Antwoorden op vragen van de Kamerleden Van Gerven, Leijten en Irrgang (SP)
over het inzetten van Indiase OK-assistenten
Kamerstuk, 20 oktober 2009
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
Antwoorden van minister Klink, mede namens minister Koenders van
Ontwikkelingssamenwerking op de vragen van de Kamerleden Van Gerven,
Leijten en Irrgang (SP) over het inzetten van Indiase OK-assistenten
(2009Z14735).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat het UMC in Groningen (UMCG)
OK-personeel uit India in Groningen in gaat zetten?
Antwoord 1
Wij betreuren het dat het UMCG zich inderdaad genoodzaakt zag om op
actieve wijze 14 Indiase OK-assistenten te werven. De Minister van VWS
heeft een brief richting het UMCG verstuurd waarin de voorzitter van
de Raad van Bestuur werd verzocht het voornemen toe te lichten.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat een delegatie van drie personen van het UMCG is
vertrokken om daar OK-personeel te vinden? Erkent u dat hier sprake is
van actief werven? Zo ja, wat is dan uw oordeel hierover?
Antwoord 2
In zijn brief laat de voorzitter van het UMCG weten dat het UMCG is
gestart met interne en lokale arbeidsmarktmaatregelen om het dreigende
tekort aan OK-assistenten aan te vullen zodra het dreigende tekort in
de OK-capaciteit zich voordeed. Vervolgens is er binnen Europa naar
tijdelijke oplossingen gezocht en is er een onvoldoende aantal
OK-assistenten geworven. Daarna is het besluit genomen om 14
OK-assistenten in India te gaan werven die al op zoek waren naar
werkervaring in Europa.
Een dergelijke handelswijze is in overeenstemming met het uitgangspunt
van het kabinet dat werving van buitenlands zorgpersoneel van buiten
de EU hooguit een sluitpost van het arbeidsmarktbeleid dient te zijn.
Pas als zorginstellingen al het andere uitvoerig hebben geprobeerd en
dit niet toereikend blijkt te zijn, zou men over kunnen gaan tot het
werven van zorgpersoneel buiten de EU.
Uit gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) blijkt dat er
een tekort aan medisch personeel is in India. Het feit dat het UMCG er
voor heeft gekozen in India te werven achten wij daarom ongewenst. Wel
moet worden opgemerkt dat deze Indiase verpleegkundigen vallen onder
de kennismigrantenregeling en na 3 jaar in het UMCG zullen terugkeren
naar India en een certificaat krijgen van het UMCG. Dit kan dus worden
beschouwd als een vorm van circulaire migratie, waarbij de expertise
die zij hebben opgedaan in Nederland weer ten goede kan komen aan de
Indiase maatschappij.
Vraag 3
Hoe strookt dit volgens u met de afspraak dat Nederland niet werft in
landen, zoals India, die zelf een tekort aan zorgpersoneel hebben?
Vraag 4
Houdt u nog steeds vast aan uw uitspraak dat u vindt dat
zorginstellingen niet mee moeten werken aan een medische braindrain
uit ontwikkelingslanden? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?
Vraag 5
Deelt u de mening van de zorgsector dat er geen behoefte is aan een
zogenaamde Nederlandse Code of Conduct, onder andere omdat er reeds de
Governance Code is, en een keurmerk voor bemiddelingsbureaus? Zo ja,
waarom? Zo nee, bent u bereid samen met de zorgsector te komen tot een
ethische gedragscode wat betreft het werven van personeel uit
ontwikkelingslanden?
Vraag 6
Erkent u dat dit moreel niet kan, gezien het tekort aan verpleegkundig
personeel in India? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen?
Antwoorden 3, 4, 5 en 6
3, 4, 5, 6
Wij maken onderscheid tussen arbeidsmigratie binnen de EU en uit derde
landen. Ten aanzien van arbeidsmigratie van gezondheidszorgpersoneel
uit derde landen die zelf met een tekort kampen zijn wij zeer
terughoudend (TK 29 282, nr. 46). Er kleven ethische en praktische
bezwaren aan een dergelijke arbeidsmigratie. Zo is er het gevaar van
brain drain in het land van herkomst en zijn taal- en
cultuurverschillen vaak lastige barrières.
Op verzoek van VWS hebben werkgevers een zorgbreed Keurmerk van
intermediairs en wervingsbureaus ontwikkeld. Daarnaast bestaat er een
Governance Code inzake verantwoord maatschappelijk ondernemen. Uit
cijfers van de IND blijkt dat Nederland nauwelijks brain drain
veroorzaakt op het vlak van de gezondheidszorg (TK 30573, nr. 34).
Hoewel deze cijfers uitwijzen dat het Keurmerk en de Governance Code
effectief functioneren, zijn beide instrumenten niet expliciet over
het werven in ontwikkelingslanden die zelf met een tekort aan
zorgpersoneel kampen. De kwestie van het UMCG laat zien dat dit
incidenteel tot ongewenste situaties kan leiden. Wij zullen daarom de
behoefte aan een gedragscode voor het niet proactief werven van
zorgpersoneel uit ontwikkelingslanden waar een tekort is aan
zorgpersoneel nogmaals onder de aandacht van de zorgwerkgevers
brengen.
Vanuit de overtuiging dat het arbeidsmarktbeleid voor
gezondheidspersoneel op ethische wijze dient te worden vormgegeven zet
Nederland zich ook in voor een intensivering van de lopende discussies
in EU-verband gericht op het bereiken van heldere afspraken over de
voorwaarden waaronder wordt geworven in ontwikkelingslanden. Daarnaast
is Nederland actief betrokken bij pogingen om op het niveau van de
World Health Organisation (WHO) tot een gedragscode te komen.
Vraag 7
Is het waar dat het UMCG OK-personeel moet werven omdat er in
Nederland en Europa te weinig voldoende opgeleid OK-personeel is? Zo
ja, staat u niet het schaamrood op de kaken dat een rijk land als
Nederland blijkbaar afhankelijk is van de opleidingscapaciteit van
verpleegkundigen van een land als India?
Vraag 8
Bent u van mening dat het UMCG en andere ziekenhuizen en de regering
op dit moment voldoende doen om het tekort aan OK-personeel op te
lossen? Zo ja, waarom? Zo nee, bent u bereid een opleidingsfonds in
het leven te roepen voor gespecialiseerde verpleegkundigen?
Antwoord 7, 8
Wij betreuren het dat een Nederlands ziekenhuis zich genoodzaakt zag
tot werving van Indiase OK-assistenten. In het licht van (dreigende)
personeelstekorten in Nederland en ongewenste maatschappelijke
gevolgen is de Minister van VWS momenteel in gesprek met de NFU, de
NVZ en V&VN over een opleidingsfonds voor gespecialiseerde
verpleegkundigen en ondersteunend personeel, waaronder OK-assistenten.
De Minister van VWS heeft een concreet voorstel gedaan richting deze
partijen om een dergelijk fonds in 2010 van start te laten gaan. Doel
van dit fonds is instellingen te belonen die daadwerkelijk opleiden.
Deze financiële stimulans dient er toe te leiden dat ziekenhuizen
voldoende geprikkeld worden om voldoende beroepsbeoefenaren adequaat
op te leiden.
Het is de bedoeling dat er een simpele regeling komt, met weinig
administratieve lasten, die maximale flexibiliteit biedt en waarbij de
ziekenhuizen na afloop van een jaar een bijdrage uit het fonds krijgen
voor de door hen geleverde opleidingsprestaties. Qua procedure is het
daarmee vergelijkbaar met het stagefonds.
Vraag 9
Is de rapportage van het Zorginnovatieplatform betreffende het
aantrekken van personeel uit het buitenland voor de zorgsector al
beschikbaar? Zo nee, op welke termijn kan de Kamer deze verwachten?
Antwoord 9
Het arbeidsmarktadvies van het Zorginnovatieplatform, welke onder
andere ingaat op het werven van buitenlands zorgpersoneel, zal naar
verwachting eind november aan de bewindslieden van VWS worden
aangeboden en beschikbaar zijn voor de Kamer.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport