitiebegroting wel iets over horen. Nu is er wel iets over genoemd in deze notitie, maar de leges gaan nu in ieder geval niet omhoog. Ik vraag de minister wat nu precies de ambitie is geweest. Als in internationaal onderwijsland een erkend probleem is, dat ook de HBO-raad en de VSNU meerdere malen hebben genoemd, dat die leges wel heel hoog zijn en echt een drempel vormen om mensen hier op een goede manier heen te krijgen, wat is dan de inzet als je met Justitie gaat praten? Vanuit de justitieportefeuille weet ik dat men daar bezig is met een herberekening van de kostensystematiek. Ik heb het idee dat de leges onder de vorige minister van vreemdelingenzaken ook wel behoorlijk kunstmatig zijn opgehoogd. Ik mis hierin een stuk ambitie. Als wij kennismigranten naar Nederland willen halen -- dat is een ambitie van dit kabinet -- zou je op dit terrein iets verwachten, maar wij krijgen eigenlijk alleen maar de constatering dat de leges niet worden verhoogd.

Een andere kwestie is dat ik de input van EZ heel sterk mis. Ruim een jaar geleden heb ik veel gesproken met mensen uit de hbo-wereld en uit de universitaire wereld over een combinatie tussen ontwikkelingssamenwerking en hoger onderwijs. Universiteiten zitten heel sterk op het wetenschappelijke vlak, terwijl het hbo veel meer zit op het bedrijfsleven en veel meer bezig is met de uitwisseling van stagiairs en met samen dingen ontwikkelen. Ik mis eigenlijk dat hele verhaal in deze notitie. Er worden een paar aardige dingen gedaan als resultaat van het Akkoord van Schokland. Prima, maar ik vind het jammer dat dat niet wordt gedaan. Dit zijn ook precies de dingen die de HBO-raad in zijn brief aangeeft. Ik vraag de minister hoe dit nu tot stand is gekomen.

Ik vraag het hem ook heel specifiek omdat wij in het kader van de vernieuwing van de rijksdienst veel meer door ministeries heen willen werken, veel meer met een aantal ministeries één maatschappelijk probleem willen aanpakken. Dit vind ik er tot nu toe nog niet een heel erg goed voorbeeld van. Als ik kijk naar de notitie kenniseconomie lijkt het een stuk gemakkelijker om die schakeling te maken met de andere ministeries. De minister moet mij eens uitleggen hoe dat zit. Waarom verschillen deze notities zo ontzettend veel van elkaar? Ik ga er geen nieuwe motie over indienen. Het moet ook eens een keertje klaar zijn. Maar ik heb toch wel een aantal specifieke vragen en daar moet dan maar een antwoord op komen. Hoe gaan we verder met die hbo's, met het internationale bedrijfsleven? Ik krijg hier graag een reactie op, zeker in deze tijd van crisis waarin wij ons bedrijfsleven op peil moeten houden en moeten doorontwikkelen.

Voorzitter. Dit waren mijn opmerkingen.

Ed Anker