| | | |
|RAAD VAN | |NL | |DE EUROPESE UNIE | | | |14056/09 (Presse 283) | |(OR. en) | |PERSMEDEDELING | |Betreft: | |PERSMEDEDELING | |2964e zitting van de Raad | |Vervoer, Telecommunicatie en Energie | |Luxemburg, 9 oktober 2009 | |Voorzitter mevrouw Åsa Torstensson | |minister van Infrastructuur van Zweden | | |
|Voornaamste resultaten van de Raadszitting | |De Raad heeft een debat gehouden over het toekomstig Europees | |vervoersbeleid, met het oog op de voorbereiding van de aanneming van | |conclusies over deze aangelegenheid tijdens de zitting van de Raad Vervoer | |in december. | |De Raad heeft onderhandelingsrichtsnoeren over het wegvoer aangenomen, ter | |aanvulling van het mandaat voor de onderhandelingen over een verdrag tot | |oprichting van een vervoersgemeenschap met de partners van de Westelijke | |Balkan. | |De Raad heeft een politiek akkoord bereikt over een ontwerp-verordening | |betreffende de rechten van scheepspassagiers. | |De Raad heeft zijn politieke goedkeuring gehecht aan een | |luchtvervoersovereenkomst met de Verenigde Staten, IJsland en Noorwegen. | |Voorts verleende de Raad machtiging aan de Commissie tot het openen van | |onderhandelingen met Brazilië over een overeenkomst op het gebied van de | |burgerluchtvaartveiligheid, en met de VS over een memorandum voor | |samenwerking inzake onderzoek en ontwikkeling op burgerluchtvaartgebied. |INHOUD1
DEELNEMERS 6
BESPROKEN PUNTEN
INTERMODALE VRAAGSTUKKEN EN NETWERKEN 8
Een duurzame toekomst voor het vervoer 8
Verdrag tot oprichting van een vervoersgemeenschap met de landen van de Westelijke Balkan 9
SCHEEPVAART 10
Rechten van scheepspassagiers 10
Meldingsformaliteiten voor schepen 11
LUCHTVAART 12
Uitbreiding van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst tot IJsland en Noorwegen 12
Overeenkomst met Brazilië op het gebied van de burgerluchtvaartveiligheid 13
Memorandum voor samenwerking met de Verenigde Staten inzake onderzoek en ontwikkeling op burgerluchtvaartgebied 14
DIVERSEN 15
Vloeistofverbod in vliegtuigen 15
Conferentie over trans-Europese vervoersnetwerken (Napels, 21- 22 oktober 2009) 15
Bijeenkomst van de ministers van Vervoer van de ASEM (Vilnius, 19-20 oktober 2009) 15
EGNOS- en Galileo-programma 15
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
VERVOER
Interoperabiliteit van het spoorwegsysteem - Veiligheidsindicatoren voor de spoorwegen - Comitéprocedure 16
EU/Brazilië - Overeenkomst over luchtdiensten 16
Luchtvaartovereenkomst EU/Marokko - Uitbreiding van de EU 16
GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID
Controlesystemen voor de wapenuitvoer - Jaarverslag 17
EXTERNE BETREKKINGEN
Permanente partnerschapsraad EU-Rusland 17
LANDBOUW
Invoer van fotografische gelatine in Tsjechië 18
Goedkeuring van wetgevingsbesluiten volgens de comitéprocedure 18
Raad van de Internationale Studiegroep voor jute 19
VISSERIJ
Instandhouding van de zuidelijke blauwvintonijn 19
BEGROTING
Financiële hulp aan Palestina 19
Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU aan Italië 20
ONDERZOEK
Overeenkomst tussen de EU en India over fusie-energie 20
HANDELSPOLITIEK
Overeenkomst tussen de EU en Egypte over landbouw- en visserijproducten - Euro-mediterrane overeenkomst * 20
Overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en Zwitserland 21
TELECOMMUNICATIE
Maatregelen op telecommunicatiegebied - Inleiding van de bemiddelingsprocedure 21
STATISTIEKEN
Europese Centrale Bank 21
Samenwerking tussen de EU en Zwitserland 21
BENOEMINGEN
Comité van de Regio´s 22
Adjunct-directeur van Europol 22
TRANSPARANTIE
Toegang van het publiek tot documenten 22
DEELNEMERS
De regeringen van de lidstaten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd:
België:
de heer Etienne SCHOUPPE staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de eerste minister
Bulgarije:
de heer Alexander TSVETKOV minister van Verkeer, Informatietechnologie en Communicatie
Tsjechië:
de heer Gustáv SLAME?KA minister van Verkeer
Denemarken:
de heer Jonas BERING LIISBERG plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Duitsland:
de heer Engelbert LÜTKE DALDRUP staatssecretaris, ministerie van Verkeer, Bouwbeleid en Stedelijke Ontwikkeling
Estland:
de heer Gert ANTSU plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Ierland:
mevrouw Geraldine BYRNE NASON plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Griekenland:
de heer Léonidas ROKANAS plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Spanje:
de heer José BLANCO LÓPEZ minister van Infrastructuur en Vervoer
Frankrijk:
de heer Dominique BUSSEREAU staatssecretaris, belast met Vervoer, toegevoegd aan de minister van staat, minister van Ecologie, Energie, Duurzame Ontwikkeling en de Zee, belast met groene technologieën en klimaatonderhandelingen
Italië:
de heer Altero MATTEOLI minister van Infrastructuurvoorzieningen en Vervoer
Cyprus:
de heer Nicos NICOLAIDES minister van Communicatie en Openbare Werken
Letland:
de heer Art?rs BERGHOLCS staatssecretaris, ministerie van Verkeer
Litouwen:
de heer Eligijus MASIULIS minister van Verkeer
Luxemburg:
de heer Claude WISELER minister van Ambtenarenzaken en Bestuurlijke Hervormingen, minister van Openbare Werken
Hongarije:
de heer Lajos CSEPI vakstaatssecretaris, ministerie van Verkeer, Telecommunicatie en Energie
Malta:
de heer Austin GATT minister van Infrastructuur, Vervoer en Communicatie
Nederland:
de heer Camiel EURLINGS minister van Verkeer en Waterstaat
Oostenrijk:
de heer Walter GRAHAMMER plaatsvervangend permanent vertegenwoordiger
Polen:
de heer Maciej JANKOWSKI onderstaatssecretaris, ministerie van Infrastructuur
Portugal:
de heer Mário LINO minister van Openbare Werken, Vervoer en Communicatie
Roemenië:
de heer Eusebiu PISTRU POPA staatssecretaris, ministerie van Vervoer en Infrastructuur
Slovenië:
de heer Patrik VLA?I? minister van Verkeer
Slowakije:
de heer Milan MOJ? staatssecretaris, ministerie van Vervoer, Post en Telecommunicatie
Finland:
mevrouw Anu VEHVILÄINEN minister van Vervoer
Zweden:
mevrouw Åsa TORSTENSSON minister van Infrastructuur de heer Leif ZETTERBERG staatssecretaris, toegevoegd aan de minister van Infrastructuur
Verenigd Koninkrijk:
de heer Sadiq KHAN staatssecretaris, ministerie van Gemeenschappen en Plaatselijk Bestuur
Commissie:
de heer Antonio TAJANI vicevoorzitter
BESPROKEN PUNTEN
INTERMODALE VRAAGSTUKKEN EN NETWERKEN
Een duurzame toekomst voor het vervoer
De Raad heeft een openbaar debat gehouden over een mededeling van de Commissie waarin trends en uitdagingen voor de vervoerssector in de volgende decennia worden besproken en de richtingen die het toekomstig vervoersbeleid kan uitgaan, in grote lijnen worden geschetst ("Een duurzame toekomst voor het vervoer", 11294/09) Het debat zal een bijdrage leveren aan de opstelling van een Witboek betreffende de agenda van het Europees vervoersbeleid voor het volgende decennium, dat in 2010 door de Commissie zal worden bekendgemaakt.
De Raad heeft zijn voorbereidende instanties verzocht om op basis van de resultaten van het debat conclusies op te stellen die tijdens de volgende zitting van de Raad Vervoer in december zullen worden aangenomen.
Het debat werd gevoerd aan de hand van een vragenlijst van het voorzitterschap (13310/09) over de belangrijkste uitdagingen die de Commissie heeft genoemd (vergrijzing, migratie en interne mobiliteit en milieu-uitdagingen, de beschikbaarheid van energiebronnen, urbanisatie en mondialisering) en de belangrijkste prioriteiten die in de mededeling worden aangegeven (betere integratie van verschillende vervoerwijzen, technologische innovatie en gebruikersvriendelijkheid).
De ministers konden het in het algemeen eens zijn met de grote beginselen van de mededeling. Tijdens de besprekingen onderstreepten zij verschillende aspecten van de toekomstige uitdagingen, zoals de gevolgen van de huidige economische en financiële crisis, de mondiale klimaatverandering, een duidelijker omschrijving van de prioriteiten, het beter in aanmerking nemen van regionale verschillen en veiligheid op de weg.
Zij gaven hun standpunten te kennen over de belangrijkste actiegebieden, onder meer een betere integratie van alle vervoerwijzen, intelligente vervoersystemen, een duidelijke innovatiestrategie, de financiering van infrastructuur en de internalisering van externe kosten voor het gebruik van infrastructuur.
De Visegradlanden (Tsjechië, Hongarije, Polen en Slowakije) hebben hun bijdragen samengebracht in een gezamenlijke schriftelijke verklaring (14075/09), waarin zij in het bijzonder onderstrepen dat rekening moet worden gehouden met de specifieke situatie van de nieuwe lidstaten en dat toereikende EU-financiering nodig is om de kloof inzake technologie en infrastructuur binnen de EU te kunnen dichten.
Dit debat is een bijdrage tot een ruim denk- en overlegproces over de toekomst van het Europees vervoersbeleid dat door de Commissie is gestart met het oog op de voorbereiding van het nieuwe Witboek. Het vorige Witboek, dat de agenda voor het Europees vervoersbeleid tot 2010 vaststelde, werd in 2001 door de Commissie bekendgemaakt en is in 2006 aan een tussentijdse evaluatie onderworpen.
Verdrag tot oprichting van een vervoersgemeenschap met de landen van de Westelijke Balkan
De Raad heeft aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren op het gebied van wegvervoer aangenomen in het kader van de onderhandelingen over het verdrag tot oprichting van een vervoersgemeenschap tussen de Europese Gemeenschap en de partners van de Westelijke Balkan Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro en Servië, alsook Kosovo. Het ontwerp-verdrag dat het resultaat is van de onderhandelingen met de partners van de Westelijke Balkan dient ter fine van goedkeuring aan de Raad te worden voorgelegd.
De Raad heeft in juni 2008 het besluit genomen om onderhandelingen te openen. Er werd evenwel gestipuleerd dat aanvullende onderhandelingsrichtsnoeren nodig waren voor de onderhandelingen inzake wegvervoer.
De algemene doelstellingen op het gebied van wegvervoer bestaan erin het vervoer over de weg veiliger en milieuvriendelijker te maken, een evenwichtiger verdeling over de verschillende vervoerswijzen tot stand te brengen, en eerlijke concurrentie te waarborgen. De integratie van de wegvervoermarkten moet worden gekoppeld aan de aanneming en uitvoering, door elke partner van de Westelijke Balkan, van de relevante onderdelen van de EU-wetgeving inzake wegvervoer.
Het verdrag tot oprichting van een vervoersgemeenschap is een onderdeel van de strategie ter verbetering van de Europese vooruitzichten voor de landen van de Westelijke Balkan. Het verdrag moet in eerste instantie de samenwerking tussen de partners in de regio bevorderen. Het moet uiteindelijk resulteren in de integratie van de vervoersinfrastructuur en in een gemeenschappelijk wettelijk kader inzake vervoer in de EU en de landen van de Westelijke Balkan, gebaseerd op de relevante EU-wetgeving. Een dergelijk wettelijk kader zou tevens de investeringen in de regio vergemakkelijken.
SCHEEPVAART
Rechten van scheepspassagiers
De Raad heeft tijdens een openbaar debat een politiek akkoord bereikt over een ontwerp-verordening die ertoe strekt de rechten van passagiers die over zee of binnenwateren reizen, te verbeteren (13874/09). Op basis van dit akkoord zal de Raad zijn gemeenschappelijk standpunt vaststellen, dat vervolgens voor tweede lezing in het kader van de medebeslissingsprocedure aan het Europees Parlement zal worden toegestuurd.
De ontwerp-verordening stelt regels vast inzake non-discriminatie, toegankelijkheid en bijstand voor gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit. Zij bevat tevens bepalingen die voor alle passagiers gelden en die betrekking hebben op bijstand, informatie en vergoeding in geval van annulering van of vertraging tijdens de reis, alsmede op de afhandeling van klachten.
Tijdens hun beraad over de onopgeloste punten bereikten de ministers overeenstemming over de volgende oplossingen:
toepassingsgebied van de ontwerp-verordening: schepen met ten hoogste 36 passagiers vallen buiten het toepassingsgebied. Eveneens uitgesloten zijn schepen met ten hoogste drie bemanningsleden, schepen die voor een passagiersdienst in totaal een afstand van minder dan 500 meter enkele reis afleggen, en andere excursies en sightseeing dan cruises. Bovendien geldt de verordening gedurende twee jaar te rekenen vanaf de datum van toepassing niet voor zeegaande vaartuigen van minder dan 300 brutoton die voor binnenlands vervoer worden gebruikt, op voorwaarde dat de rechten van de passagiers in de nationale wetgeving op afdoende wijze worden gegarandeerd.
vrijstellingen van de vervoerders van de verplichting van bijstand en vergoeding in geval van annulering of vertraging:
3. er is geen vergoeding verschuldigd indien de passagier nog voor de aankoop van het vervoerbewijs op de hoogte is van de annulering of de vertraging, of indien de annulering of de vertraging aan de passagier te wijten is;
4. indien de annulering of vertraging het gevolg is van slechte weersomstandigheden of van buitengewone omstandigheden, gelden de regels betreffende de vergoeding niet. De passagiers hebben echter wel recht op snacks, maaltijden of verfrissingen alsmede accommodatie in geval van buitengewone omstandigheden, terwijl de bijstand in geval van slechte weersomstandigheden geen accommodatie omvat.
Voorts werd besloten dat de vervoerder de kosten voor accommodatie mag beperken tot 120 euro per passagier.
De voorgestelde verordening maakt deel uit van het algemene beleid van de EU om een gelijke behandeling van passagiers te garanderen, ongeacht het gebruikte vervoermiddel. Soortgelijke wetgeving is reeds vastgesteld op het vlak van lucht- en treinvervoer, en is voorgesteld voor autobus- en touringcardiensten.
De Commissie heeft haar voorstel in december 2008 ingediend (11990/08). Het Europees Parlement heeft in april 2009 zijn advies in eerste lezing aangenomen.
Meldingsformaliteiten voor schepen
De Raad heeft tijdens een openbaar debat nota genomen van een voortgangsverslag (13590/09) over een voorstel voor een richtlijn strekkende tot vereenvoudiging van de procedures en formaliteiten die moeten worden vervuld wanneer schepen aankomen in en/of vertrekken uit EU- havens.
Ministers van niet aan zee grenzende lidstaten namen kort het woord om te vragen dat de voorgestelde richtlijn niet zou gelden voor landen zonder zeehavens.
De Raad heeft zijn voorbereidende instanties opgedragen de bespreking van dit dossier voort te zetten zodat het voorstel spoedig kan worden aangenomen.
De voorgestelde richtlijn komt in de plaats van Richtlijn 2002/6/EG over hetzelfde onderwerp. Het voorstel van de Commissie voorziet in het bijzonder in de volgende elementen:
1. de harmonisatie van de termijnen voor het aanmelden van het binnenvaren in havens;
2. de veralgemening van de elektronische overdracht voor de formaliteiten via SafeSeaNet, het communautaire maritieme informatie- uitwisselingssysteem;
3. de aanwijzing van een enkele nationale instantie door elke lidstaat voor de ontvangst van informatie;
4. de vereenvoudiging van het gebruik van formulieren: het internationale FAL-formulier (ingesteld krachtens het Verdrag van de Internationale Maritieme Organisatie inzake het vergemakkelijken van het internationale verkeer ter zee) is niet vereist indien de gevraagde informatie reeds op grond van EU-wetgeving moet worden verstrekt;
5. de vrijstelling van intracommunautair maritiem vervoer van de vereiste om een FAL-formulier toe te zenden.
Dit voorstel is het eerste in een reeks van maatregelen die door de Commissie zijn aangekondigd in een mededeling van januari 2009 (5775/09) met het oog op de totstandbrenging van een Europese maritieme vervoersruimte zonder grenzen. In maart jongstleden verklaarde de Raad ingenomen te zijn met dit voorstel dat een bijdrage levert tot de verdere rationalisatie van de administratieve procedures voor vaartuigen.
De Commissie heeft haar voorstel in januari 2009 ingediend (5789/09). De ontwerp-richtlijn dient volgens de medebeslissingsprocedure met het Europees Parlement te worden aangenomen. Het Europees Parlement is nog niet begonnen met de bespreking van de tekst.
LUCHTVAART
Uitbreiding van de EU-VS-luchtvervoersovereenkomst tot IJsland en Noorwegen
De Raad heeft zijn politieke goedkeuring gehecht aan een overeenkomst waarbij de luchtvervoersovereenkomst met de VS ("EU-VS open-skies- overeenkomst"), die in 2007 werd ondertekend en sinds 2008 wordt toegepast, wordt uitgebreid tot IJsland en Noorwegen. De overeenkomst is vergezeld van een Aanvullende Overeenkomst met bepalingen betreffende de procedure.
De EU-VS open-skies-overeenkomst voorziet uitdrukkelijk in de toetreding van derde landen tot de overeenkomst. IJsland en Noorwegen, die lid zijn van de Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte (ECAA) en de volledige communautaire wetgeving op het gebied van het luchtvaartbeleid hebben aangenomen, hebben in 2007 verzocht te mogen toetreden.
De nieuwe overeenkomst zal EU-luchtvaartmaatschappijen het recht geven om vluchten te exploiteren tussen IJsland en Noorwegen enerzijds en de Verenigde Staten anderzijds; omgekeerd zullen luchtvaartmaatschappijen uit IJsland en Noorwegen het recht hebben om vluchten tussen de EU en de VS te exploiteren.
De open-skies-overeenkomst met de Verenigde Staten ruimde alle commerciële hinderpalen voor vluchten tussen de EU en de VS uit de weg, en bovendien verleenden de Verenigde Staten EU-luchtvaartmaatschappijen het recht om vluchten te exploiteren tussen de VS en niet-EU-landen van de ECAA. Aangezien de ECAA evenwel geen externe dimensie heeft, konden EU- luchtvaartmaatschappijen dat recht tot nu toe niet uitoefenen. De nieuwe overeenkomst verhelpt dat probleem en creëert een geharmoniseerd kader voor vluchten tussen de VS en de landen die de communautaire wetgeving op luchtvaartgebied toepassen, wat ten goede komt aan zowel de EU- luchtvaartmaatschappijen als aan luchtvaartmaatschappijen uit IJsland en Noorwegen.
De Commissie heeft haar voorstel in mei 2009 ingediend (10118/09).
Het besluit betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de overeenkomst zal later worden aangenomen, zodra de juristen-vertalers van de Raad de tekst hebben bijgewerkt.
Overeenkomst met Brazilië op het gebied van de burgerluchtvaartveiligheid
De Raad heeft een besluit aangenomen tot machtiging van de Commissie om met Brazilië te onderhandelen over een bilaterale overeenkomst op het gebied van de burgerluchtvaartveiligheid.
De overeenkomst strekt ertoe de handel in luchtvaartproducten en -diensten te vergemakkelijken, en tegelijk te garanderen dat de toepasselijke veiligheidsnormen worden nageleefd.
De overeenkomst heeft in het bijzonder tot doel om, waar mogelijk, te komen tot wederzijdse erkenning van certificeringsbevindingen en normen. Dat heeft in hoofdzaak betrekking op luchtwaardigheids- en milieuaspecten van luchtvaartproducten, -onderdelen en -toepassingen; het zou tevens de goedkeuring en het toezicht op onderhoudsfaciliteiten kunnen omvatten. De wederzijdse erkenning van certificering en toezicht zou beide partijen de mogelijkheid bieden om dubbel werk zoveel mogelijk te voorkomen.
Geen enkele EU-lidstaat heeft een bilaterale overeenkomst met Brazilië over de betrokken aangelegenheid. Het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) heeft evenwel sinds 2004 samengewerkt met het Nationaal agentschap voor de burgerluchtvaart (het ANAC) van Brazilië door middel van een werkovereenkomst met een beperkt toepassingsgebied voor de afhandeling van certificerings- en erkenningskwesties. De voorgestelde overeenkomst zou de samenwerking tussen de EU en Brazilië op dit gebied naar een veel hoger niveau tillen.
De Commissie heeft haar aanbeveling tot machtiging om te onderhandelen met Brazilië in augustus 2009 ingediend (12580/09).
Memorandum voor samenwerking met de Verenigde Staten inzake onderzoek en ontwikkeling op burgerluchtvaartgebied
De Raad heeft een besluit aangenomen tot machtiging van de Commissie om onderhandelingen te openen met de Federal Aviation Administration van de Verenigde Staten over een memorandum voor samenwerking inzake onderzoek en ontwikkeling op burgerluchtvaartgebied.
Het memorandum is bedoeld om de interoperabiliteit te garanderen tussen het Europese SESAR-programma voor luchtverkeersbeheer (air traffic management - ATM) en de Amerikaanse tegenhanger NextGen, de toekomstige vervanger van het huidige ATM-systeem van de VS. Het memorandum strekt er derhalve toe een juridisch bindend kader tot stand te brengen voor bedrijfsactiviteiten in verband met de ontwikkeling van de nieuwe systemen. Bovendien zou het andere gerelateerde aangelegenheden inzake onderzoek en ontwikkeling op burgerluchtvaartgebied moeten kunnen bestrijken.
Het SESAR-programma (Single European Sky ATM Research - ATM-onderzoek voor het gemeenschappelijk Europees luchtruim) vormt de technologische pijler van het beleid inzake het gemeenschappelijk Europees luchtruim. Doelstelling ervan is het grondig moderniseren en harmoniseren van de bestaande systemen voor luchtverkeersbeheer in Europa. SESAR is nu in de ontwikkelingsfase getreden en de eerste resultaten zullen naar verwacht in 2013 kunnen worden aangewend.
De Raad heeft in maart 2009 in een resolutie betreffende het Europees masterplan inzake luchtverkeersbeveiliging voor het SESAR-project (8176/09, blz. 18-22) de Commissie verzocht een aanbeveling in te dienen tot machtiging van de Commissie om onderhandelingen te openen met de Federal Aviation Administration van de Verenigde Staten teneinde de interoperabiliteit van de nieuwe systemen te garanderen. De Commissie heeft haar aanbeveling in juni 2009 ingediend.
DIVERSEN
Vloeistofverbod in vliegtuigen
De Raad heeft nota genomen van de standpunten van de Commissie over mogelijke verdere stappen wat betreft het vloeistofverbod in vliegtuigen (13974/09).
Conferentie over trans-Europese vervoersnetwerken (Napels, 21- 22 oktober 2009)
De Raad kreeg van de Commissie en de Italiaanse delegatie informatie over de komende jaarlijkse ministeriële conferentie over trans-Europese vervoersnetwerken (13724/09 en 14010/09). De conferentie heeft als titel "TEN-T Days 2009: the future of Trans-European Transport Networks: building bridges between Europe and its neighbours" en is een gezamenlijke organisatie van de Commissie en Italië. Naast de bespreking van de uitvoering van prioritaire projecten zal tijdens de conferentie bijzondere aandacht worden besteed aan de externe dimensie van de vervoersnetwerken van Europa.
Bijeenkomst van de ministers van Vervoer van de ASEM (Vilnius, 19-20 oktober 2009)
De Raad werd door de Litouwse delegatie ingelicht over de voorbereiding van de eerste bijeenkomst van de Europese en Aziatische ministers van vervoer in het kader voor samenwerking van de ASEM (Ontmoeting Azië-Europa). Van de ministers van Vervoer van de ASEM wordt verwacht dat zij tijdens de bijeenkomst in Litouwen een verklaring aannemen waarmee zij hun goedkeuring hechten aan het nieuwe formaat voor de samenwerking tussen Europa en Azië op het gebied van vervoer.
EGNOS- en Galileo-programma
De Commissie heeft de Raad op de hoogte gebracht van de stand van zaken wat betreft de twee Europese satellietnavigatieprogramma's Galileo en EGNOS, alsmede van haar standpunten betreffende de toekomstige ontwikkelingen en de verdere uitvoering van de programma's.
ANDERE GOEDGEKEURDE PUNTEN
VERVOER
Interoperabiliteit van het spoorwegsysteem - Veiligheidsindicatoren voor de spoorwegen - Comitéprocedure
De Raad heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de aanneming door de Commissie van twee voorstellen ter verbetering van:
de gemeenschappelijke veiligheidsindicatoren en gemeenschappelijke methoden voor het berekenen van de kosten van ongevallen, door een wijziging van Richtlijn 2004/49/EG. De veiligheidsindicatoren worden jaarlijks door de nationale instanties gemeld. De eerste rapportage heeft plaats in 2010; en
de interoperabiliteit van het spoorwegsysteem in de Gemeenschap, door de parameters te specificeren die moeten worden gebruikt in het in artikel 27 van Richtlijn 2008/57/EG bedoelde document. Dat artikel bepaalt dat het Europees Spoorwegbureau een referentiedocument moet opstellen waarin wordt verwezen naar alle nationale voorschriften die door de lidstaten worden toegepast om spoorvoertuigen in dienst te nemen.
EU/Brazilië - Overeenkomst over luchtdiensten
De Raad heeft een besluit aangenomen tot goedkeuring van de ondertekening van een overeenkomst met Brazilië inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten. In afwachting van de inwerkingtreding zal de overeenkomstig voorlopig worden toegepast vanaf de eerste maand na de kennisgeving door de partijen van de voltooiing van de procedures.
Luchtvaartovereenkomst EU/Marokko - Uitbreiding van de EU
De Raad heeft een besluit aangenomen houdende goedkeuring van de ondertekening en de voorlopige toepassing van een protocol tot wijziging van de Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst met Marokko, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.
GEMEENSCHAPPELIJK BUITENLANDS EN VEILIGHEIDSBELEID
Controlesystemen voor de wapenuitvoer - Jaarverslag
De Raad heeft kennis genomen van het elfde verslag over de gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie
Artikel 8 van Gemeenschappelijk Standpunt 2008/944/GBVB van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de controle op de uitvoer van militaire goederen en technologie, bepaalt dat aan de Raad een jaarverslag moet worden voorgelegd.
EXTERNE BETREKKINGEN
Permanente partnerschapsraad EU-Rusland
De Raad heeft nota genomen van de voorbereidingen voor de zevende zitting van de Permanente Partnerschapsraad EU-Rusland (ministers van Buitenlandse Zaken), die op 19 oktober 2009 te Brussel zal worden gehouden.
Op de agenda staat een bespreking van de stand van zaken en de vooruitzichten bij de uitvoering van de vier gemeenschappelijke ruimten (economie; veiligheid en recht; externe veiligheid; onderzoek, onderwijs en cultuur) en het gunstige effect daarvan op de bilaterale betrekkingen, maar er zullen ook internationale aangelegenheden worden besproken.
LANDBOUW
Invoer van fotografische gelatine in Tsjechië
De Raad heeft besloten geen bezwaar te maken tegen het besluit van de Commissie om de invoer fotografische gelatine in Tsjechië toe te staan. Als algemene regel is invoer en doorvoer van dierlijke bijproducten en verwerkte producten in de EU verboden. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1774/2002 kan de invoer van fotografische gelatine uit bepaalde derde landen worden toegestaan, zij het onder strikte voorwaarden.
Goedkeuring van wetgevingsbesluiten volgens de comitéprocedure
De Raad heeft besloten geen bezwaar te maken tegen de aanneming door de Commissie van drie wetgevingsbesluiten op landbouwgebied. Het betreft de volgende besluiten:
Richtlijn van de Commissie tot wijziging van bijlage I bij Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan bepaalde onwenselijke stoffen (arseen, theobromine, Datura sp., Ricinus communis L., Croton tiglium L. en Abrus precatorius L.) in diervoer;
Verordening van de Commissie tot wijziging van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wat betreft maximumresidugehalten aan bepaalde pesticiden (dimethoaat, ethefon, fenamifos, fenarimol, methamidofos, methomyl, omethoaat, oxydemeton-methyl, procymidon, thiodicarb en vinclozolin) in of op diervoeder en levensmiddelen;
Verordening van de Commissie tot wijziging van bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 wat betreft de maximumresidugehalten aan bepaalde pesticiden (azoxystrobin, acetamiprid, clomazone, cyflufenamid, emamectinbenzoaat, famoxadone, fenbutatinoxide, flufenoxuron, fluopicolide, indoxacarb, ioxynil, mepanipyrim, prothioconazool, pyridalyl, thiacloprid en trifloxystrobin) in of op diervoeder en levensmiddelen.
Krachtens de regelgevingsprocedure met toetsing kan de Raad, indien het regelgevend comité eerder de door de Commissie voorgenomen maatregelen heeft gesteund, bezwaar maken tegen de aanneming door de Commissie van een besluit dat haar uitvoeringsbevoegdheden overschrijdt, niet verenigbaar is met het doel of de inhoud van het basisbesluit of niet strookt met het subsidiariteits- of evenredigheidsbeginsel.
Raad van de Internationale Studiegroep voor jute
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij hij ervoor pleit het mandaat van de Internationale Studiegroep voor jute te verlengen met een of twee termijnen van in totaal ten hoogste vier jaar (13148/09).
VISSERIJ
Instandhouding van de zuidelijke blauwvintonijn
De Raad heeft een besluit aangenomen houdende vaststelling van het standpunt van de EU in de Commissie voor de instandhouding van de zuidelijke blauwvintonijn (13422/09). In dat besluit pleit de EU in het bijzonder voor strikte instandhoudings- en beheersmaatregelen voor zuidelijke blauwvintonijn en maatregelen ter regulering van de visserij- inspanning.
BEGROTING
Financiële hulp aan Palestina
De Raad heeft Nota van wijzigingen nr. 1 bij de ontwerp-begroting voor 2010 vastgesteld, en de financiële hulp aan Palestina verhoogd met 95 miljoen euro aan vastleggingskredieten en 60 miljoen euro aan betalingskredieten. Bij gebrek aan toepasselijke rechtsgrondslag heeft de Raad in deze fase echter geen nieuwe kredietlijn voor begeleidende maatregelen voor bananen goedgekeurd, gelet op de mogelijke ondertekening van een handelsovereenkomst inzake bananen met de meestbegunstigde leveranciers van Latijns Amerika. Tevens achtte de Raad het voorbarig om 50 miljoen euro aan vastleggingskredieten en 20 miljoen euro aan betalingskredieten te reserveren om vooruit te lopen op een overeenkomst tijdens de Klimaatconferentie in december 2009 in Kopenhagen; de Raad moet dit punt tijdens de tweede lezing van de begroting voor 2010 opnieuw bespreken.
Beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU aan Italië
De Raad heeft een besluit aangenomen betreffende de beschikbaarstelling van middelen uit het Solidariteitsfonds van de EU aan Italië, ten bedrage van 493,8 miljoen euro, in verband met de aardbeving die in april 2009 de Abruzzen heeft getroffen. Tevens heeft de Raad het ontwerp van gewijzigde begroting nr. 9 bij de algemene begroting voor 2009 vastgesteld, dat de overschrijving van de vereiste betalingskredieten omvat voor verschillende kredietlijnen op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling, milieu, onderzoek, maritieme zaken en visserij. De vastleggingskredieten worden, zoals bepaald door het Interinstitutioneel Akkoord betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer, gefinancierd boven het maximum van subrubriek 3b (Burgerschap) van het financiële kader.
ONDERZOEK
Overeenkomst tussen de EU en India over fusie-energie
De Raad heeft een besluit aangenomen houdende goedkeuring van de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst tussen Euratom (Europese Gemeenschap voor Atoomenergie) en India over onderzoek op het gebied van fusie-energie (11791/09).
HANDELSPOLITIEK
Overeenkomst tussen de EU en Egypte over landbouw- en visserijproducten - Euro-mediterrane overeenkomst *
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij hij instemt met de ondertekening en sluiting van een overeenkomst met Egypte voor de verdere liberalisering van het onderlinge handelsverkeer van landbouwproducten, verwerkte landbouwproducten, vis en visserijproducten (11172/09).
Met het besluit wordt de Euro-mediterrane associatieovereenkomst tussen de EU en Egypte gewijzigd. Volgens de handelsbepalingen van die overeenkomst, die sinds 2004 van kracht zijn, dienen beide partijen de verdere liberalisering van hun wederzijdse handel in landbouw- en visserijproducten geleidelijk uit te voeren.
Overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en Zwitserland
De Raad heeft een besluit aangenomen tot beëindiging van de overeenkomsten tussen de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) en de Zwitserse Bondsstaat (12466/09). De Raad is van oordeel dat zeven jaar na het verstrijken van de EGKS, de handhaving van een bijzondere regeling voor kolen- en staalproducten niet langer gerechtvaardigd is. Na de beëindiging van deze overeenkomsten zijn de bepalingen van het vrijhandelsakkoord van 22 juli 1972 tussen de EEG en Zwitserland automatisch van toepassing op deze producten.
TELECOMMUNICATIE
Maatregelen op telecommunicatiegebied - Inleiding van de bemiddelingsprocedure
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij hij niet alle amendementen van het Europees Parlement betreffende een ontwerp-richtlijn voor elektronische- communicatienetwerken en -diensten (14067/09) goedkeurt. Een en anders stelt de voorzitter van de Raad in staat om in overeenstemming met de medebeslissingsprocedure het bemiddelingscomité bijeen te roepen.
STATISTIEKEN
Europese Centrale Bank
De Raad heeft een verordening aangenomen met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank (12738/09). Met dit nieuwe wetgevingsbesluit wordt Verordening (EG) nr. 2533/98 gewijzigd, en in het bijzonder het toepassingsgebied van de rapportagevoorschriften. Teneinde rekening te houden met de structurele ontwikkelingen op de financiële markten, kunnen op grond van de nieuwe verordening statistische gegevens worden verzameld van de volledige sector van financiële instellingen, in het bijzonder van de verzekeringsmaatschappijen en de pensioenfondsen.
Samenwerking tussen de EU en Zwitserland
De Raad heeft een besluit vastgesteld dat moet worden genomen in het Gemengd Comité ingesteld bij de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en de Zwitserse Bondsstaat inzake statistiek, over de financiële bijdrage van Zwitserland aan het statistiekprogramma van de EU (12579/09). Het besluit is bedoeld om de bestaande regels te vereenvoudigen en de administratieve lasten te verminderen.
BENOEMINGEN
Comité van de Regio´s
De Raad heeft besluiten aangenomen betreffende de benoeming tot lid van het Comité van de Regio's van de heer Viktor TROFIMOV, voorzitter van de regionale ontwikkelingsraad van Panev??ys, en betreffende de benoeming tot plaatsvervangend lid van dat Comité van mevrouw Daiva MATONIEN?, gemeenteraadslid van de stad ?iauliai.
Adjunct-directeur van Europol
De Raad heeft een besluit aangenomen waarbij de heer Michel QUILLÉ (Frankrijk) voor de periode 31 augustus 2010 tot en met 30 april 2014 wordt herbenoemd tot adjunct-directeur van Europol (13630/09).
TRANSPARANTIE
Toegang van het publiek tot documenten
De Raad heeft zijn goedkeuring gehecht aan het antwoord op confirmatief verzoek nr. 20/c/01/09 (13278/09).