Reactie berichtgeving geheimhoudergesprekken in NRC
28 oktober 2009 - Openbaar Ministerie
In NRC Handelsblad van 28 oktober doen enkele strafrechtadvocaten een
oproep tot een onafhankelijk onderzoek naar de gevolgen van het
niet-vernietigen van getapte telefoongesprekken tussen advocaten en
verdachten, zogenoemde geheimhoudergesprekken. De advocaten
concluderen op basis van een publicatie in NRC Handelsblad vorige
week, dat het vernietigen van geheimhoudergesprekken niet gebeurt
zoals de wet voorschrijft.
Het Landelijk Parket heeft in zijn reactie aan NRC Handelsblad
benadrukt dat het Hof in Den Bosch in april 2009 al kennis had genomen
van deze kritiek, er is dus sprake van `oud nieuws'. Advocaat Jan
Boone had toen de wijze van vernietigen ingebracht in de zaak Bosrank
die voor het Hof in Den Bosch diende. Het Hof is niet gebleken dat de
vernietiging van geheimhoudergesprekken technisch onjuist is geweest.
Het College Bescherming Persoonsgegevens heeft in 2007 enige tijd
geleden onderzoek gedaan naar het vernietigen van
geheimhoudergesprekken. De conclusie van dat onderzoek was dat de
vernietiging op een technisch juiste wijze geschiedt.
Techniek
Het vernietigen van tapgesprekken is een tamelijk ingewikkeld proces.
Nadat een officier van justitie het bevel tot vernietiging heeft
gegeven, wordt in het systeem het betreffende telefoongesprek
opgezocht en wordt de toegang tot de inhoud verwijderd. Niemand heeft
dan dus nog toegang tot de inhoud van het gesprek, feitelijk is de
inhoud onbenaderbaar.
De inhoud van het gesprek bevindt zich nog wel in het systeem, maar
staat klaar om te worden overschreven met nieuw opgenomen
tapgesprekken. In de periode dat de betreffende informatie nog niet is
overschreven, kan deze in theorie worden 'teruggehaald'. Voor het
terughalen van een vernietigd gesprek zou echter het hele tapsysteem
gedurende lange tijd uit de lucht moet worden gehaald. Dit is een
kostbare en ingrijpende ingreep die - los van de juridische
implicaties - om praktische reden niet kan plaatsvinden omdat dan het
totale tapproces in Nederland zou worden stilgelegd. En dat terwijl
het betreffende gesprek mogelijk al overschreven was.
Onderzoek
Op dit moment vindt overleg plaats tussen het KLPD en de leverancier
van het tapsysteem om te komen tot een verklaring waarin zij - zonder
schending van hun bedrijfsgeheim - aangeven dat `wissen' in het
systeem ook echt definitief onbenaderbaar maken betekent. Binnenkort
geeft het KLPD aan een onafhankelijk bureau de opdracht het wisproces
binnen het tapsysteem te onderzoeken. De onderzoekers zullen daarbij
zelf toegang krijgen tot het tapsysteem zodat zij niet af hoeven te
gaan op hetgeen de leverancier op papier heeft gezet.
Nummerherkenning
In het artikel in NRC Handelsblad van 28 oktober zegt hoogleraar
strafrecht Paul Mevis dat `het gedoe over die geheimhoudergesprekken'
nu al jaren duurt. Die opmerking doet geen recht aan alles wat er de
laatste jaren in gang is gezet. Over het systeem van nummerherkenning
is het OM al geruime tijd in gesprek met de advocatuur. De
verschillende partijen - OM, politie, advocatuur en de minister -
hebben zich aan dit systeem gecommiteerd. De besprekingen over de
implementatie van dit systeem zijn inmiddels in een vergaand stadium.
Bovendien worden op dit moment alle onderzoeken nogmaals nagelopen op
eventueel aanwezige geheimhoudergesprekken.
Wie is geheimhouder?
Niet alleen advocaten, artsen, tandartsen en bijvoorbeeld dominees
zijn `geheimhouder'. Ook hun medewerkers vallen, afhankelijk van het
gesprek dat er gevoerd wordt, onder die regeling. Zo valt het
telefoongesprek dat de secretaresse van een advocaat voert om een
afspraak te maken met een cliënt onder de regeling, maar een
telefoongesprek met haar partner niet. Zeker als mensen elkaar met de
voornaam aanspreken of als er een vreemde taal wordt gesproken kan het
lastig zijn een gesprek als `geheimhoudergesprek' te herkennen.
Openbaar Ministerie