Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
2009Z19435
Datum 29 oktober 2009
Betreft vragen van het lid Ten Broeke
Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het lid Ten Broeke van uw Kamer
over de collectie van het Scheringamuseum.
De vragen zijn mij toegezonden met uw bovenvermelde kenmerk 2009Z19435.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
a
na 1 van 3
Pagi
Antwoord op schriftelijke vragen van het lid Ten broeke van de Tweede kamer der Datum
Staten Generaal aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(ingezonden 22 oktober 2009, kenmerk 2009Z19435). Onze referentie
DCE/
1
Kent u het bericht "Plasterk wil collectie Scheringa redden?"
Ja.
2.
Is het waar dat u een bijdrage wil leveren aan het redden van de kunstcollectie
van het Scheringa museum? Zo ja, deelt u de mening dat het eerst aan
verzamelaars en andere musea is om daarin te voorzien?
Ja, ik wil locale bestuurders, verzamelaars, andere musea en ook anderen
oproepen mee te werken aan het behoud van deze collectie realistische kunst.
3.
Waaruit bestaat de bijdrage waartoe u bereid zegt te zijn? Op welke post van de
OCW-begroting vindt u de dekking voor een dergelijke investering?
Mijn bijdrage bestaat uit het actief benaderen van derden om bij te dragen aan
het behoud van de collectie. Ik heb hierover inmiddels met vele betrokkenen
gesprekken gevoerd.
4.
Is het waar dat u zich geroepen voelt om deze collectie in stand te houden
vanwege "de uitstraling voor de regio en de werkgelegenheid aldaar"? Zou niet
het belang van de collectie zelf de enige rechtvaardigheid mogen zijn voor
eventuele bijstand van de overheid?
Het belang van de collectie stel ik voorop. Het is een collectie 20e-, en 21e eeuwse
realistische kunst van voornamelijk Nederlandse kunstenaars, wier werk in de
context is geplaatst van internationale tijdgenoten. In de collectie bevinden zich
onder meer werken van Carel Willink, Charley Toorop, Pyke Koch, Marlene Dumas
en Lucian Freud.
Het museum vertegenwoordigt een positief belang voor de culturele, toeristische
en economische activiteit in Opmeer. Dit is des te groter nu de regio in zijn
werkgelegenheid wordt getroffen door de ineenstorting van de DSB-bank.
5.
U was er als de kippen bij om uw hulp toe te zeggen, maar is u al bekend hoeveel
nodig zou zijn om de kunstcollectie van het Scheringamuseum bij elkaar te
houden in het nieuwe gebouw?
Dat moet nader worden uitgezocht.
Pagina 2 van 3
6 Datum
Wat vindt u van het feit dat ABN AMRO inmiddels beslag heeft laten leggen op alle
schilderijen van het Scheringamuseum? Wat betekent dit voor de mogelijkheid Onze referentie
om de schilderijen bij elkaar te houden in het nieuwe gebouw, zoals u zou DCE/
wensen?
Een oordeel over de beslaglegging door ABN AMRO op alle schilderijen van het
Scheringamuseum laat ik graag over aan de rechter. De rechter heeft zich
daarover inmiddels positief uitgesproken, zo heb ik gezien.
De beslaglegging sluit overigens niet uit dat de collectie bij elkaar kan blijven. De
mogelijkheid bestaat dat de pandhouder de collectie in zijn geheel aan een derde
verkoopt waardoor de collectie bij elkaar blijft.
7.
Is uw oproep aan investeerders om in de schilderijen van het Scheringamuseum
te investeren, op te vatten als een oproep aan andere mecenassen en burgers om
kunst te ondersteunen in plaats van dat de overheid deze verantwoordelijkheid
overneemt? Zo ja, wat is (behalve die oproep) uw concrete bijdrage aan die
herleving van de mecenate cultuur in Nederland?
Deze oproep aan investeerders om in de Scheringacollectie te investeren is
inderdaad gericht op personen en organisaties buiten de rijksoverheid.
Mijn concrete bijdrage aan de mecenate cultuur in Nederland heb ik samen met
de minister van EZ op 19 september 2009 bekend gemaakt aan de Tweede
Kamer, in de brief Cultuur en Economie 2009, "Waarde van creatie"
(Kamerstukken ll 2009/2010, 27406, nr. 154).
In het bijzonder wijs ik u op de passages over de mecenaatregeling en de
Regeling cultureel beleggen.
8.
Bent u bereid deze vragen ruim vóór het wetgevingsoverleg Cultuur op 2
november 2009 te beantwoorden?
Zie datering van de aanbiedingsbrief.
Pagina 3 van 3