ChristenUnie
Rouvoet: Nederland is door integratie als huis in renovatie
maandag 26 oktober 2009 16:30 Volgens partijleider André Rouvoet kan
Nederland onder invloed van de integratie het best worden getypeerd
als een 'huis in renovatie'. "Dat bevat de connotatie van een reeds
bestaand bouwwerk met bestaande huisregels, waar nieuwe bewoners
bijkomen." De komst van nieuwkomers brengt weliswaar verandering mee,
maar de oude en nieuwe bewoners hebben wel voort te bouwen op het
bouwwerk dat er al ligt. Dat zei Rouvoet in reactie op de
WI-publicatie 'Voorwaarden voor vrede'
Er is volgens Rouvoet 'achterstallig onderhoud' nodig.
Cultuurrelativisme heeft de afgelopen tijd het geloof in de waarden
van de Westerse beschaving verzwakt. "Decennialang achterstallig
onderhoud op dit punt heeft de Westerse cultuur kwetsbaar gemaakt.
Cultuurrelativisme zorgt dat mensen nergens meer in geloven, het
inspireert niet en biedt geen verweer tegen een groep nieuwkomers met
een krachtige overtuiging", aldus Rouvoet. Dat verklaart ook dat
sommige politieke stromingen nu de godsdienstvrijheid willen beperken,
voor moslims alleen, of dat ze geloof en religie in het algemeen naar
het privédomein willen verbannen. Dit zijn reacties uit angst,
waarmee men het wezen van de rechtsstaat aantast.
Volgens de minister moeten de waarden van de rechtsstaat niet worden
beperkt, maar juist met overtuiging worden overgedragen op nieuwe
generaties. "Niet voor niets is het vak burgerschap op scholen
belangrijk geworden, niet voor niets is er een canon van de
vaderlandse geschiedenis gekomen, niet voor niets werkt het kabinet
aan een Handvest voor Verantwoordelijk Burgerschap."
Wel waarschuwde Rouvoet voor een verkeerd gebruik van de term
'joods-christelijke beschaving', namelijk om minderheden met
afwijkende overtuigingen buiten te sluiten. "Die vormen feitelijk een
belediging voor wezenlijke noties ervan, zoals verdraagzaamheid en
naastenliefde."
---
Reactie partijleider Rouvoet bij aanbieding WI-islamstudie
'Voorwaarden voor Vrede', 26 oktober 2009 in Nieuwspoort, Den Haag
Dank aan het WI, dank aan Gert Jan Segers voor deze islamstudie.
Waardering voor vele werk dat erin gestopt is, waardering ook voor de
manier waarop hij het gesprek het afgelopen jaar heeft aangewakkerd
door de veel publieke debatbijeenkomsten. Zodoende is achterban
meegenomen en is het echt een partijstudie geworden.
Bovendien was het wat je noemt een 'goed gesprek'. Temidden van een
gepolariseerd en gedeeltelijk vervuild debatklimaat doet het WI een
gewaagde poging om een scherpe maar opbouwende bijdrage te leveren.
Wat Gert Jan daarbij drijft schreef hij afgelopen week op in een
column in het ND. Daarin stelde hij dat het sentiment van onbehagen
rond de islam diep in de samenleving is gaan zitten, en dat hij
'eerder grote sociale onrust in dit land en een uiteenvallende
samenleving dan een spontane vrede' verwacht. Het gaat hem om de
vrede in de samenleving, zoals de titel ook duidelijk maakt. In dat
opzicht vind ik de studie typerend voor de ChristenUnie: het zoeken
van vrede voor de samenleving behoort immers onze missie.
In diezelfde column reikte hij ook nog een oplossing aan, wat ik
vermoedelijk als een vingerwijzing mag beschouwen voor de reactie die
hij vandaag van mij verwacht, ik citeer: "politieke leiders van
fatsoenlijke, democratische partijen moeten burgers laten zien dat ze
doordrongen zijn van de ernst van het multiculturele drama. Kiezers
zullen zich pas van Wilders afwenden als ze merken dat hun zorg door
andere politici werkelijk serieus wordt genomen en als ze beseffen dat
Wilders niet in staat is om een echte oplossing dichterbij te
brengen."
Daar sta je dan als politiek leider van een fatsoenlijke democratische
partij!
Een dag later gaven de kranten Segers nog gelijk ook: volgens het
Sociaal Cultureel Planbureau neemt de polarisatie rond de PVV toe.
Mensen voelen zich voor de keuze geplaatst: je bent voor of tegen de
PVV, volgens directeur Paul Schnabel. Opmerkelijk was wat het
Planbureau vond over de gronden voor de onvrede: "De argumenten voor
de onvrede zijn vaak feitelijk nergens op gebaseerd".
Ik heb echter wel goed genoteerd dat de onvrede onder de aanhang van
de ChristenUnie het laagst was. Dat zet de opdracht aan de politiek
leider van deze partij om stem te geven aan de onvrede toch in een
iets ander daglicht!
Maar dat terzijde. Ik wilde maar gewoon mijn eigen positie markeren.
Daarna zal ik kort enkele kanttekeningen plaatsen bij de studie.
Als we constateren dat -zoals onder meer blijkt uit het SCP-onderzoek-
dat het ongemak in onze samenleving oplaait rond de islam, dan zijn
twee typen reacties denkbaar: exploitatie van de onvrede of de inzet
voor de vrede. Ik kies principieel voor het laatste. Mijn eigen
positie vat ik samen in twee stellingen:
1. van nieuwkomers behoort een ondubbelzinnige keuze voor Nederlandse
samenleving en rechtsstaat te worden geeist.
Dat is staand kabinetsbeleid. Op deze partijbijeenkomst mag ik er wel
bij zeggen: dat is aanwijsbaar mede zo dankzij de ChristenUnie. In
2004 bracht de toenmalige ChristenUnie-fractie een integratienotitie
'Kiezen voor Nederland' uit. De lijn van deze notitie was helder:
nieuwkomers dienen zich met innerlijke overtuiging te verbinden aan
hun nieuwe thuisland. De ChristenUnie pleitte voor een verplichtender
integratiebeleid, en verbond daaraan de eisen van beheersing van de
Nederlandse taal en kennis van de Nederlandse geschiedenis en cultuur,
staatkundige inrichting en wetgeving.
Een concreet voorstel uit deze notitie hiertoe was de invoering van
een verklaring van verbondenheid. Dat voorstel haalde een
Kamermeerderheid, kwam terecht in het Coalitieakkoord en is inmiddels
verankerd in de Rijkswet op het Nederlanderschap.
Dat de ChristenUnie zich toen, maar ook al eerder, consistent stevig
gepositioneerd heeft in het integratiedebat is tot op heden voor velen
een goed bewaard geheim gebleven. De consequente lijn van onze partij
verdient meer aandacht, en ik ben blij dat daarop dankzij de
inititatieven van Gert Jan meer licht valt. Ook is het een goede zaak
dat de Tweede Kamerfractie momenteel werkt aan een actualisering van
het integratiestandpunt.
Ik voeg daar nog één opmerking aan toe. Een keuze voor Nederland
impliceert ook een volledige acceptatie van godsdienstvrijheid, in de
meest brede betekenis daarvan.
Mijn tweede stelling is evenzeer een consistente lijn binnen het
ChristenUnie-gedachtengoed:
2. het slechtste wat wij kunnen doen richting nieuwkomers is -nadat
wij hen tot bovengenoemde innerlijke verbondenheid met ons land hebben
verplicht- de ruimte die de samenleving en de democratische
rechtsstaat hen biedt gaan beperken uit angst voor islamisering.
Juist wie dat bepleit is in feite voor de islam gezwicht, of dat nu is
door de vrijheid voor moslims alleen te beperken, of geloof en religie
in het algemeen naar het privédomein te verbannen: in beide gevallen
tast men het wezen van de rechtsstaat aan.
Het is een verkeerde reactie op iets anders, namelijk een verzwakt
geloof in de Westerse beschaving, iets wat ik eerder heb aangeduid als
een crisis in de publieke zaak. De publieke waarden van onze cultuur
dienen innerlijk te worden gedragen door burgers. Decennialang
achterstallig onderhoud op dit punt heeft de Westerse cultuur
kwetsbaar gemaakt. Het vaak wat gemakzuchtige cultuurrelativisme, dat
het oordeel of iets 'goed' of 'niet goed' is geheel tot een
individuele kwestie maakt, is helaas tot in de haarvaten van onze
samenleving doorgedrongen. Cultuurrelativisme zorgt dat mensen nergens
meer in geloven, het inspireert niet en biedt geen verweer tegen een
groep nieuwkomers met een krachtige overtuiging. Dan is angst een
verklaarbare reactie op de groei van de islam. Maar het is de
verkeerde reactie. Mijn stelling is dat we achterstallig onderhoud
moeten plegen: de waarden van vrijheid, recht en solidariteit die onze
beschaving kenmerken zijn immers geen rustige verworvenheden, maar
moeten permanent worden verdedigd tegen de vijanden ervan, of dat nu
extremisten met een bepaalde ideologie zijn of cynici die iedere
overtuiging verdacht maken. De waarden van de rechtsstaat moeten met
overtuiging worden overgedragen op nieuwe generaties. Niet voor niets
is het vak burgerschap op scholen belangrijk geworden, niet voor niets
is er een canon van de vaderlandse geschiedenis gekomen, niet voor
niets werkt het kabinet aan een Handvest voor Verantwoordelijk
Burgerschap. Segers' pleidooi voor de waarden van de rechtsstaat als
een cultureel minimum sluit daar goed bij aan.
Hier past onmiddelijk een waarschuwing om misverstanden te voorkomen.
De joods-christelijke beschaving is geen monocultuur, die minderheden
met afwijkende overtuigingen buitensluit. Oppervlakkige versies van de
joods-christelijke cultuur die gericht zijn op uitsluiten van
minderheden vormen feitelijk een belediging voor wezenlijke noties
ervan, zoals verdraagzaamheid en naastenliefde.
Tot zover is wat ik gezegd heb denk ik in hoge mate ondersteunend voor
de lijn die ook is neergelegd in deze WI-studie. Tot slot daarom nog
enkele kritische kanttekeningen bij de studie van Segers:
-de metaforen in het boek zijn niet altijd de mijne. De gebruikte term
'verbond' roept mijns inziens meer vragen op dan ze beantwoordt. Het
achterliggend idee is goed (namelijk dat samenleving geen contract
tussen losse individuen is, maar gemeenschap tussen mensen die
duurzaam met elkaar verbonden zijn) maar misvattingen liggen op de
loer: Trouw meende al dat Segers een verbond tussen christenen en
moslims bepleitte, wat de seculieren de stuipen op het lijf zou jagen.
Een ernstiger misvatting zou onder moslims zelf kunnen ontstaan: de
term verbond suggereert immers dat de Nederlandse samenleving als
partij met de moslims als wederpartij een verbond moet sluiten. Dit
zou goed aansluiten bij de islamitische concepten van een situatie
waarin de islamitische overheersing nog niet tot stand is gebracht.
Nee, moslims behoren gewoon onderdeel uit te gaan maken van onze
samenleving.
Een andere metafoor die Segers gebruikt is die van de 'Mayflower': ik
vrees echt dat deze metafoor mank gaat. Met name omdat
de opvarenden van de Mayflower actief een keuze hebben gemaakt hun
vaderland te verlaten en zich met de andere opvarenden hebben
verbonden om een nieuw vaderland op te bouwen. Dit gaat niet op voor
onze situatie, omdat de autochtone bewoners van Nederland er niet voor
hebben gekozen om hun vaderland te verlaten. Zij hebben nieuwkomers
binnen zien komen in het door henzelf gebouwde huis. Wat mij betreft
is het beter om te spreken van 'huis in renovatie' omdat dat de
connotatie bevat van een reeds bestaand bouwwerk met bestaande
huisregels, waar nieuwe bewoners bijkomen. Dat brengt weliswaar
verandering mee, maar de oude en nieuwe bewoners hebben wel voort te
bouwen op het bouwwerk dat er al ligt. Ook als sommige authentieke
delen van het oude huis aan onderhoud toe zijn, zoals ik zojuist heb
betoogd.
Nederland is dus als een huis in renovatie. Oudwoners en nieuwkomers
hebben beide de plicht een steentje bij te dragen. Ook is het gesprek
nodig over wat er binnen de oude huisregels mogelijk is, en wat er
nodig is voor de handhaving daarvan. Het boek is een uitstekende en
prikkelende bijdrage aan dat noodzakelijke gesprek, want het is
zodanig geschreven dat het niet alleen voor leden van de ChristenUnie
toegankelijk en waardevol is. Het is mijn oprechte wens dat het boek
Voorstel voor vrede een waardevolle bijdrage zal blijken te zijn aan
het bouwen aan vrede in onze samenleving.
Dank u wel.
André Rouvoet