Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport


4. Antwoorden op kamervragen van Zijlstra over commerciële contracten tussen publieke en private partijen

Antwoorden op kamervragen van Zijlstra over commerciële contracten tussen publieke en private partijen

Kamerstuk, 26 oktober 2009

De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

PG-K-U 2958945

In deze brief geeft minister Klink antwoord op de vragen van het Kamerlid Zijlstra (VVD) over commerciële contracten tussen publieke en private partijen (2009Z17070).

Vraag 1
Bent u bekend met het contract dat zorgverzekeraar UVIT in mei dit jaar heeft gesloten met de GGD over reizigersadvisering?

Antwoord 1
Voor zover mij bekend is in december 2008 een contract gesloten tussen GGD Nederland en UVIT voor 2009.

Vraag 2
Bent u bekend met de commerciële voordelen die de GGD de klanten van genoemde zorgverzekeraar biedt ten opzichte van klanten van andere verzekeraars als gevolg van dit contract?

Antwoord 2
GGD Nederland heeft een contract gesloten, de GGD'en zijn vrij om daarvan gebruik te maken. Door het contract betalen verzekerden van UVIT minder voor de reizigersvaccinatie.
De verantwoordelijkheid voor de GGD ligt bij de gemeenten die de betreffende GGD gezamenlijk aansturen.

Vraag 3
Deelt u de mening dat het geven van een commercieel verhandelbaar voordeel aan een private partij door een publieke partij als de GGD indruist tegen de publieke taken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat bent u voornemens hiertegen te doen?

Antwoord 3
Gemeenten moeten krachtens de Wet publieke gezondheid een GGD in stand houden en zijn daarmee bestuurlijk verantwoordelijk. Naast het in een gemeenschappelijke regeling tussen betrokken gemeenten en GGD vastgelegde aantal taken, voert de betreffende GGD nog diverse andere taken uit. Dat kan per GGD en per gemeente verschillen, afhankelijk van de afspraken die onderling worden gemaakt.
Ik ga er vanuit dat de gemeenten daarbij goed voor ogen hebben welke taken ze door de betreffende GGD willen laten uitvoeren.

Vraag 4
Deelt u de mening dat op deze wijze met publiek geld een oneerlijk concurrentievoordeel wordt gecreëerd ten aanzien van andere aanbieders?

Antwoord 4
Uit navraag bij GGD Nederland is mij gebleken dat voor taken die geen relatie hebben met de Wet publieke gezondheid geen publiek geld wordt bestemd.

Vraag 5
Kunt u aangeven of er meerdere publieke zorginstanties bestaan die op dergelijke wijze private ondernemingen bevoordelen ten koste van anderen?

Antwoord 5
De Wet publieke gezondheid kent niet de term publieke zorginstantie. Voor zover u de GGD bedoelt, verwijzen we naar het antwoord op vraag 4.