14 september 2009
Betreft: Vragen verslag schriftelijk overleg betreffende de voorgenomen
aanwijzing aan de NZa inzake de contracteerruimte AWBZ Correspondentie uitsluitend
richten aan het retouradres
met vermelding van de datum
en het kenmerk van deze
brief.
Geachte voorzitter,
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de vaste Commissie voor
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 14 september 2009
betreffende de voorgenomen aanwijzing aan de Nederlandse Zorgautoriteit inzake
de contracteerruimte AWBZ 2010.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Pagina 1 van 7
CDA Ons kenmerk
DLZ//CB-U-2961770
De leden van de CDA-fractie vinden het naar voren halen van de contracteerronde
normaal en vinden het positief dat het aantal budgetronden is verminderd van drie
naar twee.
Deze positieve terugkoppeling krijg ik ook van de zorgkantoren. Eenmalig is er
extra werk want na de 1e ronde 2009 in maart moest het proces in juli al weer
gestart worden voor de 1e ronde 2010 en de 2e ronde 2009. Structureel is er
administratieve winst, want pas in juli 2010 moet het proces weer gestart worden
voor de 1e ronde 2011 en de 2e ronde 2010. De zorgkantoren hebben dan een
ruime voorbereidingstijd waarin ze zich kunnen oriënteren op de kwaliteit van de
inkoop van zorg.
Daarnaast heeft deze fractie nog een aantal vragen waarop ik nader in ga:
1
Het bedrag van 91 miljoen wordt op de bestaande contracteerruimte gekort. Dit
impliceert dat de zorgkantoren scherp zullen moeten inkopen om aan de
zorgvraag te kunnen voldoen. Waarop moeten zorgkantoren sturen om de
zorgvraag scherp in te kopen?
1
De zorgkantoren sturen op kwaliteit van zorg. Het is bekend dat de ene aanbieder
met hetzelfde geld betere zorg levert dan de andere. Het zorgkantoor kan de
aanbieders zo stimuleren dat een groter aantal aanbieders betere zorg gaat
leveren. De normen van verantwoorde zorg zijn daarbij leidend.
2
Hoe worden de 30 miljoen extra middelen voor de kwaliteit van de
gehandicaptenzorg ingezet en hoe wordt gemeten dat de kwaliteit van de
gehandicaptenzorg wordt verbeterd?
2
Deze extra middelen ad 30 miljoen in 2010 en structureel ad 72 miljoen, zijn
bestemd voor cliënten met een verstandelijke of lichamelijke beperking met een
hoge zorgzwaarte. Dit gebeurt door deze middelen te verrekenen in
zorgzwaartepakket ZZP-5 tot en met ZZP-7 voor lichamelijk gehandicapten en in
ZZP-5 tot en met ZZP-7 voor verstandelijk gehandicapten. Door de inzet van deze
extra middelen worden meer medewerkers of beter opgeleide medewerkers
(hogere deskundigheid) ingezet. De meting van verbetering van kwaliteit is
onderdeel van het reguliere werk van de Inspectie voor Gezondheidszorg en
onderdeel van de cliëntenraadpleging.
3
Deze leden vragen of het wel verstandig is slechts 25 miljoen niet te verdelen
over de zorgkantoren in verband met mogelijke knelpunten. Verwacht de
staatssecretaris dat 25 miljoen dit jaar voldoende zal zijn?
Pagina 2 van 7
3 Ons kenmerk
Ja, dat verwacht ik wel. Mijn afweging hoeveel groei in eerste instantie uitgezet DLZ//CB-U-2961770
kan worden en hoeveel groei achtergehouden moet worden om in te spelen op de
specifieke vraagontwikkeling in bepaalde regio's bleek de afgelopen jaren correct
te zijn. Tot op dit moment lijken zich nog geen knelpunten voor te doen.
4
Zij vragen ook hoe het staat met het onderling schuiven van zorgkantoren in
vergelijking met een paar jaar geleden.
4
Het schuiven tussen zorgkantoren bij dezelfde concessiehouder gaat soepeler dan
een aantal jaren geleden. Tussen zorgkantoren met een verschillende concessie-
houder komt het schuiven minder voor. Dit is niet veranderd ten opzichte van een
paar jaar geleden.
5
De staatssecretaris geeft aan dat zij de contracteerruimte 2010 met 17 miljoen
verhoogt in verband met de kosten van de AWBZ-zorg in het buitenland. In de
brief van 18 september 2007 is aangekondigd dat maatregelen zouden worden
getroffen ter beheersing van de kosten van de AWBZ-zorg in het buitenland
(Kamerstuk 30 597, nr. 13). Welke maatregelen heeft het kabinet de afgelopen
twee jaar genomen om de kosten van de AWBZ-zorg in het buitenland te
verminderen? Verder willen de leden van de CDA-fractie graag weten of en zo ja
welke maatregelen het kabinet nog van plan is te nemen en wanneer deze
maatregelen zijn te verwachten. Indien het kabinet niet van plan is aanvullende
maatregelen te nemen, willen zij graag weten waarom niet.
5
Het kabinet heeft behalve het vergroten van de verantwoordelijkheid van
verzekeraars onlangs een wetsvoorstel ingediend waardoor ook de aanspraken in
het buitenland beperkt zullen worden (Kamerstukken II, 2009/10, nr. 32154).
Daarnaast wordt aan de kosten van de AWBZ-zorg in het buitenland een plafond
gesteld, dat de NZa bewaakt. Voorshands gaat zij er vanuit dat dit voldoende is.
6
De leden van de CDA-fractie vragen of het kabinet de effecten van de
innovatiemiddelen, het transitieprogramma, de middelen ketenzorg dementie en
de middelen nationaal programma ouderenzorg inzichtelijk kan maken nu wordt
besloten deze te handhaven. Welke kosten- batencriteria legt het kabinet aan bij
keuzes van de aanwending van financiële middelen?
6
De middelen ten behoeve van innovatie, het transitieprogramma, de ketenzorg
dementie en het nationaal programma ouderenzorg zijn relatief klein en bedoeld
om gewenste ontwikkelingen aan te jagen. Bij de beoordeling van de ingediende
plannen wordt beoordeeld in hoeverre de verwachte baten zullen optreden. Pas
dan komt men in aanmerking voor vergoeding van de kosten.
Pagina 3 van 7
PVDA Ons kenmerk
DLZ//CB-U-2961770
1
De leden van de fractie van de PvdA vragen in hoeverre met de te hanteren
systematiek rekening is gehouden met de toezegging van de staatssecretaris dat
de historisch gegroeide verdeling van de budgetten tegen het licht gehouden zou
worden, en dat hierbij een meer adequate verdeling van de budgetten over de
regio's gewenst zou zijn. Genoemde leden refereren daarbij met name aan de
situatie in Drenthe en Flevoland in de zomer van 2007.
1
Ik acht een meer adequate verdeling gewenst. De verdeling van middelen is niet
meer alleen maar historisch bepaald. Vanaf 2008 wordt de groei van de
contracteerruimte op basis van de CIZ-indicaties verdeeld. Dit proces wordt
versterkt door invoering van cliëntvolgende bekostiging door middel van ZZP's.
Noch Drenthe noch Flevoland hadden in 2008 of 2009 overigens een knelpunt
volgens de NZa.
2
Deze leden lezen dat de financiële effecten in de basiscontracteerruimte verwerkt
dienen te worden. Zij vragen of aangegeven kan worden hoeveel budget (macro
gezien) gemoeid is met een tariefkorting van 2% in de V&V-sector.
2
Het gaat bij de zzp's in alle sectoren om circa 12,9 miljard, waarvan 7 miljard
bij de verpleging en verzorging. Er is echter geen sprake van een tariefkorting van
2%. De zorgkantoren mogen bij de inkoop van zorg prijzen hanteren, die
maximaal 2% onder de NZa-tarieven voor ZZP's liggen.
3
Voorts merken de leden van de PvdA-fractie op dat ten aanzien van de
herverdeling over de regio's en hierbij de gedeeltelijke invoering er veel
verwarring optreedt. Zij vragen of het mogelijk is om door middel van een tabel
aan te geven wat nu wel en niet regionaal en bovenregionaal moet worden
herverdeeld en per wanneer.
3
De verkregen gegevens 2009 gaven de NZa aanleiding in 2010 nog niet tot het
corrigeren van bovenregionale zorg over te gaan omdat zorgkantoren niet
gezamenlijk konden bepalen hoeveel zorg bovenregionaal was.
De NZa heeft gevraagd in 2010 aan te geven wat de betrokken zorgkantoren
gezamenlijk bovenregionale zorg vinden ten einde de door u genoemde correctie
in 2011 te kunnen verwerken.
4
De leden van de fractie van de PvdA lezen in het advies van de NZa over de
verdeelsystematiek contracteerruimte 2010 dat het de voorkeur verdient om de
verdeling van de extramurale basiscontracteerruimte beter te laten aansluiten op
de reële zorgvraag in een zorgkantoorregio. De NZa geeft hierbij aan dat zij de
verdeling liever baseert op reële parameters in plaats van historische productie- Pagina 4 van 7
afspraken. Volgens de NZa kan de meest reële parameter gegeven worden door Ons kenmerk
het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Genoemde leden vragen hoe de DLZ//CB-U-2961770
staatssecretaris tegen deze uitspraak aankijkt. In hoeverre verhoudt deze zich tot
het voornemen meer indicatievrije afspraken mogelijk te maken en tot het voor-
nemen om indicaties meer door aanbieders en professionals te laten uitvoeren? Is
de staatssecretaris van mening dat deze vormen ook reële parameters kunnen
zijn?
4
De NZa heeft bij nader inziens besloten in 2010 de parameter van de indicaties
nog niet te gebruiken omdat ook de herverdeling van bovenregionale zorg nog
niet mogelijk was. Ik heb deze lijn van de NZa gevolgd omdat beide
herverdelingen samen genomen moeten worden teneinde mogelijke tegenstrijdige
effecten van de ene op de andere herverdeling tegen te gaan.
Ik acht het hanteren van indicaties als verdelingsmaatstaf in overeenstemming
met mijn beleid ten aanzien van de indicatiestelling voor AWBZ-zorg.
In dit indicatiestellingsbeleid zit voldoende waarborg voor objectiviteit.
Zorgaanbieders en zorgprofessionals krijgen een actieve rol bij de indicatiestelling
voor AWBZ-zorg. Zij kennen niet alleen de patiënt, maar hebben ook hun
(medische) gegevens. Door van die aanwezige kennis actief gebruik te maken via
"slimme" automatiseringssystemen kunnen zorgaanbieders en -professionals
indicatieadviezen afgeven voor de eenvoudige cliëntsituaties en kan het CIZ zich
concentreren op de meer complexe cliëntsituaties. Wanneer geleidelijk aan de
indicatieadviezen van de aanbieders en professionals in kwaliteit toenemen (de
minimale gegevensset volledig en juist aangeleverd) kan het CIZ voor die
zorgaanbieders en professionals ("trusted partners") het advies direct omzetten
in een rechtsgeldig indicatiebesluit en verder volstaan met een steekproefsgewijze
toetsing achteraf.
5
De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat de regionale herverdeling een
complexe operatie is. Deze leden vragen of de constatering klopt dat voor slechts
5% van het totale bovenregionale budget herverdeling mogelijk is. En zo ja, is dit
dan per 2011? Wat gebeurt er als er eigenlijk meer herverdeeld zou moeten
worden? Zij vragen of hierdoor de continuïteit van zorginstellingen niet in het
gedrang komt wegens het vervallen van budgetgaranties.
5
Bij bovenregionale zorg gaat het erom dat betrokkenen het met elkaar eens zijn
over de overheveling van de hoeveelheden middelen. Het zorgkantoor kan dan
voor de verzekerden in hun regio zorg inkopen. Indien de gegevens voor alle
betrokkenen acceptabel zijn hoeft er geen grens van 5% gehanteerd te worden.
Zorgaanbieders hoeven er bij het herschikken van bovenregionale zorg niet in
budget op achteruit te gaan als ze bij de diverse zorgkantoren kunnen aantonen
een goede en herkenbare aanbieder van zorg in hun regio te zijn.
Pagina 5 van 7
SP Ons kenmerk
DLZ//CB-U-2961770
1
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van de voorgenomen
aanwijzing aan de Nederlandse Zorgautoriteit inzake de contracteerruimte voor
2010. Deze leden vragen waarom wordt gekozen voor productieafspraken als de
zorgzwaartepakketten (zzp's) leidend kunnen zijn voor de inschatting van de
benodigde middelen in een regio.
1
Binnen de regionale contracteerruimte moet het zorgkantoor met zorgaanbieders
productieafspraken maken teneinde aan haar zorgplicht te voldoen. Bij de
verdeling van de contracteerruimte wordt uitgegaan van het bestaande
zorgaanbod plus groei minus maatregelen. Nieuw hierbij is dat in 2010 de zzp's
leidend zijn voor de instellingsbekostiging.
2
Genoemde leden vragen ook op welke wijze de best practices worden ingevuld.
Gaat het hier niet feitelijk over een efficiëntiekorting?
2
Neen, bij een efficiëntiekorting wordt iedere instelling met hetzelfde percentage
gekort. Bij "best practices" houdt het zorgkantoor bij het hanteren van de
inkoopprijzen rekening met de kwaliteit van zorg bij elke aanbieder.
3
Het scherp inkopen van de zorgkantoren kan ertoe leiden dat zorginstellingen die
geconfronteerd worden met minder budget in verband met de invoering van de
zzp's ook nog een korting daar overheen krijgen. Hoe gaat de staatssecretaris om
met instellingen die hierdoor strategisch patiëntengroepen gaan afstoten? Hoe
gaat de staatssecretaris om met instellingen die hierdoor in financiële problemen
geraken?
3
Het zorgkantoor dient zorg in te kopen voor alle cliëntgroepen. Als een aanbieder
bepaalde cliëntgroepen niet mee zou willen nemen is dit een element in de onder-
handeling met zijn zorgkantoor. De NZa heeft in haar voortgangsrapportage
invoering zzp's niet waargenomen dat instellingen cliëntengroepen weren. De NZa
blijft dit monitoren.
Door bij de "best practices" kwaliteitscriteria te hanteren ten aanzien van de
inkoopprijs van de zorg en door het gematigde herallocatietempo bij de zzp's zal
geen enkele instelling in financiële problemen komen. Indien er sprake zou zijn
van een te fors tempo van afbouw in 2011 is er ruimte voor maatwerk ad 0,25%
uit de 1% marge op de contracteerruimte.
4
Het is de leden van de SP-fractie onduidelijk hoe de extreme zorgzwaarte wordt
geïntegreerd in de zzp's. Kan de staatssecretaris dat uitleggen? Wat is de
verschuiving van de middelen? Hoe hoog was de extreme zorgzwaarte die werd Pagina 6 van 7
toegevoegd en hoe hoog is de vergoeding van de zzp? Hoe wordt voorkomen dat Ons kenmerk
extreme zorgzwaarte voor bijvoorbeeld de sterk gedragsgestoorde licht DLZ//CB-U-2961770
verstandelijk gehandicapten (SGLVG) tekortschiet en er kwaliteitsproblemen
ontstaan?
4
Extreme zorgzwaarte is niet geïntegreerd in de zzp's, maar komt bovenop de
zzp's. Voor cliënten die qua zorgbehoefte uitstijgen boven de hoeveelheid zorg,
zoals die in het hoogste zzp is opgenomen, geldt voor de sterk gedragsgestoorde
licht verstandelijk gehandicapten de regeling van extreme zorgzwaarte.
5
De leden van de SP-fractie vragen tot slot of de groei van zorg wel opgevangen
kan worden als de groeiruimte van de AWBZ wordt beperkt. Kan de
staatssecretaris garanderen dat niemand die zorg nodig heeft, zonder zorg blijft?
5
Naar die garantie streef ik rekening houdend met de Treeknormen. Ik onderken
daarbij wel dat er beperkte wachtlijsten bestaan voor bepaalde groepen omdat er
nog onvoldoende intramurale capaciteit is.
Pagina 7 van 7
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport