Senaat stemt in met opheffing gemeente Rozenburg
28 oktober 2009
De Eerste Kamer heeft dinsdag 27 oktober ingestemd met de opheffing
van de gemeente Rozenburg ( 31.916 ). De Rijnmondgemeente met 12.500
inwoners, gelegen langs de Nieuwe Maas, gaat vanaf 18 maart 2010
verder als deelgemeente van de stad Rotterdam. Een van de argumenten
van de regering voor samenvoeging van Rozenburg met Rotterdam is dat
de bestrijding van crises en rampen in dit industrierijke gebied beter
is gewaarborgd onder één gemeentelijk gezag. Alleen woordvoerders
van de fracties van OSF en SP voerden het woord over het wetsvoorstel.
In de slotronde lieten zij aantekenen dat zij tegen het wetsvoorstel
zijn. De andere fracties maakten geen bezwaar tegen de samenvoeging.
Senator Vliegenthart uitte namens de SP-fractie met name bedenkingen
over de werkwijze van het gemeentebestuur van Rozenburg, dat
aanvankelijk wel, maar enkele maanden later toch geen referendum wilde
houden over de herindeling. De SP is in principe voor het houden van
volksraadplegingen bij gemeentelijke herindelingen. Vliegenthart
citeerde staatsrechtsgeleerde D.J. Elzinga, die herindelingen als een
achterhaald instrument heeft gekwalificeerd. Hij wees staatssecretaris
Bijleveld-Schouten van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, die
het wetsvoorstel verdedigde, op de onzekere toekomst voor het
bestuurlijk stelsel van deelgemeenten in Rotterdam. Volgens de SP
staat niet vast of de Maasstad na de gemeenteraadsverkiezingen van 3
maart 2010 verder wil met dit stelsel.
Senator Ten Hoeve van de Onafhankelijke Senaatsfractie, die ook sprak
namens de Partij voor de Dieren, hekelde de gang van zaken bij de
inspraak. Deze zou pas op gang zijn gekomen nadat de gemeenteraad van
Rozenburg met een nipte meerderheid had ingestemd met het voorstel om
de eigen gemeente op te heffen. Volgens ten Hoeve heeft de gemeente
Rozenburg zich onvoldoende ingespannen om maatschappelijk draagvlak te
zoeken voor de beoogde herindeling. âEr is weinig zorgvuldig
gehandeldâ, aldus Ten Hoeve, die twijfels heeft over de noodzaak van
een spoedige samenvoeging met Rotterdam per 18 maart 2010.
Staatssecretaris Bijleveld-Schouten antwoordde dat de datum door de
gemeenteraden van Rozenburg en Rotterdam zelf is voorgesteld. âVan
onderop dusâ, zo verwees zij naar een uitgangspunt dat de regering
hanteert bij gemeentelijke herindelingen. De staatssecretaris erkent
dat de inspraak in het geval van Rozenburg geen schoonheidsprijs
verdient, maar blijft er bij dat wel degelijk is voldaan aan de regels
die de Wet Algemene Bepalingen Herindeling stelt.
Eerste Kamer der Staten Generaal