4. Voorhang bekostiging ziekenhuisverplaatste zorg met ingang van
2010
Voorhang bekostiging ziekenhuisverplaatste zorg met ingang van 2010
Kamerstuk, 26 oktober 2009
De Voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer
der Staten-Generaal
DLZ-U-2964666 (Eerste Kamer)
DLZ-U-2963589 (Tweede Kamer)
- Aanleiding
Op 30 juni heb ik u geyinformeerd over de bekostiging van de
ziekenhuisverplaatste zorg met ingang van 2010 (TK 2008-2009, 29 248
en 31 322, nr. 96). Ten behoeve van de uitvoering van de bekostiging
in 2010 zal ik een aanwijzing aan de NZa geven. Deze aanwijzing
betreft het volgende.
- Context, afbakening en overwegingen
Er is sprake van ziekenhuisverplaatste zorg als een medisch specialist
aangeeft dat bij een verzekerde in de thuissituatie bepaalde
verpleegkundige handelingen in verband met medisch-specialistische
zorg noodzakelijk zijn. Een verpleegkundige bepaalt dat niet zelf en
de arts blijft eindverantwoordelijk. Van een thuissituatie is ook
sprake als patiënten verblijven in een AWBZ-zorginstelling die wel is
toegelaten voor de AWBZ-functie "verblijf", maar niet voor de
AWBZ-functie "behandeling". Door aan te sluiten op de bestaande
afbakening wordt voorkomen dat de aanspraken in de Zvw of de AWBZ
aangepast moeten worden.
In 2007 heeft verduidelijking in de CIZ-beleidsregels plaatsgevonden,
waardoor duidelijk werd dat ziekenhuisverplaatste zorg geen onderdeel
uitmaakt van de AWBZ-indicaties. Aangezien in 2008 al duidelijk was
dat adequate bekostiging voor deze zorg niet eerder dan met ingang van
2010 mogelijk was en voorkomen moest worden dat de continuïteit van
zorg in het gedrang zou komen, is voor 2009 een tijdelijke oplossing
vastgesteld. In deze tijdelijke oplossing wordt, hoewel het om
Zvw-zorg gaat, nog gebruik gemaakt van de AWBZ uitvoeringsstructuur.
In deze brief wordt aangegeven hoe de bekostiging van verpleging in de
thuissituatie die noodzakelijk is in verband met medisch
specialistische zorg, wordt vormgegeven met ingang van 2010.
- Aard van de prestatie
Ten behoeve van adequate bekostiging zal door de NZa een WMG-prestatie
met het oog op inkoop en betaling door zorgverzekeraars vastgesteld
moeten worden. Daarom moet de NZa binnen de Zvw een afzonderlijke
WMG-prestatie "Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband
met medisch specialistische zorg" met bijbehorend tarief vaststellen.
- Wie mag deze zorg leveren?
Het voordeel van de hiervoor genoemde afzonderlijke WMG-prestatie is
dat deze zowel vanuit het ziekenhuis kan worden aangeboden (hetgeen in
medisch ingrijpende gevallen noodzakelijk kan zijn), als door de
thuiszorgorganisaties (leeuwendeel). Onderdeel van de Zvw is dat de
zorgverzekeraar zorgplicht heeft. Het is daartoe belangrijk dat de
zorgverzekeraar deze zorg bij meerdere partijen tegen de beste prijs
kan inkopen. Het ligt daarom voor de hand meerdere type zorgaanbieders
in staat te stellen deze zorg te laten aanbieden. In de rede liggen
hierbij de ziekenhuizen en de thuiszorgorganisaties. Wellicht is het
ook mogelijk dat deze zorg vanuit de eerste lijn (zorggroepen, vanuit
de huisartsenposten) wordt aangeboden. Het ligt niet voor de hand om
hier beperkingen aan te brengen. Wel dient er aan de reguliere eisen
vanuit kwaliteit (IGZ) en bedrijfsvoering(kunnen declareren, AO/IC,
enz.) te worden voldaan.
Aanwijzing NZa
Ik ben na de inwerkingtreding van de Wet marktordening gezondheidszorg
(WMG) op grond van artikel 7, eerste lid, van die wet gehouden een
aanwijzing aan de NZa te geven indien het een uitbreiding betreft van
de zorgaanbieders die een prestatie kunnen leveren. Conform artikel 8
van de WMG informeer ik beide Kamers der Staten-Generaal met deze
brief over de zakelijke inhoud van die aanwijzing. Ik zal niet eerder
overgaan tot het geven van de aanwijzing dan
30 dagen na verzending van deze brief. Van de vaststelling van de
aanwijzing zal ik mededeling doen in de Staatscourant.
Met vriendelijke groet,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport