Nivel
Voorspellen van functionele achteruitgang bij artrose
20 oktober 2009 | Het functioneren van
patiënten met artrose aan heup of knie gaat minder snel achteruit dan
verwacht. In een periode van drie jaar blijft het relatief stabiel. Er
zijn wel grote verschillen tussen patiënten. Met name bijkomende
ziekten (comorbiditeit) blijken een belangrijke voorspeller van
functionele achteruitgang. Dit stelt Gabriella van Dijk in het
onderzoek waarop zij 26 oktober promoveert aan de Vrije Universiteit
in Amsterdam.
Patiënten met artrose van heup of knie hebben vaak pijn en ondervinden
allerlei beperkingen in het dagelijkse leven. Vooral bij oudere
patiënten leidt de ziekte vaak tot problemen bij het lopen, traplopen,
knielen en boodschappen doen, en daardoor bij het functioneren. Over
veranderingen in de tijd is echter weinig bekend. Uit de
wetenschappelijke literatuur blijkt dat problemen in het functioneren
samenhangen met biomechanische, psychologische en klinische factoren.
Maar onbekend is of deze factoren ook het beloop van het functioneren
kunnen voorspellen. Gabriella van Dijk probeerde inzicht te krijgen in
het beloop van het functioneren bij oudere patiënten met artrose van
heup of knie en de factoren die dat beloop voorspellen. Zij volgde
daarvoor met tests en vragenlijsten drie jaar lang 237 patiënten met
artrose aan heup of knie uit ziekenhuizen en revalidatiecentra.
Voorspellers
Drie jaar is eigenlijk te kort om achteruitgang vast te stellen.
Beperkingen in activiteiten bleven gedurende drie jaar relatief
stabiel. Maar er bestaan grote verschillen tussen patiënten. Sommigen
verslechteren, anderen niet. Het is dus van groot belang voorspellende
factoren te herkennen. Van Dijk vond dat comorbiditeit, en een toename
van pijn, vermindering van beweeglijkheid en spierkracht binnen een
periode van één jaar, verslechtering van het functioneren na drie jaar
voorspellen. Daarnaast speelt relatief slecht cognitief functioneren
een kleine rol. Bij knieartrose is vitaliteit eveneens van invloed.
Een lage vitaliteit, bijvoorbeeld moe voelen en geen energie hebben,
voorspelt verslechtering van het functioneren na drie jaar.
Met deze resultaten kunnen behandelaars het beloop bij individuele
patiënten inschatten en de kwetsbaardere patiënten selecteren.
Bovendien benadrukken de resultaten van dit onderzoek dat interventies
ontwikkeld moeten worden waarbij niet alleen rekening wordt gehouden
met de artrose maar ook met de verschillende bijkomende ziekten van
patiënten.