Persbericht
Zorg kan beter door meer aandacht voor beleving patiënt
Breukelen, 26 oktober 2009; Artsen en behandelaars in de zorg zouden
meer winst kunnen behalen wanneer zij in hun behandeltraject
structureel meer aandacht besteden aan de subjectieve
gezondheidsbeleving van hun patiënt. Dat stelt Nyenrode promovendus
Joost Stalpers in zijn proefschrift "Psychological determinants of
subjective health", dat hij heeft verdedigd op 23 oktober 2009.
In de huidige maatschappij met belangrijke issues als vergrijzing en
toename van het aandeel van chronische ziekten, wordt het belang van
levenskwaliteit steeds groter. De consument is mondig en goed
geïnformeerd, en in dat perspectief komt ook de eigen
gezondheidsbeleving nadrukkelijker naar voren. De huidige
gezondheidszorg is op dit moment grotendeels gebaseerd op het
uitgangspunt dat de beleving van het individu meebeweegt met de
biologische en fysiologische staat van het organisme. Bij een stevige
griep voel je je niet goed, en naarmate je fysiek opknapt, verbetert
ook je subjectieve gezondheidsbeleving.
Stalpers laat in zijn studie zien dat naast biomedische factoren, ook
andere zaken van invloed zijn op de subjectieve gezondheidsbeleving:
Perceptie van de eigen toestand, gepercipieerde controle van de eigen
toestand, acceptatie en gedragsmatige aanpassing spelen een
belangrijke rol in hoe mensen hun eigen gezondheid ervaren. Deze
psychologische factoren zijn door Stalpers in kaart gebracht en in een
geïntegreerd model ondergebracht. Dit model biedt aanbieders in de
gezondheidszorg de mogelijkheid om een beter en helder inzicht te
krijgen in wat patiënten beweegt. Omdat de subjectieve beleving van
gezondheid van grote invloed is op hoe het individu in de `supply
chain' van de zorg stapt, die doorloopt en ook weer verlaat, maken de
verkregen inzichten het voor zorgverleners mogelijk om in de toekomst
beter in te spelen op de vraag naar gezondheidszorg.
De resultaten van Stalpers' onderzoek zijn ook relevant op het niveau
van behandeling van individuele patiënten.
Uit de studie van Stalpers blijkt bijvoorbeeld dat vrouwen hun eigen
gezondheid negatiever ervaren dan mannen. Een verklaring zou kunnen
zijn dat vrouwen fysieke fenomenen eerder interpreteren als symptomen
van ziekte of aandoening. Waar het gaat om de psychologische factoren
die van invloed zijn op de gezondheidsbeleving is er echter geen
verschil tussen de seksen. Daarnaast zijn hoger opgeleiden positiever
over hun gezondheid dan lager opgeleiden. Mogelijk zijn hoger
opgeleiden beter in staat om ziekten te accepteren als wezenlijk
onderdeel van het bestaan, waardoor ze deze niet zien als een
onvermijdelijk onheil van buitenaf . Daardoor zouden zij ook eerder
bereid om de gezondheid te koppelen aan het eigen gedrag. Verder
blijkt uit het onderzoek van Stalpers dat voor chronisch zieken niet
alleen de acceptatie van hun ziekte van cruciaal belang is, maar ook
hun perceptie van controle over de ziekte.
Wanneer artsen in hun behandeling structureel ook de subjectieve
gezondheidsbeleving van hun patiënten (ervaringen en ideeën)
betrekken, kan dat leiden tot betere diagnoses, betere
behandelplannen, een hogere therapietrouw en een hogere
patiëntsatisfactie. Daarmee nemen efficiëntie en kwaliteit van de
zorg toe: twee eigenschappen die vanuit bedrijfseconomisch oogpunt
steeds belangrijker worden voor zorginstellingen die zich nadrukkelijk
willen profileren naar de consument.
Einde persbericht
Noot voor de redactie,
Universiteit Nyenrode