Betreft: aanvulling op beleidsplan SEGV van 22 december 2008
Geachte voorzitter,
In december 2008 heeft het kabinet aan de Kamer het beleidsplan1 toegezonden
voor de aanpak van de Sociaal Economische Gezondheidsverschillen (SEGV). Op
enkele onderdelen zou u nog verder worden geïnformeerd: een kabinetsreactie op
het advies over de parallelle belangen bij gezondheid van de Sociaal-Economische
Raad (SER), de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ), de Onderwijsraad
en de Raad voor het openbaar bestuur (Rob); en een nadere analyse van cijfers
die inzicht geven in de SEGV. De adviezen en de analyse van de cijfers zijn als
bijlage toegevoegd.
Met deze brief wordt aan de toezeggingen voldaan. Het is daarmee geen
zelfstandige beleidsbrief en moet in nadrukkelijke samenhang met het beleidsplan
SEGV van 2008 gelezen worden.
1. Achtergrond en korte samenvatting van het beleidsplan SEGV 2008
Het Coalitieakkoord streeft naar het terugdringen van de invloed van
sociaaleconomische achtergronden op de gezondheid. Als de gemiddelde
levensverwachting stijgt, dan mogen mensen met een lage opleiding en een laag
inkomen niet achterblijven. De huidige cijfers laten echter grote verschillen zien.
De laagst opgeleide mannen en vrouwen (hoogstens basisonderwijs) leven
respectievelijk 7 en 6 jaar korter dan mensen met een HBO/WO-opleiding. Het
verschil in gezonde levensverwachting is respectievelijk 19 en 16 jaar. Dit
gegeven is voor het kabinet een belangrijk signaal dat de gezondheid van laag-
opgeleide mensen kan en moet verbeteren. Tegelijkertijd moet het kabinet
vaststellen dat het niet alleen de overheid is die aan het verbeteren van de
gezondheid van laag-opgeleide mensen kan bijdragen.
Mensen hebben belang bij en verantwoordelijkheid voor hun eigen gezondheid.
Maar juist ook andere actoren zoals familie, scholen, gemeenten, werkgevers en
de gezondheidsector zelf hebben baat bij de gezondheid van anderen. In de
preventievisie2 is aangegeven dat de belangen van de verschillende partijen
positief op elkaar kunnen inwerken en elkaar kunnen versterken. Daar zet dit
kabinet op in. Het tegengaan van gezondheidsschade en het boeken van
gezondheidswinst is een zaak van ons allemaal.
1 Naar een weerbare samenleving. TK 2008-2009, 22 894 nr. 209
2 Gezond zijn, gezond blijven, een visie op gezondheid en preventie, 2007
In het beleidsplan SEGV 2008 staan tal van maatregelen die het kabinet in gang Directie Publieke
heeft gezet die bijdragen aan het verminderen van sociaaleconomische Gezondheid
achterstanden. Het gaat om maatregelen in de gezondheidszorg, maar vooral ook
in andere sectoren, onder andere op het gebied van schoolverlaters met Ons kenmerk
convenanten Voortijdig Schoolverlaten, participatie met het tegengaan van PG/OGZ-2950782
laaggeletterdheid, gezonde leefomgeving met binnenmilieu in huizen en
ondersteuning van lage inkomens met onder andere schuldhulpverlening. In het
kabinetsbeleid heeft de aanpak van krachtwijken een bijzondere plaats.
2. Reactie op adviezen, rapporten en analyses
In september 2008 heb ik namens het kabinet de RVZ, Rob en Onderwijsraad,
alsmede de SER, gevraagd om visie en advies over parallelle belangen bij
gezondheid en preventie. VWS heeft de Raden in het bijzonder gevraagd
aanbevelingen te doen over de versterking van de bijdrage van de scholen, het
lokale bestuur en bedrijven aan de gezondheid van leerlingen, burgers/
wijkbewoners en werknemers. Op 19 mei jl. zijn de rapporten "Buiten de
gebaande paden" van RVZ, Rob en Onderwijsraad, en "Een kwestie van gezond
verstand: breed preventiebeleid binnen arbeidsorganisaties" van de SER aan mij
aangeboden.
Het kabinet heeft veel waardering voor de wijze waarop de Raden in nauwe
samenwerking tot hun adviezen zijn gekomen. Ze hebben daarmee een goed
voorbeeld gegeven van de mogelijkheden en de kracht van intersectorale
samenwerking tussen verschillende domeinen ten behoeve van de gezondheid.
Bij de voorbereiding van de kabinetsreactie op de adviezen is een bijeenkomst
georganiseerd om de veldorganisaties in diverse sectoren te vragen naar hun visie
op de adviezen.
De Raden concluderen dat intersectoraal beleid nodig is om gezondheidswinst te
boeken. Nadrukkelijke samenwerking en afstemming, zowel op rijks- als op lokaal
niveau, is daarvoor gewenst. In hun advies richten de Raden zich op de bijdragen
die onderwijs, lokaal bestuur en bedrijven kunnen bieden om
gezondheidsproblemen te voorkómen.
Het kabinet is over het geheel genomen enthousiast over het advies van de Raden
want het ziet daarin een bevestiging van het ingezette beleid. De voornemens in
het beleidsplan SEGV 2008, zoals hierboven kort samengevat, kunnen
voortvarend verder worden uitgevoerd.
Het voorstel van de Raden om interdepartementaal extra inzet te plegen heeft het
kabinet al eerder opgepakt. Het beleidsplan SEGV 2008 is daarvan een voorbeeld.
Het daarbij gevoegde overzicht van de beleidsinitiatieven in de verschillende
sectoren geeft een goed beeld van de beleidsmatige inzet bij beleidstrajecten in
andere sectoren voor de gezondheid. Maar ook na december 2008 is het kabinet
met deze interdepartementale samenwerking ten aanzien van gezondheid verder
gegaan.
Zo gaat bijvoorbeeld VenW in samenwerking met VROM de
Gezondheidseffectscreening (GES) toepassen in de Plan-m.e.r. waarover de kamer
Pagina 2 van 5
in juli dit jaar middels een brief over is geïnformeerd3. VWS organiseert samen Directie Publieke
met VenW, het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en de Gezondheid
Fietsersbond in 2010 de campagne `heel Nederland fietst'. Het
natuurspeelprogramma `natuursprong, bewegen tot je groen ziet', is een Ons kenmerk
gezamenlijk initiatief van LNV, VWS, Staatsbosbeheer, het NISB, en Jantje Beton. PG/OGZ-2950782
Bij het programma Groen en de Stad zijn het Rijk, gemeenten, bedrijven en
maatschappelijke organisaties zoals woningbouwverenigingen betrokken. Het
convenant voor de aanpak van binnenmilieu op scholen ligt gereed om
ondertekend te worden door de VNG, OCW en VROM.
Een ander goed voorbeeld van intersectorale samenwerking ten aanzien van
gezondheid is het traject Gezond Lokaal-Centraal, waarin VWS, VNG en GGD
Nederland samenwerken, of het experiment de Gezonde Wijk met een
gebiedsgerichte, intersectorale aanpak. In dit verband is op 23 juni 2009 het
bestuurlijk akkoord `de verbinding' ondertekend tussen de G4 en het Rijk om
gezondheidsachterstanden terug te dringen. Zorgverzekeraars hebben hun
medewerking toegezegd aan de uitvoering van dit akkoord.
SZW zet met J&G en gemeenten in op participatie en gezondheid. Voorbeelden
hiervan zijn de langdurigheidstoeslag en categoriale bijzondere bijstand ten
behoeve van de bevordering van maatschappelijke participatie van kinderen4.
Voor dit laatste traject heeft het kabinet in 2009 (net als in 2008) 40 miljoen euro
extra beschikbaar gesteld5.
Bij verdere implementatie van het beleidsplan SEGV 2008 en andere initiatieven
zoals hierboven, zal het kabinet nadrukkelijk rekening houden met de
aanbevelingen van de Raden. Op een onderdeel wil het kabinet in deze brief apart
ingaan.
In het SER-advies is op een aantal punten geschreven over de rol en positie van
de bedrijfsarts. Het kabinet is van mening dat het huidige stelsel van de
bedrijfsarts en de Arbo-zorg deugdelijk functioneert. Er kunnen wel enkele
knelpunten worden benoemd, bijvoorbeeld de effectiviteit van de
doorverwijsfunctie van de bedrijfsarts. Het kabinet gaat onderzoek laten
verrichten op een aantal nader te benoemen knelpunten. Afhankelijk van de
uitkomsten zal bekeken worden of het nodig is een adviesaanvraag aan de SER te
richten.
In het beleidsplan SEGV 2008 van 22 december is aangegeven dat op twee
onderdelen nog nadere informatie werd verwacht. Het kabinet zou de Kamer
daarover inlichten. Het betreft twee analyses van het RIVM. De eerste analyse
gaat over de (kosten)effectiviteit van interventies en maatregelen die ten doel
hebben de gezondheidsverschillen tegen te gaan. Het rapport is meegenomen in
het advies van de Raden. Daarnaast heeft het RIVM een analyse gemaakt van de
robuustheid van de CBS-cijfers over SEGV en heeft een internationale vergelijking
uitgevoerd. De aanbevelingen van het RIVM sluiten naadloos aan bij het advies
van de RVZ, Rob en de Onderwijsraad om tot betere interdepartementale
afstemming te komen.
3 TK 2008-2009, 29 385 nr. 51
4 TK 2007-2008, 31 441 nr. 1 Pagina 3 van 5
5 TK 2007-2008, 24 515 en 31 200 nr. 121
Het kabinet is met het beleidsplan van december 2008 en de interdepartementale Directie Publieke
afstemming die in steeds grotere mate plaatsvindt op de goede weg. Gezondheid
Ons kenmerk
3. Conclusie PG/OGZ-2950782
Zoals in de adviezen te lezen is, gaat het bij het verbeteren van gezondheid om de
invloed van beleid op diverse terreinen op deze gezondheid. Intersectoraal
gezondheidsbeleid is van ons allen. Zo dragen een gezonde leefomgeving met
voldoende sport- en beweegmogelijkheden, de werkplek, een goede opleiding en
een maatschappij waarin mensen zich veilig voelen bij aan een goede gezondheid.
Werkgevers, bedrijven, zorgverzekeraars, het onderwijs, de rijksoverheid en
vooral ook de gemeenten hebben een rol in de fysieke en sociale omgeving
waarbinnen mensen zich begeven. Ook zij hebben belang bij gezond levende
Nederlanders. We zijn partners in gezondheid.
In de dagelijkse praktijk zijn er vele positieve voorbeelden van kleinschalige
initiatieven om gezondheidsproblemen te voorkomen. Wat het kabinet meer is
gaan organiseren, is systematische aandacht voor intersectoraal
gezondheidsbeleid. Niet alleen door VWS, maar door het voltallige kabinet. Die
systematische aandacht voor gezondheid en de effecten van beleid op gezondheid
in verschillende sectoren, zal er uiteindelijk toe gaan leiden dat
gezondheidsaspecten bij alle beleidsdossiers vanzelfsprekend aan de orde komen.
Dat moet het voor de mensen in de dagelijkse praktijk makkelijker maken om in
de diverse sectoren de gezondheid van mensen te stimuleren. Het advies van de
Raden om tot een versterkte inzet van dit kabinet te komen, bevestigt dat het
kabinet hiermee de goede keuzes heeft gemaakt.
Hoewel het kabinet verwacht dat de uitwerking van het beleidsplan SEGV 2008
voor alle Nederlanders effect zal hebben, zal een potentieel grote
gezondheidswinst te behalen zijn bij de laag-opgeleiden6. Het kabinet verwacht
dan ook een stijging van de gezonde levensverwachting van laag-opgeleiden. Het
kabinet constateert daarmee dat de ambitie zoals in 2001 geformuleerd door de
commissie Albeda (3 gezonde levensjaren erbij in de periode 2001-2020) naar alle
waarschijnlijkheid ook gerealiseerd gaat worden. Naar aanleiding van een analyse
van de trendcijfers in de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2014 van het
RIVM, zal het kabinet de Kamer verder informeren in de Preventienota 2014 over
zijn ambities op dit vlak.
Maar ook in de komende jaren zal intersectorale samenwerking en aandacht voor
SEGV een belangrijke plaats innemen in het gezondheidsbeleid. De eerstvolgende
Preventienota komt in 2010. Ik zal in deze Preventienota expliciet ingaan op de
intersectorale samenwerking.
6 Het percentage rokers onder laag-opgeleiden is 33,4% ten opzichte van 17,3% onder Pagina 4 van 5
hoogopgeleiden (RIVM, 2008)
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Directie Publieke
Gezondheid
Hoogachtend,
Ons kenmerk
de minister van Volksgezondheid, PG/OGZ-2950782
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport