KPMG

Recessie versnelt omschakeling naar indirecte belastingheffing

20|10|09 - Steeds meer overheden nemen actief maatregelen om de indirecte belastingbaten te verhogen en de fiscale grondslag voor vennootschapsbelastingen te vergroten.

Dit blijkt uit de 2009 uitgave van de Corporate and Indirect Tax Rate Survey van KPMG. Zowel in Europa als Latijns-Amerika blijkt een eind te zijn gekomen aan de langdurige daling van het percentage aan belasting dat wordt geheven op de winsten van ondernemingen.

"Wellicht wordt slechts tijdelijk een pas op de plaats gemaakt en doet de concurrentiedruk de vennootschapsbelastingtarieven op termijn weer dalen", constateert Wilbert Kannekens van KPMG Meijburg & Co. Kannekens: "Er zijn echter duidelijke signalen dat verdere dalingen zullen worden betaald door omvangrijke inperkingen van aftrekposten en door een strengere handhaving."

In Latijns-Amerika blijkt het gemiddelde percentage aan vennootschapsbelasting voor het eerst sinds 2004 niet te zijn gedaald. Het tarief bleef onveranderd op 26,9%. In Europa bleef het gemiddelde tarief op 23,2%. Voor het eerst in 13 jaar was er geen daling in vergelijking met het voorafgaande jaar.

Alleen in de Asia Pacific-regio zette de daling van het gemiddelde percentage zich in hetzelfde tempo voort als in de voorafgaande jaren, met een daling van 28,4% in 2008 naar 27,5% in 2009. Het percentage aan indirecte belastingheffing, voornamelijk bestaande uit BTW en soortgelijke belastingen op goederen en diensten, steeg in Europa van 19,5 naar 19,8% en in Latijns-Amerika van 15,9 naar 16,2%. In de Asia Pacific-regio was een kleine daling van het indirecte belastingpercentage te zien van 10.9 naar 10.8%.

"In het algemeen zijn indirecte belastingen heel stabiel", weet Kannekens. "In de voorafgaande jaren was veelal sprake van een jaarlijkse daling van de belastingheffing op ondernemingswinsten, terwijl de indirecte belastingen ongeveer gelijk bleven. De afgelopen vijf of zes jaar is er dus een langzame maar gestage stijging geweest van het aandeel van de indirecte belastingbaten in de inkomsten van vele regeringen. Nu zien we echter dat er actievere maatregelen worden genomen in deze richting. Meer dan 150 landen hebben nu een systeem van indirecte belastingheffing en dat aantal stijgt jaarlijks."

Dit jaar blijken veel regeringen bovendien maatregelen te hebben getroffen om hun fiscale grondslagen te verbreden. Kannekens: "Dit uit zich onder meer in een scherpere handhaving van de regelgeving met betrekking tot transfer pricing, de aanscherping van de regelgeving met betrekking tot passief inkomen binnen een groep, de beperking van de aftrekbaarheid van rentebetalingen en de aanscherping van overige anti-misbruikbepalingen waaronder bijvoorbeeld het opnemen van 'tax havens' op zwarte lijsten. Tegelijkertijd is de internationale samenwerking tussen fiscale autoriteiten aanzienlijk toegenomen, vooral bij het aanpakken van belastingparadijzen en het uitwisselen van informatie.

Het moet nog blijken of deze samenwerking ertoe leidt dat de landen met de laagste percentages onder druk worden gezet om zich meer aan te sluiten bij het gemiddelde. Waarschijnlijk zullen de vennootschapsbelastingtarieven in de hoogste schijven uiteindelijk weer gaan dalen, maar moeten ondernemingen dan op andere manieren voor deze tariefdalingen gaan betalen. Er bestaat dan ook een gerede kans dat de effectieve belastingpercentages voor wereldwijd opererende ondernemingen zullen gaan stijgen door de verbreding van de fiscale grondslagen."