Antwoord op
Kamervragen over de aanpak van bijensterfte
21 oktober 2009 - kamerstuk
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG
Algemene Inspectiedienst
De Voorzitter van de Tweede Kamer Beleidsinteractie en Strategie
Prins Clauslaan 8
der Staten-Generaal Postbus 20401
Postbus 20018 2500 EK DEN HAAG
2500 EA DEN HAAG www.minlnv.nl
Onze referentie
TRCAID/2009/1912
Uw referentie
2009Z18094
Datum 21 oktober 2009
Betreft Kamervragen over de aanpak van bijensterfte
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik u de antwoorden op de vragen die gesteld zijn door het lid Thieme
(PvdD) over de aanpak van bijensterfte.
1.
Kent u het bericht "AID en handhaving"? 1)
Ja.
2.
Is het waar dat er aan imkers die getroffen worden door plotselinge sterfte van
bijenvolken te verstaan wordt gegeven dat er geen budget is voor nader
onderzoek? Zo ja, waarom? Zo nee, op welke wijze wordt onderzoek gedaan en
wat is er voor nodig voor onderzoeksbudget in aanmerking te komen?
Nee. De Algemene Inspectiedienst (AID) heeft naar aanleiding van een melding
van bijensterfte door de betreffende imker controles uitgevoerd bij een aantal
telers in de omgeving van de bijenkorven. Er zijn geen aanwijzingen gevonden
voor onzorgvuldige bespuitingen door een teler, die verband zou kunnen hebben
met de bijensterfte bij de betreffende imker. Alleen bij concrete aanwijzingen laat
de AID bijenmonsters analyseren op het aanwezig zijn van
gewasbeschermingsmiddelen, ter ondersteuning van de bewijsvoering.
In dit geval zag de AID geen reden om de monsters te laten onderzoeken.
De controleur heeft dit ook aan de betrokken imker meegedeeld. Daarbij is het
budget voor monsteranalyse ter sprake gekomen, maar dat is niet de reden
waarom de AID de bijenmonsters niet heeft laten analyseren.
Pagina 1 van 3
3.
Is het waar dat bij een verdacht vaste plantenbedrijf in de omgeving van het
beschreven voorval sprake was van het gebruik van zeer giftige bestrijdings-
middelen en het niet op orde zijn van het logboek?
De AID heeft geen constateringen gedaan van gebruik van niet toegelaten
middelen of het gebruik van middelen in strijd met de gebruiksvoorschriften.
Bij één teler is geconstateerd dat het logboek niet goed was bijgehouden.
4.
Is het waar dat de Algemene Inspectiedienst (AID) de betreffende kweker in
de gelegenheid zou hebben gesteld het logboek achteraf bij te werken en dat
de AID pas daarna controle uitoefende? Zo ja, hoe verhoudt zich dit tot het
zerotolerancebeleid dat u omschreef als staand beleid in uw antwoord op eerdere
vragen? 2) Zo nee, hoe zeker bent u daarvan?
Nee. De AID heeft een controle op gewasbeschermingsmiddelen bij de teler
uitgevoerd. Na constatering van het niet bijgehouden logboek heeft de AID
de teler de mogelijkheid geboden dit te herstellen. Het bijgewerkte logboek is op
een later moment gecontroleerd.
Het zero tolerance beleid waaraan u refereert, betreft het handhavingsbeleid op
het gebied van misbruik van gewasbeschermingsmiddelen. Daarvan heeft de AID
geen constateringen gedaan.
5.
Bent u bereid bij het ontbreken van correcte logboekinformatie direct handhavend
op te treden? Zo nee, waarom niet?
Ja. De controleur van de AID treedt handhavend op. Daarbij weegt hij op basis
van de controlebevindingen zorgvuldig af welk instrument hij zal inzetten om de
gecontroleerde tot naleving te bewegen. Bij een eerste constatering van een niet
bijgehouden logboek, waarbij de controleur geen vermoeden heeft van misbruik
van gewasbeschermingsmiddelen, is het bieden van de mogelijkheid tot herstel
binnen een bepaalde termijn een passende maatregel. Als bij hercontrole blijkt dat
het logboek nog niet in orde is, maakt de controleur een boeterapport op.
6.
Bent u bereid individuele imkers bij te staan bij onderzoek naar bijensterfte
binnen hun populaties, gelet op het feit dat de problemen niet in kaart zijn
gebracht en het aantal imkers mede onder invloed van de problemen van de bij
snel afneemt? Zo ja, op welke termijn en wijze? Zo nee, waarom niet?
Pagina 2 van 3
Algemene Inspectiedienst
Beleidsinteractie en Strategie
Zoals ik uw Kamer reeds eerder heb meegedeeld, stel ik de komende 3 jaar in
totaal 1 miljoen beschikbaar voor nader onderzoek naar bijensterfte.
Voor de invulling daarvan wordt op dit moment een onderzoeksvoorstel gemaakt. Datum
21 oktober 2009
In dit onderzoek wordt nauw samengewerkt tussen WUR, het Nederlands Centrum
Onze referentie
voor bijenonderzoek (NCB) en het European Invertebrate Survey Nederland TRCAID/2009/1912
(EIS).
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
1) Imkerplatform.nl, 30 september 2009
http://www.imkerplatform.nl/component/content/article/1-bestrijdingsmiddelen/101-aid-en-
handhaving
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2009-2010, nr. 12
Pagina 3 van 3
---- --
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit