ChristenUnie
Philips weet niet of z'n silicium door kinderhanden is gegaan
Philips weet niet of z'n silicium door kinderhanden is gegaan
Joel Voordewind_klein maandag 26 oktober 2009 18:03 Joël Voordewind en
beleidsmedewerker Rita Klapwijk zijn teruggekeerd uit India. Joël
schrijft: ,,We zien terug op een intensieve maar vruchtbare reis. Het
doel was, inzicht te krijgen in kinderarbeid in de productieketen van
internationale bedrijven. En nagaan wat zij al doen om dit te
voorkomen.'' Verslag van de laatste reisdag.
In een gesprek met Unicef in Delhi hoor ik dat deze organisatie geen
directe steun krijgt vanuit Nederland. Dat verbaast mij, want
Nederland zegt vooraan te lopen in de strijd tegen de kinderarbeid. En
waar komt dat meer voor dan in India.
Nederland heeft zich in 2005 teruggetrokken als hulpgever aan de
Indiase overheid. Je zou dan verwachten dat we een deel van de 25
miljoen die op die manier uitsparen, zouden kunnen wegzetten via de
particuliere hulporganisaties of via Unicef. Dat is niet gebeurd aldus
de directeur van Unicef in India, de Nederlandse Karin Hulshof. Alleen
de overheden van Noorwegen en Engeland financieren Unicef in India, en
verder particulieren organisaties en bedrijven zoals Ikea (120
miljoen) en Bill Gates (oprichter van Microsoft).
Van de Nederlandse hulporganisaties vraagt minister Koenders nu ook
nog eens dat ze 60 procent van hun budget in zijn partnerlanden
besteden. Dit betekent dat bijvoorbeeld FNV zijn steun hier in India
moet intrekken, terwijl zij hier veel goed werk doen om kinderen uit
de arbeid te halen.
Hulshof bevestigt ook dat er wel scholen zijn maar te weinig
onderwijzers. Of ze komen niet opdagen. En als ze er wel zijn, dan is
de kwaliteit vaak onder de maat. Tien miljoen onderwijzers moeten
bijgeschoold worden. Unicef zou graag met Nederland een
sanitatieprogramma uitvoeren. Met een prins die zich gespecialiseerd
heeft in watermanagement en een hoog aangeschreven
landbouwuniversiteit kan Nederland een meerwaarde hiermee inbrengen in
India.
Christenen gedood
Hierna spreek in met overlevenden van de geweldexplosie en religieuze
zuivering van christenen in de deelstaat Orissa, vorig jaar augustus.
Ze hebben 20 uur in de trein gezeten om ons hun verhaal te doen.
Destijds werden 50.000 christenen verjaagd uit hun dorpen, 5.000
huizen verbrand en 13 christelijke instituten en werden 120 mensen
vermoord. Een van de vrouwen vertelt hoe haar dorp werd overvallen
door hindoe extremisten. Hun huizen werden systematisch in brand gezet
volgens een namenlijst. Haar man werd meegenomen en later vond ze hem
terug in stukken gehakt. Ze herkende hem aan zijn bril en schoenen. In
tranen vertelt ze ons het verhaal. Aangrijpend. Een voor een vertellen
ze dezelfde soort verhalen. De overlevenden vluchtten naar de bossen
en bleven daar ruim een week. Bij terugkomst mochten ze hun dorpen
niet meer in van de hindoes of ze moesten zich bekeren tot het
hindoeïsme. Veel van hun huizen waren ook verbrand dus ze verbleven
maanden in opvangkampen van de overheid. Totdat die gesloten werden in
februari van dit jaar. Nu bivakkeren nog steeds 40.000 mensen in
tenten in de buurt van hun dorpen in afwachting tot ze terug mogen.
Land om te bewerken hebben ze niet meer dus zijn afhankelijk van
hulporganisaties. Men spreekt zelf van een religieuze zuivering omdat
gericht dominees, priesters en nonnen het doelwit waren van geweld en
verkrachtingen, zelfs van de nonnen. Er werd dynamiet gebruikt om
kerken met de grond gelijk te maken. Na drie maanden stopte vorig jaar
het geweld nadat de Franse president bij de Indiaanse minister
president hierover had geklaagd.
Niet alleen in Orissa komt geweld tegen christenen voor. Van de 28
Indiase deelstaten kennen er slechts drie geen geweld tegen
christenen. De overlevenden pleiten bij ons om betere bescherming en
om toegang tot hun dorpen. Daarvoor moeten verzoeningsprogramma
opgestart worden. Die zijn inmiddels gestart maar hindoes weigeren er
aan mee te werken. Verder vragen ze geld om hun huizen weer te
repareren voor hen die wel terug kunnen. Ik beloof hun verzoeken door
te geven aan de Nederlandse ambassade. `Vergeet ons niet en help ons',
smeken ze bij het afscheid.
Kinderarbeid en Nederlands bedrijfsleven
Als laatste spreken we Philips. Eerder spraken we met Shell en
Unilever. De Philips-vertegenwoordiger die we ontmoeten, somt op wat
Philips doet voor de directe omgeving van z'n fabrieken in India. Een
indrukwekkende lijst met projecten, van milieu en elektronicarecycling
tot steun aan de scholen en SOS-kinderdorpen. In zijn eigen fabrieken
en die van z'n eerste toeleverancier controleert Philips of de
arbeidsomstandigheden goed zijn en er geen kinderarbeid voorkomt. Maar
als ik vraag of ze dat ook voor de tweede toeleverancier kunnen
zeggen, weten ze dat niet. Ze maken lampen, maar weten niet of de
silicium (basisgrondstof voor glas) geworven wordt zonder
kinderarbeid. Gisteren zagen we in de siliciumgroeven in Utter Pradesh
dat er veel kinderen werkten in deze groeven. Men belooft me, alsnog
na te gaan wat de achtergrond is van het silicium dat Philips
gebruikt.
Ook de vertegenwoordiger van Philips zegt dat het controleren van
kinderarbeid verderop in de keten moeilijk is, maar niet onmogelijk.
Ik wil de staatssecretaris van Economische Zaken (Heemskerk) en de
minister van Buitenlandse Zaken (Verhagen) oproepen om bij het
Nederlandse bedrijfsleven te pleiten voor volledige openheid over hun
productieketens. Ikea heeft dit eerder gedaan en Levi Strauss ook.
Levi's gaat, nadat eerder bleek dat veel jeans thuis genaaid werd door
kinderen, geen contracten meer aan met toeleveranciers die gebruik
maken van thuiswerk. Ook zou ik graag een controle van de EU zien op
producten die Europa binnenkomen uit de risicosectoren zoals kleding,
stenen, voedsel. Als we bij hout al kunnen bepalen of het duurzaam
verbouwd is, en als bij diamanten gecontroleerd wordt of deze niet met
behulp van kindsoldaten geproduceerd zijn, dan moet het in deze
sectoren ook kunnen. Bedrijven moeten er dan wel geld voor over hebben
om dit onafhankelijk te laten controleren.