Persverklaring koolmonoxidezaak Rijen
23 oktober 2009 - Arrondissementsparket Breda
Twee jaar geleden werd een echtpaar levenloos aangetroffen in het
appartement nr 23 aan het Architect Aartsplein in Gilze Rijen. Het
opgestarte stafrechtelijke onderzoek naar de oorzaken van dit overlijden is
grondig geweest. Het heeft enige tijd geduurd voordat we nu naar buiten
komen met een conclusie: bijna twee jaar... de datum waarop de man en vrouw
dood zijn aangetroffen komt weer naderbij: 29 oktober. Een moeilijke periode
voor de nabestaanden. Maar ik kan uitleggen waarom wij vonden dat we de tijd
nodig hadden. Er zijn vele deskundige partijen bij het onderzoek betrokken
geweest. Daarnaast hebben we nog eens een externe deskundige naar de
conclusies laten kijken.
De afdoeningsbeslissing ga ik u zo mededelen. Niet voordat ik inga op het
leed van de nabestaanden en de angst die u als bewoner heeft moeten
doorstaan. Het echtpaar X zou met een nieuw appartement een nieuwe
veelbelovende fase in hun leven ingaan. Nog amper in hun nieuwe appartement
getrokken zijn ze door de koolmonoxide een tragische dood gestorven. Niets
kan het verdriet van hun kinderen en overige familie en bekenden wegnemen.
De daaropvolgende dagen vol onzekerheid over de veiligheid van het complex,
moeten voor alle bewoners zeer moeilijk en ingrijpend zijn geweest. De
bewoners van alle veertig nieuwe appartementen hebben op stel en sprong voor
een aantal weken hun huis moeten verlaten. Voor deze personen en alle
anderen die zich bij dit gebeuren betrokken voelden hebben we de plicht om
góed uit te leggen wat onze beslissing is.
Het OM kan op basis van de onderzoeksresultaten níet tot vervolging
overgaan.
De te hoge en dodelijke concentratie koolmonoxide is ontstaan door een
unieke combinatie van een aantal factoren die zich toen - van 27 tot en met
29 oktober 2007 - in het appartement aan de Architect Aartsplein 23 in
Rijen afspeelde. Deze factoren zijn met name van bouwkundige en technische
aard. Deze zal ik kort toelichten.
In de eerste plaats een niet deugdelijk gemonteerde pijp in de schacht. Door
het ontbreken van een goede, loodrechte afvoerpijp werd afvoer van rookgas -
het gas afkomstig uit de CV-ketel - belemmerd.
Hiernaast zorgden ontbrekende of slechte koppelingen in die afvoerpijp
ervoor dat rookgas in de schacht niet goed werd afgevoerd.
Omdat bovendien de wanden van de schacht kieren vertoonden, kon rookgas in
de woning instromen. De afvoer en de schacht hadden kort samen gevat een
gesloten systeem moeten zijn.
Tot slot schakelde de CV-ketel - hoewel Europees goedgekeurd - niet tijdig
af bij de gehinderde rookgasafvoer.
Voor genoemde tekortkomingen zijn verschillende bedrijven verantwoordelijk.
De bouwtechnische factoren zojuist genoemd zijn, zijn elk op zich NIET DE
OORZAAK van de koolmonoxidevergiftiging maar hebben samen met externe
factoren daartoe geleid (de externe factoren zijn onder ander windkracht,
windrichting, temperatuur). Dat het om een unieke combinatie van factoren
gaat blijkt uit het feit dat tijdens de reconstructie door het NFI - in de
toen nog niet aangepaste woning met de originele CV-ketel - de dodelijke
concentraties NIET zijn gehaald.
Het OM concludeert dat elk van de bouwtechnische tekortkomingen op zichzelf
niet dermate bepalend is geweest voor de fatale afloop dat dit kan leiden
tot een succesvolle vervolging van enig bij dit bouwproject betrokken
bedrijf of medewerkers ter zake het delict dood door schuld.
Maar: Ja, er zijn fouten gemaakt.
En ja, zonder deze fouten zouden deze dramatische gevolgen er niet zijn
geweest.
Maar: geen van de fouten afzonderlijk kan leiden tot de strafrechtelijke
conclusie "dood door schuld".
Het is van belang aan te geven dat de wet hoge eisen stelt aan de term dood
door schuld. Bij dood door schuld ga je uit van hoogst onvoorzichtig, zeer
onoplettend, roekeloos gedrag.
En dit is de toets die we als OM moeten doen. En dat niveau van
onvoorzichtigheid en onoplettendheid is door geen van de betrokken bedrijven
gehaald.
Openbaar Ministerie