Platform Biologica


Lezing Rudy Rabbinge, 4 oktober, De Rode Hoed


Op 4 oktober vond de tweede aflevering plaats van de debatreeks "De toekomst van de landbouw en ons voedsel" (29 okt volgt aflevering 4). Een van de twee prominente sprekers tijdens het tweede debat was professor Rudy Rabbinge van de WUR. Rabbinghe, die bekend staat als een pleitbezorger van industriële landbouw, en die zich in het verleden vaak uitsprak tegen biologische landbouw, betoonde zich diplomatiek en deed een aantal uitspraken die verrassend goed aansluiten bij de standpunten van Biologica.

Prof. Rabbinge stelde o.a:

* dat gentech geen bijdrage heeft geleverd aan een verhoogde voedselproductie;

* dat de honger in de wereld een verdelingsvraagstuk is;
* dat er op dit moment voldoende voedsel is om de wereld te voeden;
* dat hij tegen biobrandstof is;

* dat er meer landbouw in en rond de stad moet plaatsvinden;
* dat de overheid de taak heeft om landbouwprijzen tot op zekere hoogte te stabiliseren;

* dat boeren zich moeten verenigen om tegenwicht te kunnen bieden aan de macht van supermarktinkooporganisaties.

Waar Rabbinge tegenover de biologische landbouw bleef staan staan, was in zijn geloof in de "groene revolutie", de invoering van de chemisch-industriële landbouw, die in de jaren '50 en de jaren '70 tot een een enorme productiestijging leidde. Een sterk beknopte weergave van de informatieve lezing:

"Groene" revolutie
De wereldvoedselproductie is in de afgelopen vier decennia sterker toegenomen dan de bevolkingsgroei. Per hoofd van de wereldbevolking is er dus meer voedsel. Als we naar de geschiedenis van de wereldvoedselproductie kijken, zien we een continue stijging van de productie. In Nederland produceerden we in het jaar 1400 ongeveer 800 kg tarwe per hectare per jaar. Nu gaan we richting 9000 kilo per hectare. Er waren echter twee momenten waarop de stijging een sterke opwaartse knik toonde: bij de invoering van de industriele landbouw in het westen, en vervolgens bij de de invoering van de industriele landbouw in Azie en Zuid-Amerika: de zogenaamde "groene revolutie".(1) Cruciale factoren bij zo'n productiestijging zijn niet alleen de technologie, maar ook de aanwezigheid van functionerende instituties, d.w.z. een stimulerende overheid, politieke wil en functionerende markten. Alleen in Afrika heeft de groene revolutie nooit plaatsgevonden, aldus Rabbinghe, en daar is de landbouwproductie dus ver achtergebleven.

Genoeg voedsel
Rabbinge stelt ronduit dat er op dit moment (2009) voldoende voedsel is om de wereld te voeden.
De voorspelde groei van de wereldbevolking is op dit moment: 9 miljard mensen in 2050. Dus niet meer 12 miljard, zoals een tijd lang is gezegd. Dit is o.a. een gevolg van de emancipatie. Mogelijk gaat het aantal nog lager uitvallen. Als we op de wereldkaart naar de bevolkingsdichtheid kijken, valt op dat verreweg de grootste aantallen mensen in India, Java en China wonen. Maar de honger daar is beperkt, omdat de productie ook hoog ligt.
In 1966 is al een berekening uitgevoerd, hoeveel mensen de wereld maximaal zou kunnen voeden. Daarbij werd uitgegaan van een grotendeels vegetarisch dieet, en restruimte voor recreatie. Deze berekening leidden tot een potentiele voedselvoorziening voor 146 miljard mensen. Dit betekent dat we in 2050 met de helft van het areaal de wereld in principe prima kunnen voeden. We kunnen dan het pesticidengebruik zwaar reduceren en houden veel ruimte over.
In sommige delen van de wereld wordt nu nog geen 10% gerealiseerd van wat potentieel mogelijk is. Met name Afrika blijft achter; daar heeft de "groene" revolutie nooit plaatsgevonden.

De waarde van biobrandstof
Rabbinge spreekt zich expliciet uit tegen biobrandstof. De waarde van gewassen hangt af van hun toepassing en neemt af als een afnemende reeks van 12 f-en: flowers, farmacy, flavour, fragrance, function molecules, fermentation products, vegetables, fruits, food, fother, fiber en fuel. In die volgorde neemt de waarde van de toepassing exponentieel af en neemt het benodigde areaal exponentieel toe. Bloemen zijn dus het meeste waard, brandstof het minste. Zes vierkante meter grond is voldoende om de hele behoefte aan farmacie van een persoon te dekken. Maar voor het voeden van een auto is een enorm areaal nodig. Biofuel is nieuwlichterij (2).

Afrika
Afrika heeft het grootste probleem met de toegang tot voedsel. De uitdaging is dan ook om de economische ontwikkeling daar te versterken. Daarvoor is echter ook politieke wil nodig in de betreffende landen. De tragische werkelijkheid is dat in de landen waar de landbouw het grootste deel van het BNP uitmaakt, het overheidsbudget voor landbouwontwikkeling percentueel het laagste is:
4 %. M.a.w. er is in Afrika een groot gebrek aan politieke wil bij de leiders om zelf in landbouw te investeren. Rabbinge sprak met Koffi Anan, die geinteresseerd was in Rabbinges pleidooi voor een derde groene revolutie. "Kennelijk heeft Koffi niet voldoende vertrouwen in de FAO en de eigen organisatie" aldus Rabbinghe (3). Afrika heeft een groot aantal handicaps bij het bedrijven van landbouw (4):
* Veel oude verweerde gronden.

* Veel endemische dierziekten en planten.
* Onregelmatige regenval.

* Afwezigheid van dominante voedselgewassen.
* Een groot aantal landbouwsystemen: 40 systemen.
* Dominante rol van vrouwen in de landbouw, die een beperkte toegang tot kredieten en hulpmiddelen hebben. Microkredieten kunnen grote rol spelen.

* Lage land en arbeidsproducitiviteit.

* Gebrek aan investering in onderzoek.

* Gebrek aan kennisinfrastructuur.

* Gebrek aan functionerende academischhe instituten.
* Brain drain.

* Niet functionerende lokale en regionale markten.
* Verouderde landrechten.

* Geen stimulerende politieke en economische omstandigheden.
* Ontoereikende capaciteit om mondiale besluitvorming te beinvloeden.

* Gebrek aan goed beleid.

Stadslandbouw
Rabbinge signaleert dat in 2050 minimaal 50% wereldbevolking in steden zal wonen. Hij houdt daarom een pleidooi voor "stadslandbouw". Hieronder verstaat hij "metropolitan" landbouw, die grootschalig en industrieel is aangepakt, in tegenstelling tot "urban" landbouw zoals Biologica die voorstaat. "Metropolitan agriculture is duurzaam en milieuvriendelijk. Maar het is intensieve landbouw. Als je consequent diervriendelijk en milieubewust wil zijn, moet je vegetarier zijn. Maar als je dat niet bent, stem je dagelijks drie keer als je naar de supermarkt gaat. En dan zie je dat mensen toch veelal voor goedkoop kiezen. Je kunt wel een moreel beroep op veel mensen doen, maar consumenten maken zelf de keuze in de winkel."

Prijsregulering en de macht van supermarkten
Rabbinghe gaat in op de machtsverdeling in de voedselketen. In Europa wordt 70 procent van alle voedsel in supermarkten verkocht. Dat wil zeggen dat circa 50 managers in Europa bepalen wat 6 miljoen boeren moeten produceren en wat 500 miljoen consumenten kunnen kopen en eten. Zij bepalen dus grotendeels ook de prijzen.
Een beetje prijswisseling kan je als landbouwsector aan. "Maar ik steun volstrekt niet het pleidooi dat de overheid zich helemaal zou moeten terugtrekken uit de markt. Er is een zekere stabiliteit nodig. Hoe kan je voorkomen dat de prijzen onderuitgaan, als 50 mensen in Europa daarover beslissen? Je kunt met voorraaden werken. Ik ben niet voor een volledig gereguleerd systeem. Hoe kan je de macht van supermarkten balanceren? Daar is alleen tegenmacht mogelijk: dat boeren zich organiseren in cooperaties, en op die manier een tegenwicht kunnen bieden aan inkopers en supply chain managers."

Losse onderwerpen n.a.v. vragen uit publiek:

Duitsland, Engeland, Frankrijk, Nederland
In Europa zijn drie typische reacties bij landbouwcrisissen te onderscheiden, die historisch bepaald zijn. Engeland volgt al sinds de 2e helft van de 19e eeuw een liberalisatiemodel, waardoor het het laagste aantal boeren heeft in Europa. In die tijd kwam ineens een vloed van goedkoop graan uit nieuwe wereld met stoomboten naar Europa; de Europese markt duvelde ineen. De Engelsen lieten de boeren gewoon failliet gaan; deze werden arbeiders in industrie. Frankrijk en Duitsland waren nog feodaal ingesteld en gooiden de grenzen dicht. Nederland was een handelsnatie en benoemde een commissie. Thorbecke koos voor versterkte concurrentiekracht van boeren, door de productieomstandigheden te verbeteren. Nieuwe landinrichting, oprichten afzetorganisaties, stimuleren van kennis en innovatie. En dit is tegenwoordig nog steeds het patroon: bij een crisis gaat Engeland liberaliseren, de Fransen en Duitsers beschermen, de Nederlanders stimuleren kennisbeleid.

Afrika vs Cambodja
We produceren voldoende voedsel op wereldschaal. Maar er is een enorm tekort in Afrika. In Cambodja zijn we na de Rode Khmer met kleine boeren gaan werken aan de landbouw. Dat leverde een enrome productiviteitsstijging op. Waarom lukt dit in Cambodja wel en Afrika niet? De Afrikaanse regeringen zijn vaak niet bereid om in landbouw te investeren. Cambodja heeft jonge alluviale gronden waar veel kan. Afrika heeft die goede gronden niet. Democratische stabiliteit is vaak een groot probleem. Zoals ik het zie, kan Afrika binnen 20 jaar makkelijk zelfvoorziening realiseren, als aan de randvoorwaarden wordt voldaan.

China
China is ervan overtuigd dat ze meer voedsel zullen moeten produceren. Ze zetten groot in op de aardappel, wat revolutionair is in dit rijstland. Bij een aardappel gaat 80% van de biomassa naar de knol. En de oogstzekerheid is groter, je kunt in noodgevallen halverwege al oogsten.

Het gezondste dieet
Het beste dieet is, voorzover ik weet, het Italiaanse dieet: veel vis, olijfolie, knoflook; volgens de Italianen is knoflook een mensenrecht. Italie heeft het laagste percentage darmkanker in Europa.

Gentech
GMO (genetische modificatie) speelt geen rol in mijn lezing vandaag. Want tot nu toe heeft GMO geen bijdrage geleverd aan een hogere voedselproductie.

Hoe gaat u in dit model om met de eindigheid van fossiele energiebronnen?
Veel berekeningen over het gebruik van fossiele brandstof in de voedselproductie zijn gebaseerd op het Amerikaanse systeem. Daar wordt veel verkwistender met energie omgegaan dan hier. We hebben vooral stroom nodig, die hoeft niet van brandstof te komen. Het olietijdperk gaat eindigen, dus we gaan naar het zonnetijdperk. Het benutten van zonne-energie kan beter en efficienter met moderne productiemethoden.

Wat houdt u zelf het meeste bezig?
De situatie in Afrika, daar ben ik voortdurend mee bezig. Met Koffi Anan. De grootste hindernis daarbij zijn de instituties.


---


1) Rabbinge houdt vast aan het model van de groene revolutie, vanwege de opvallende productiestijging. De gevolgen voor klimaat, biodiversiteit, cultuurlandschap en natuurlandschap, dierenwelzijn enzovoort, blijven bij Rabbinghe onderbelicht en zijn geen reden om afstand te doen van dit model.


2) Voor het telen van gewassen voor biobrandstof worden in de gangbare landbouw grote hoeveelheden fossiele brandstof gebruikt, een onzinnige uitruil.


3) Rabbinge lijkt hiermee te doelen op de rapporten van FAO en UNEP die zich uitspreken voor biologische zelfvoorzienende landbouw; hierin stelt hij zich lijnrecht tegenover Biologica op.


4) Bestudering van de lijst leert dat de meeste van deze drempels los staan van een keuze voor chemische of biologische landbouwmethoden. »