ChristenUnie
Geen triomfalisme als stilstand het hoogst haalbare is
Cynthia Ortega_klein woensdag 28 oktober 2009 21:53 Twee
begrotingsbehandelingen in één week. En toch ging daar niet eens de
meeste belangstelling naar uit. Gisteravond sprak de Kamer over de
koopzondagen: dat boeit de media meer dan een begroting van
Economische Zaken of van Wonen, Werken en Integratie.
Het blijft verbazingwekkend hoe collega-Kamerleden in één adem door
kunnen betogen dat een wetswijziging helemaal niks voorstelt - en toch
dramatische gevolgen heeft voor de economie, de werkgelegenheid en de
vrijheid van consumeren en recreëren in dit land. We hadden het over
het kabinetsvoornemen om de winkeltijdenwet zodanig aan te passen dat
het oneigenlijk gebruik van de `toeristische route' de pas wordt
afgesneden. Vertegenwoordigers van rechts- en linksliberale fracties
putten zich uit in pogingen om daar neerbuigend over te doen: het zou
een `kluifje' zijn dat de ChristenUnie zich bij de
coalitieonderhandeling heeft laten toewerpen. Maar zo onschuldig kan
het kluifje kennelijk toch ook weer niet zijn, want het zou wel
duizenden banen kosten, én een forse omzetderving voor de
detailhandel, én een beknotting van de funshoppende mens.
Zelf wilde ik de betekenis van deze wetswijziging niet grote maken dan
ze is. We hebben in Nederland inmiddels al weer bijna vijftien jaar
een aanzienlijk aantal koopzondagen: maximaal twaalf per jaar in
`gewone' gemeenten, en een onbeperkt aantal in de toeristische
gebieden. Dat is een erfenis uit de paarse jaren: minister Weijers
(D66) van Economische Zaken heeft het ooit zo geregeld. Het enige dat
deze coalitie doet, is de hand houden aan die verdeling. Niet heel
Nederland is toeristisch gebied, en we willen dat kleine winkeliers en
werknemers in de detailhandel de vrijheid houden om weerstand te
bieden aan de 24-uurseconomie.
In een maatschappij waar de druk om non-stop te werken en te
consumeren steeds groter wordt, is het winst als we tenminste nog de
hand houden aan de huidige beperking van het aantal koopzondagen. De
economie raakt daardoor echt niet in het slop: volgens een rapport van
het Centraal Planbureau gaan er maar weinig arbeidsplaatsen verloren
als we het bestaande misbruik van de `toeristische route' een halt toe
roepen. Onbegrijpelijk dat liberale woordvoerders zo'n rapport in
feite negeren door steeds maar te blijven praten over meer dan
twintigduizend arbeidsplaatsen die op de tocht staan.
Opmerkelijk is overigens ook de wijze waarop de SGP zich nu opstelt
ten aanzien van de koopzondag. In de paarse jaren negentig is op 't
nippertje verijdeld dat het aantal koopzondagen tóen al helemaal werd
vrij gelaten. De voorgangers van de ChristenUnie, RPF en GPV, stemden
toen voor een amendement waardoor het aantal koopzondagen beperkt werd
tot twaalf per jaar. Dat zijn er nog altijd twaalf teveel vonden zij
toen, maar ze wilden niet op hun geweten hebben dat het `beperkende'
amendement niet zou worden aangenomen. De SGP-fractie deed dat toen
wel: ze stemde tegen een beperking tot twaalf, want ze wilde nul
koopzondagen. En riskeerde daarmee dat het er 52 zouden worden.
Inmiddels is de SGP kennelijk toch pragmatischer geworden, want nu was
de partij zelfs mede-indiener van een initiatiefwetsvoorstel dat het
aantal van twaalf koopzondagen als een voldongen feit laat staan. Een
herkenbare positie: soms zou je als christenpoliticus wel
ontwikkelingen willen terugdraaien, maar moet je er genoegen mee nemen
dat we in ieder geval niet nog verder afglijden. In zo'n geval is
stilstand het hoogst haalbare. Voor triomfalisme is er dan in ieder
geval geen reden, en dat verklaart ook waarom ik het debat van
gisteren niet als een overwinning vier - hoezeer de uitkomst ook een
gewenste was.
Cynthia Ortega-Martijn
Fractie
Cynthia Ortega