4. Brief inzake Winnersway
Brief inzake Winnersway
Kamerstuk, 29 oktober 2009
DLZ-2966998
29 oktober 2009
Geachte voorzitter,
Op verzoek van uw Kamer naar aanleiding van de procedurevergadering
d.d. 28 oktober informeer ik u over de actuele stand van zaken bij
Winnersway Verslavingszorg te Leiden. Tevens beantwoord ik hierbij de
vragen van het lid Agema die zij op 19 oktober jl. heeft gesteld en ga
ik in op de uitvoering van de aangenomen motie-Joldersma over alle
mogelijke stappen zetten om de toelating voor het verlenen van zorg
door Winnersway in te trekken.
Stand van zaken traject aanwijzing ex artikel 7, lid 1, Kwaliteitswet
Winnersway heeft van mij een aanwijzing op grond van de Kwaliteitswet
zorginstellingen gekregen Voor de inhoud van de aanwijzing en de
procedure zoals die tot nu toe gevolgd is, verwijs ik u naar mijn
eerdere brief inzake Winnersway van 7 oktober jl. Woensdag 28 oktober
liep de termijn af waarbinnen Winnersway aan de aanwijzing zou moeten
voldoen. Vervolgens is het aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg om
te controleren en te beoordelen of Winnersway de door mij in de
aanwijzing gestelde eisen volledig en correct heeft opgevolgd. De
Inspectie heb ik gevraagd dit direct na afloop van de aanwijzing te
gaan doen. Ik heb de Inspectie gevraagd met de grootst mogelijke spoed
haar definitieve bevindingen aan mij rapporteert. De Inspectie zal op
4 november haar bevindingen aan mij melden. Vervolgens zal ik op basis
hiervan mijn conclusie trekken en een definitief oordeel geven met
betrekking tot Winnersway. Afhankelijk van de zwaarte van de
bevindingen van de Inspectie is sluiting van Winnersway daarbij een
optie. Ik kan en wil, mede op grond van zorgvuldigheid, op dit moment
dan ook vooruitlopen het oordeel van de Inspectie. Zoals ik ook al in
mijn vorige brief d.d. 7 oktober heb opgemerkt, heb ik mij te houden
aan de wet. De Algemene wet bestuursrecht regelt dat bij besluiten
zorgvuldig gehandeld wordt en hoor en wederhoor toegepast wordt.
Er zijn drie mogelijkheden denkbaar. Ten eerste dat de Inspectie
constateert dat er sprake is van acuut gevaar en op grond van de
kwaliteitswet een bevel tot sluiting geeft; deze is van tijdelijke
duur met een maximum van zeven dagen. Vervolgens kan ik besluiten deze
termijn te verlengen, definitief te sluiten of de sluiting op te
heffen. Ten tweede dat de Inspectie constateert dat de aanwijzing
onvoldoende is nageleefd en dat er onvoldoende verbetering is. In dat
geval zal ik op basis van de informatie van de Inspectie een besluit
nemen op welke wijze ik tot handhaving wil overgaan. Ten derde kan het
zo zijn dat de situatie voldoende is verbeterd. Afhankelijk van de, in
deze casus van toepassing zijnde, optie neem ik een definitief
besluit.
Stand van zaken traject zorgkantoor
Het Zorgkantoor Zuid-Holland Noord/Amstelland en de Meerlanden heeft
mij bij brief d.d. 16 oktober gevraagd te onderzoeken of haar
bevindingen "wat betreft financiën en transparantie voldoende gronden
bevatten om de toelating van Winnersway Verslavingszorg in te
trekken".
Het zorgkantoor schrijft mij dat zij tot de conclusie is gekomen dat
de door Winnersway geleverde zorg niet voldoet aan de daaraan te
stellen eisen en dat zij er geen vertrouwen meer in heeft dat daar op
aanvaardbare termijn verandering in zal komen. Ook geeft het
zorgkantoor aan dat zij te weinig voortgang ziet in het verbeteren van
de bestuurlijke en organisatorische transparantie door Winnersway en
in het inlossen van de schuldrelatie die Outreach Center Nederland
(OCN) ten opzichte van Winnersway heeft. Het zorgkantoor zegt zich met
betrekking tot de transparantie niet alleen te baseren op de huidige
vermeende belangenverstrengeling, maar geeft aan dat zij het tevens
niet ondenkbeeldig acht dat bij continuering van de huidige
organisatie de eerder dit jaar geconstateerde misstanden zich wederom
gaan voordoen. Ten slotte schrijft het zorgkantoor dat zij zich
realiseert dat de financiële situatie van de organisatie (slechte
liquiditeit en solvabiliteit) formeel geen grond is om in het kader
van de WTZI de toelating in te trekken. Zij uit wel haar zorg als de
organisatie niet levensvatbaar blijkt te zijn. Dit kan volgens hem
leiden tot schade voor de cliënten (kwaliteit en continuïteit van
zorg) en het ondoelmatig omgaan met gemeenschapgelden tegen te gaan.
Gezien deze bevindingen is het zorgkantoor voornemens de
overeenkomsten 2009 en 2010 met Winnersway te ontbinden.
Op dag van dagtekening van de brief van het zorgkantoor had ik
inmiddels reeds het College Sanering Zorginstellingen opdracht gegeven
om onderzoek te doen naar de financiële, organisatorische en
bestuurlijke transparantie van Winnersway. Het College zal mij
objectief en onafhankelijk uitsluitsel geven of Winnersway
daadwerkelijk al dan niet voldoet aan genoemde transparantieeisen
conform de WTZi, hetgeen mij in staat stelt om op de juiste juridische
gronden de toelating van Winnersway in te kunnen trekken, indien dit
daadwerkelijk in de rede ligt. Ik heb met het College afgesproken dat,
indien de onderzoekers tijdens het onderzoek op zaken stuiten op grond
waarvan melding bij het Openbaar Ministerie en /of de Fiscale
Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) in de rede ligt, zij mij hier
onverwijld en ogenblikkelijk van in kennis zullen stellen. Het College
is maandag 19 oktober met het onderzoek gestart en heeft mij toegezegd
in week van 16 november te zullen rapporteren.
Vragen mevrouw Agema
Ik kom hiermee bij de schriftelijke vragen van het lid Agema, die ik
hierbij wil beantwoorden. De uitzendingen van EenVandaag van 13 en 14
oktober en het bericht `Winnersway dicht, dan maar piramidespel' in
het Leidsch Dagblad roepen ook bij mij sterke emoties op.
Tegelijkertijd heb ik ook behoeften aan feiten om vervolgstappen op te
baseren. Ik sta dan ook nog steeds achter de inhoud van mijn brief van
7 oktober. Echter de recente berichtgeving - dus voor het verzoek van
het Zorgkantoor Zuid-Holland Noord/Amstelland en de Meerlanden om te
bezien of er voldoende gronden is voor intrekking van de toelating van
Winnersway - hebben mij doen besluiten tot het onderzoek door het
College Sanering Zorginstellingen. Hierbij is onderzoek naar de mate
van verstrengeling tussen Outreach Center Nederland (OCN) en
Winnersway nadrukkelijk aan de orde. Ook heb ik de onderzoekers in dit
kader gewezen op de recente directiewisseling. Tevens verwacht ik dat
de onderzoekers de terugbetalingsregeling van OCN aan Winnersway
zullen beoordelen.
Lopende de trajecten van de Inspectie en het College Sanering blijft
de verslaafdenopvang Winnersway open. Ik wijs uw Kamer er echter op
dat de opnamestop voor cliënten met dubbele diagnose en cliënten die
detoxificatie nodig hebben deel uit maakt van mijn aanwijzing aan
Winnersway. Gezien de precaire situatie waar Winnersway zich nu in
bevindt, zal het haar alles aan gelegen moeten zijn om `ongelukken' te
voorkomen. Zodra mij dergelijke situaties ter ore komen, zal ik
uiteraard acuut maatregelen nemen.
Namens de Minister van Justitie meld ik dat - voor zover kon worden
nagegaan binnen de korte termijn waarop om deze informatie is gevraagd
- er thans geen strafrechtelijke onderzoeken lopen naar de
verslaafdenopvang Winnersway of de pinksterkerk OCN wegens
piramidespelen of misbruik van AWBZ-gelden. Indien een nadere
inventarisatie bij politie, FIOD, en Openbaar Ministerie nog andere
informatie oplevert dan zal de Minister van Justitie de vragen van het
lid Agema die hierop betrekking hebben separaat beantwoorden binnen de
reguliere termijn voor schriftelijke vragen. Het spreekt voor zich dat
als er van dergelijke feiten aangifte wordt gedaan het Openbaar
Ministerie zal bezien of er gronden zijn om tot strafrechtelijke
vervolging over te gaan.
Uitvoering motie Joldersma
Uit het bovenstaande moge duidelijk zijn dat ik uitvoering geef aan de
motie Joldersma. Ik zet alle mogelijke stappen maar hecht eraan
daarbij zorgvuldig te handelen volgens de hierbij geldende procedures.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport