29/10/2009
Bepaling van zwavel en sulfaat in diervoeders
Bestemd voor: GMP+ gecertificeerde laboratoria
In enkelvoudig aan veehouders geleverde producten en in vochtrijke
mengsels die met zwavelzuur worden geconserveerd moet een attendering
aan de veehouder worden gegeven wanneer het sulfaat-gehalte in de
droge stof de 8 gram/kg overstijgt. Er dient dan ook een
verwerkingsadvies te worden gegeven.
In de praktijk blijkt dat er verschillende methoden worden gebruikt
voor het bepalen van het sulfaatgehalte van dergelijke producten. Eén
van deze methoden is het analyseren van het totaal zwavelgehalte in
diervoeders na destructie van het voer en de bepaling van
zwavelgehalte. Wordt het sulfaatgehalte gevraagd, dan wordt de
gevonden hoeveelheid zwavel vermenigvuldigd met de factor 3 en dat
getal als het sulfaat gehalte gerapporteerd.
De laboratoria wordt erop gewezen dat het toepassen van deze methode
kan leiden een verhoogd gehalte aan sulfaat indien deze producten
cysteïne en methionine bevatten. Het zwavel in deze eiwitten wordt ten
onrechte meegenomen in het sulfaat gehalte.
De correcte methode voor met name de met zwavelzuur geconserveerde
vochtrijke mengsels is het bepalen van het sulfaat in de
wateroplosbare fractie.
Productschap Diervoeder