Rechtbank Amsterdam
Voorwaardelijke celstraf voor briefschrijver Weesper school
Amsterdam, 23 oktober 2009 - De rechtbank heeft de man die in februari
van dit jaar bij een basisschool in Weesp een briefje met de de tekst
"Wordt deze school erger dan Dendermonde?" in de brievenbus heeft
gedaan, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden opgelegd.
De rechtbank is van oordeel dat door de tekst "Wordt deze school
erger dan Dendermonde?" die de verdachte bij de basisschool "de Terp"
in de brievenbus heeft gedaan, bij de medewerkers en de leerlingen van
die school, de angst kon ontstaan dat zij in gevaar waren. Vooral door
het in de tekst gebruikte woord "erger".
De rechtbank neemt hierbij in aanmerking dat kort voor dat verdachte
het briefje bij de school in de bus deed de dramatische gebeurtenissen
op de school in Dendermonde hadden plaatsgevonden.
Die gebeurtenissen in Dendermonde hebben ook in Nederland veel onrust
veroorzaakt en de onrust is in Weesp bovendien vergroot omdat daar,
vrijwel tegelijkertijd andere als bedreigend ervaren incidenten
plaatsvonden.
De verdachte bedoelde het briefje als een uiting van angst en had niet
de bedoeling om iemand te bedreigen of de opzet om vrees aan te jagen,
maar, door het briefje met die tekst bij de school in de brievenbus te
doen, heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank op de koop
toegenomen dat de school de tekst als een bedreiging zou ervaren.
De conclusies van de psychiater en de psycholoog, die de verdachte
hebben onderzocht en zeggen dat de kans op herhaling groter moet
worden geschat als verdachte niet wordt behandeld, komen niet overeen
met het gegeven dat de verdachte (55) niet eerder met justitie in
aanraking is gekomen.
Verdachte heeft tegenover de deskundigen en tijdens de behandeling op
de terechtzitting verklaard geen behandeling (meer) te wensen. Op de
terechtzitting heeft verdachte bovendien verklaard dat hij zichzelf
een manier heeft aangeleerd om met zijn angsten om te gaan. Hij krijgt
hierbij hulp van zijn partner.
De rechtbank acht het, gelet op de houding van verdachte op de
zitting, aannemelijk dat verdachte erg onder de indruk is van de
gevolgen van zijn handelen. De reclassering denkt dat het risico op
herhaling laag is.
De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding voor de oplegging van een
behandeling en volstaat met de oplegging van een voorwaardelijke straf
voor de duur van twee maanden.
LJ Nummer
BK1130
Zie het origineel
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum actualiteit: 23 oktober 2009 Naar boven