Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Bijlage 1

Tariefstelling rijksbaggerdepots1

Berekend is het tarief voor de depots Slufter (rijksdeel), IJsseloog en Hollands Diep conform de voorschriften van het Besluit `Vaststelling aanwijzingen inzake verrichten marktactiviteiten door organisaties binnen de rijksdienst'. Daarbij zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
de drie depots zijn gelijkwaardig en worden als samenhangende eenheid beheerd en geëxploiteerd, daarom zal voor alle drie hetzelfde tarief gelden voor het vultempo is het naar huidig inzicht meest realistische scenario aangehouden, dat uitgaat van vulling in 2030 tot aan de strategische reserve van 5 miljoen m3 in situ
de totale life cycle-kosten worden in het tarief verdisconteerd, dat wil zeggen alle kosten voor aanleg, beheer, exploitatie, grondwaarde en OZB2, eindinrichting/afwerking en nazorg
in het tarief zijn een in de markt gebruikelijke winstopslag alsmede opslagen voor vennootschapsbelasting en BTW verdisconteerd.

De investeringen, toegerekend naar de huidige restcapaciteit van 55 miljoen m3 in situ en geïndexeerd naar prijspijl 2009, bedragen voor de depots Slufter (rijksdeel), IJsseloog en Hollands Diep tezamen 237 miljoen euro.

De kosten voor beheer, exploitatie eindinrichting en nazorg van de drie depots bedragen voor de periode 2009-2030 in totaal 147 miljoen euro (prijspeil 2009). In deze periode wordt 50 miljoen m3 in situ geborgen, waardoor na afloop een strategische reserve van 5 miljoen m3 in situ resteert.

Uitgaande van
rentetoerekening aan de activa van 4,5% per jaar een inflatiepercentage van 2,5% per jaar
een tariefstijging van 1% per jaar
een winstopslag van 8% per jaar (inclusief Vennootschapsbelasting) btw 19%
Wordt het een tarief (prijspeil 2009) per m3 in situ van 11.43 euro exclusief btw. Zandscheiden van bagger dat meer dan 60% zand bevat komt op 8,40 euro per m3 in situ exclusief btw.


1 Gebaseerd op de onderzoeksrapportage `Berekeningen kostenstructuur rijksbaggerdepots', FFact, april 2009.

2 Grondwaarde en OZB zijn gebaseerd op advies van Rijksvastgoed en Ontwikkelingsbedrijf, Ministerie van Financiën.