Raad voor de Journalistiek


#Rvdj Persberichten

Home Zoek Sitemap Contact English

footer

> Uitspraken > Recente uitspraken >
PRINTVERSIE
Hieronder volgen samenvattingen van recente uitspraken van de Raad voor de Journalistiek. Via de link die onder elke samenvatting is vermeld, kunt u de volledige uitspraak opvragen. Een uitspraak wordt altijd eerst aan de desbetreffende partijen gestuurd en enkele dagen later op de website van de Raad gepubliceerd.
---

Uitspraken vastgesteld d.d. 12 oktober 2009
door mr. Th. Groeneveld, voorzitter, mr. T.E. Klein, mw. M.J. Rietkerk, M. Ülger en mw. drs. I. Wassenaar, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. W.S. van Helvoort, plaatsvervangend secretaris.

KNVB / ELFvoetbal.nl
Uitspraak: gegrond
Klager maakt bezwaar tegen de publicatie van het bericht "Eredivisie: Roda JC en Sparta Rotterdam openen nieuw seizoen", waarin een schematisch overzicht is gegeven van de negen wedstrijden die in het eerste competitieweekend zouden worden gespeeld. Niet in geschil is dat het bericht onjuistheden bevat. Verweerder had dit kunnen voorkomen door de juistheid van het bericht te verifiëren, bijvoorbeeld door navraag te doen bij klager. Dat klemt te meer, nu verweerder ter zitting heeft verklaard zich ervan bewust te zijn dat informatie als de onderhavige regelmatig en vrijwel direct na plaatsing op het internet wordt overgenomen op andere websites. Verweerder had dus kunnen weten dat de - mogelijk onjuiste - informatie wijd verbreid zou worden. Niet is gebleken dat verweerder het belang dat is gediend met de publicatie van het speelschema heeft afgewogen tegen de belangen van klager. Zoals klager ter zitting heeft erkend, was met de publicatie geen wezenlijk en groot belang gediend. Voorts acht de Raad aannemelijk dat verweerder - gezien zijn specialisatie op het gebied van voetbalberichtgeving - ervan op de hoogte was c.q. had kunnen zijn, welke gevolgen de publicatie van een onjuist speelschema voor klager met zich zouden brengen en dat de belangen van klager derhalve geschaad konden worden. Door niettemin het onjuiste speelschema te publiceren, heeft verweerder jegens klager journalistiek onzorgvuldig gehandeld. (zie punten 1.1., 1.2. en 1.3. van de Leidraad van de Raad)
Naar aanleiding van een verzoek van klager heeft verweerder dezelfde dag een tweede bericht gepubliceerd onder de kop "KNVB boos op ELF Voetbal". De Raad is van oordeel dat deze publicatie de nadelen die klager van de eerste publicatie moet hebben ondervonden, onvoldoende heeft kunnen herstellen. Daarbij neemt de Raad in aanmerking dat klager aannemelijk heeft gemaakt dat van een conceptschema in het geheel geen sprake was. Het tweede bericht bevat derhalve opnieuw relevante onjuistheden, nu daarin ten onrechte is bericht dat sprake zou zijn geweest van een `nog niet geautoriseerd c.q. concept-schema, waarvan de juistheid door klager werd ontkend'. (zie punt 6.1. van de Leidraad)
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat verweerder aldus de grenzen heeft overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. Trefwoorden:

· Feitenweergave: onjuiste berichtgeving
· Rectificatie/weerwoord: rectificatie Publicatie op www.rvdj.nl/2009/55

M.G.J.E. Vos-Vester / M.A. Knul en Weekblad Huis aan Huis Uitspraak: ongegrond
In het Weekblad Huis aan Huis is een column verschenen van de hand van Knul, onder het pseudoniem V. Elsenaar, met de kop "Centenkwestie". Klaagster heeft allereerst aangevoerd dat Knul misbruik heeft gemaakt van zijn positie als columnist en niet onafhankelijk werkt. De Raad overweegt dat het feit dat een columnist een grote vrijheid geniet, onverlet laat dat ook hij geen misbruik van zijn positie behoort te maken, zijn werk in onafhankelijkheid verricht en (de schijn van) belangenverstrengeling dient te vermijden (zie punt 1.5. van de Leidraad van de Raad). De lezer moet in staat zijn de column op de juiste waarde te schatten. Verweerders hebben gemotiveerd gesteld dat bij de gemiddelde lezer bekend is dat Knul het pseudoniem V. Elsenaar hanteert en actief is binnen de politieke partij Democraten Velsen. Klaagster heeft dit niet betwist. Het is dan ook aannemelijk dat de gemiddelde lezer weet dat Knul in zijn columns zijn persoonlijke politieke standpunten naar voren kan brengen en derhalve hetgeen Knul schrijft op waarde weet te schatten. De Raad ziet daarom geen aanleiding voor het oordeel dat in dit geval sprake is van een overschrijding van de hiervoor geformuleerde norm. Verder heeft klaagster gesteld dat de column onjuistheden bevat en dat geen gelegenheid voor wederhoor is geboden. Klaagster heeft ter zake aangevoerd dat ten onrechte is vermeld dat de gemeente Velsen door toedoen van oud-wethouder Maks van een overschot op de jaarrekening in een tekort van 19,2 miljoen euro duikelde. De Raad acht deze omissie - gelet op de vrijheden van een columnist - niet van zodanige aard dat verweerders daarmee journalistiek onzorgvuldig jegens klaagster hebben gehandeld. Daarbij komt dat klaagster in de gelegenheid is gesteld haar standpunt ter zake nader toe te lichten in een reactie, die door verweerders integraal is geplaatst.
De klacht is ongegrond. (zie punt 3.1. van de Leidraad en vgl. onder meer RvdJ 2009/37)
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor, misbruik van positie

· Feitenweergave: onjuiste berichtgeving
· Rectificatie/weerwoord: weerwoord

· Aard van de publicatie: column
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/56

---

Uitspraken vastgesteld d.d. 8 oktober 2009
door mr. Th. Groeneveld, voorzitter, mr. T.E. Klein, mw. M.J. Rietkerk, M. Ülger en mw. drs. I. Wassenaar, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr. W.S. van Helvoort, plaatsvervangend secretaris.

de Nederlandse Klokkenluiderspartij / Leeuwarder Courant Uitspraak: ongegrond
Klaagster maakt bezwaar tegen berichtgeving, waarin aandacht is besteed aan een groot aantal WOB-verzoeken dat door klaagster c.q. haar voorzitter is ingediend bij de gemeente Leeuwarden. Het staat een journalist vrij over een dergelijk onderwerp te berichten en het gebrachte nieuws te voorzien van commentaar van een deskundige. Daarbij zullen klaagster en haar voorzitter - gelet op hun zelfgekozen publieke rol en hun positie in het publieke debat - zich een mate van kritische en polemische bejegening moeten laten welgevallen. (zie punten 1.1., 1.2. en 1.3. van de Leidraad van de Raad en vgl. onder meer RvdJ 2007/18)
Het voorgaande in aanmerking genomen acht de Raad het gebruik van de term `bonnetjesquerulant' niet journalistiek ontoelaatbaar. Daarbij neemt de Raad in aanmerking dat verweerder het gebruik van de term voor rekening van de geïnterviewde deskundige heeft gelaten. Ook overigens is naar het oordeel van de Raad objectief bezien geen sprake van een nodeloos grievende beschrijving van klaagster c.q. haar voorzitter.
Voor zover de klacht betrekking heeft op de publicatie van een ingezonden brief overweegt de Raad dat het ter beoordeling van de (hoofd)redactie staat of een ingezonden brief al dan niet wordt gepubliceerd. Plaatsing kan onder bijzondere omstandigheden leiden tot het oordeel dat de grenzen zijn overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. In dit geval is niets naar voren gekomen dat een dergelijk oordeel zou kunnen rechtvaardigen. De ingezonden brief bevat geen zodanige beschuldiging aan het adres van klaagster dat verweerder de gegrondheid ervan had behoren te onderzoeken dan wel van plaatsing van de brief had behoren af te zien. (zie punt 5.3. van de Leidraad) Verder overweegt de Raad dat de voorzitter van klaagster uitvoerig de gelegenheid is geboden zijn standpunten over de kwestie naar voren te brengen in een gepubliceerd interview. Het gebruik van de term `plaaggeest' in deze publicatie is niet van zodanig diffamerende aard dat verweerder met het gebruik ervan journalistiek onzorgvuldig jegens klaagster heeft gehandeld.
Ten slotte is niet gebleken dat de berichtgeving relevante feitelijke onjuistheden bevat.
Trefwoorden:

· Feitenweergave: grievende, onjuiste, tendentieuze berichtgeving

· Aard van de publicatie: ingezonden brieven, interview Publicatie op www.rvdj.nl/2009/53

de burgemeester van Eindhoven / R. Holtkamp en Eindhovens Dagblad Uitspraak: gegrond
In het Eindhovens Dagblad is een artikel verschenen onder de kop "'Airport moet enorm groeien'". De intro van het artikel luidt: "Burgemeester van Gijzel spreekt ambitie uit op vastgoedbeurs in RAI." Een dag later is een artikel verschenen onder de kop "'Geen intercontinentale vluchten vanaf Airport'" en weer een dag later een artikel onder de kop "Geen verre vluchten vanaf Eindhoven Airport". Naast het laatste artikel heeft de hoofdredactie de volgende tekst geplaatst: "In de krant van gisteren is een aanvullend bericht verschenen over de uitlatingen van burgemeester Rob van Gijzel over Eindhoven Airport. Helaas is de verkeerde tekst gebruikt. Hiernaast volgt de correcte tekst."
Kern van de klacht is dat in de eerste publicatie ten onrechte citaten aan klager zijn toegeschreven en dat verweerders hebben nagelaten de onjuiste berichtgeving deugdelijk te rectificeren. Klager heeft gemotiveerd gesteld dat hij de aan hem toegeschreven citaten niet heeft uitgesproken, hetgeen niet door verweerders is betwist. De reikwijdte van de citaten en de positie van klager als burgemeester in aanmerking genomen, hebben verweerders door de publicatie van die citaten jegens klager journalistiek onzorgvuldig gehandeld. De journalist van wie blijkt dat hij onjuist dan wel op een wezenlijk punt onvolledig heeft bericht, gaat - zo mogelijk op eigen initiatief
- op zo kort mogelijke termijn over tot een passende en ruimhartige rechtzetting, die ondubbelzinnig duidelijk maakt dat de berichtgeving in de te rectificeren publicatie of uitzending niet juist was. (zie punt 6. van de Leidraad van de Raad)
Naar het oordeel van de Raad is van een deugdelijke rectificatie geen sprake geweest. Immers, in de vervolgartikelen is gesteld dat er verwarring is ontstaan naar aanleiding van de eerste publicatie rond de ontwikkeling van Eindhoven Airport en dat klager ontkent voorstander te zijn van intercontinentale vluchten vanaf Eindhoven Airport. Zoals klager terecht stelt, is hiermee echter nog niet door verweerders duidelijk gemaakt dat zij klager onjuist hebben geciteerd. Het begeleidend commentaar naast het laatste artikel bevat evenmin een rectificatie: hierin wordt immers alleen vermeld dat de dag ervoor een onjuiste versie van het artikel is gepubliceerd. Door zo te handelen en na te laten hebben verweerders de grenzen overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. Trefwoorden:

· Feitenweergave: onjuiste berichtgeving
· Rectificatie/weerwoord: rectificatie
· Aard van de publicatie: citaat
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/54

---

Uitspraak vastgesteld d.d. 8 oktober 2009
door mr. Th. Groeneveld, voorzitter, mr. T.E. Klein, mw. M.J. Rietkerk en mw. drs. I. Wassenaar, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mr.W.S. van Helvoort, plaatsvervangend secretaris.

A. Verhoeven / A. van Eenennaam en ANP
Uitspraak: ongegrond
Op de webpagina van het ANP is een artikel verschenen onder de kop "SOS-arts voorlopig van baan (2)". Kern van de klacht is dat verweerders opzettelijk onjuist en misleidend over klagers initiatief hebben bericht. Klager acht met name de kop onzorgvuldig, omdat hij zijn initiatief wilde doorzetten, zij het in een andere juridische vorm.
Klager heeft aangevoerd dat Van Eenennaam uit irritatie de kop opzettelijk schadetoebrengend heeft geformuleerd, hetgeen Van Eenennaam gemotiveerd heeft betwist. Daargelaten de vraag welk standpunt juist is - hetgeen de Raad niet kan beoordelen - bestaat geen grond voor de conclusie dat sprake is van
ontoelaatbare berichtgeving. De kop is klager weliswaar onwelgevallig, maar zulks is onvoldoende voor de conclusie dat verweerders daarmee journalistiek onzorgvuldig jegens klager hebben gehandeld. Het is journalistiek gebruikelijk dat een artikel in de kop scherp wordt aangezet. Daarmee worden alleen de grenzen van journalistieke zorgvuldigheid overschreden als de kop geen enkele grond vindt in het artikel. Daarvan is hier geen sprake. Voor de lezer is voldoende duidelijk dat het initiatief zoals klager dat in eerste instantie voor ogen had, geen doorgang kon vinden, maar dat hij in januari 2010 met een aangepast initiatief wil beginnen. Een en ander is ook in overeenstemming met het persbericht dat klager op 9 juni 2009 heeft verspreid.
Er bestaat dan ook geen grond voor de conclusie dat verweerders journalistiek onzorgvuldig hebben gehandeld. Daarbij komt dat verweerders, geheel onverplicht, de kop alsnog hebben gewijzigd in "SOS-arts over andere boeg (2)" en de lead van het bericht hebben aangepast. De wijze waarop andere media vervolgens over de kwestie hebben bericht, kan verweerders niet worden toegerekend. Trefwoorden:

· Feitenweergave: onjuiste, misleidende berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl/2009/52

---

Uitspraken vastgesteld d.d. 2 oktober 2009
door mw. mr. H. Troostwijk, voorzitter, mr. B. Geersing, T.R. Harkema, J.M. van der Hart en mw. E.J.M. Lamers, leden, in tegenwoordigheid van mr. M.M.S. van den Berg, secretaris, en mr. W.S. van Helvoort, plaatsvervangend secretaris.

mr. M.R. de Wit / M. Knippen en Noordhollands Dagblad Uitspraak: ongegrond
De klacht is allereerst gericht tegen het artikel "Dynamic Gymnastics voor tuchtcommissie". De Raad overweegt dat deze publicatie een weergave van feitelijke aard bevat, namelijk van het feit dat door de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) een klacht tegen Dynamic Gymnastics is neergelegd bij de tuchtcommissie. Een feit dat door klager niet bestreden is. Voor dit artikel behoefde dan ook geen wederhoor te worden toegepast. Evenmin ziet de Raad aanleiding voor het oordeel dat deze publicatie onzorgvuldig zou zijn, enkel omdat de door klager gestelde einddatum van de arbeidsrelatie tussen klager en de stichting Dynamic Gymnastics niet is genoemd. Verder heeft klager bezwaar gemaakt tegen het artikel "De Wit opnieuw in overtreding". Klager heeft de stelling van verweerders, dat de KNGU heeft meegedeeld dat klager opnieuw in overtreding is, niet gemotiveerd bestreden. In de publicatie wordt aangesloten bij hetgeen door de KNGU naar buiten is gebracht. Het artikel bevat een feitelijke weergave van het niet bestreden feit dat klager tijdens een internationale wedstrijd in Duitsland heeft gecoacht voor de stichting. Onder deze omstandigheden waren verweerders niet gehouden klager gelegenheid te bieden tot wederhoor.
Alle omstandigheden in aanmerking genomen is de Raad van oordeel dat verweerders niet onzorgvuldig hebben gehandeld (zie punten 2.3.1. en
2.3.4. van de Leidraad van de Raad).
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: onjuiste berichtgeving Publicatie op www.rvdj.nl/2009/48

H. Bout / Peter R. de Vries, misdaadverslaggever (Endemol Nederland BV) en SBS6
Uitspraak: ongegrond
In een uitzending van `Peter R. de Vries, misdaadverslaggever' is aandacht besteed aan een moord waarvoor klager meer dan twintig jaar geleden is veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Aanleiding voor de uitzending was het verzoek van klager en enkele medestanders die geloven in de onschuld van klager om aandacht te besteden aan de zaak. Aan het eind van de uitzending wordt geconcludeerd dat er weliswaar vragen zijn over de rol van de medeverdachte op de moord, maar dat - mede gelet op de Amerikaanse rechtsgang - op de veroordeling van klager weinig valt af te dingen en dat er geen aanwijzingen zijn voor gerechtelijke dwaling.
De Raad overweegt dat verweerders door (aanhangers van) klager zelf zijn benaderd om een uitzending te maken over de moord. Verweerders hebben van te voren aangegeven dat er een tv-uitzending over klager zou worden gemaakt, en dat de zaak objectief en onafhankelijk zou worden belicht. Het staat verweerders vrij om een reportage in te kleden, op te bouwen, toe te spitsen, accenten te leggen, vorm te geven en feiten te selecteren zoals zij dat willen. Dat verweerders tot de conclusie zijn gekomen dat geen sprake was van een gerechtelijke dwaling, en dat deze conclusie voor klager onwelgevallig was, maakt dit niet anders. Evenmin ziet de Raad aanleiding voor het oordeel dat de aard van de uitzending zodanig is veranderd in de loop van het redactionele proces, dat klager toestemming had moeten worden gevraagd voor de uitzending van de reportage. Verweerders hebben klager vanaf het begin van het proces immers duidelijk gemaakt dat zij niet voor hem werkten (zie punten 1.2., 1.3. en 2.7.2. van de Leidraad van de Raad).
Verder is de Raad van oordeel dat de uitzending voor een groot deel opiniërende elementen bevat. Voor de kijker is het voldoende duidelijk dat de uitzending met name de persoonlijke mening van verweerders behelst. Dat neemt niet weg dat een journalist met de wijze waarop hij uiting geeft aan zijn persoonlijke mening grenzen kan overschrijden. Daarvan is hier echter geen sprake. In de uitzending komen geen kwalificaties of vergelijkingen voor die journalistiek ontoelaatbaar zijn. Dat klager de uitzending als suggestief en insinuerend ervaart, is daarvoor onvoldoende. Verweerders hebben klager geconfronteerd met de interviews die zij hebben afgenomen van zowel voor- als tegenstanders en de conclusies die zij op basis van het dossieronderzoek en die interviews hebben getrokken. Ook hebben verweerders klager geconfronteerd met tegenstrijdigheden in afgegeven verklaringen. Klager heeft zich derhalve over de door verweerders gestelde ongerijmdheden en tegenstrijdigheden kunnen uitlaten. Nu ook medestanders van klager aan het woord zijn gekomen, ziet de Raad geen grond voor het oordeel dat de uitzending eenzijdig was. Verder is geen sprake van een misleidende vertaling van hetgeen de advocaat van klager heeft gesteld (zie punten 1.1.,1.4., 1.5. en 2.3.1. van de Leidraad).
Verweerders hebben geen grenzen overschreden van hetgeen - gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid - maatschappelijk aanvaardbaar is, door over klager te berichten op de wijze als zij hebben gedaan.
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor, selectie van nieuws

· Feitenweergave: onjuiste, misleidende, tendentieuze berichtgeving

· Aard van de publicatie: citaat
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/49

X / P. Buss, C. Springelkamp en De Telegraaf
Uitspraak: gegrond
De klacht betreft twee artikelen over een schietincident, waarbij is vermeld dat klager - die in een winkelcentrum is neergeschoten - twintig jaar daarvoor zelf was veroordeeld voor het doodschieten van zijn vriendin. In de artikelen zijn de voor- en achternaam van klager genoemd.
Zoals de Raad eerder heeft overwogen is het de plicht van de journalist om, wanneer een slachtoffer en/of zijn naasten door het bericht herkenbaar kunnen worden, zich af te vragen of onevenredige benadeling van of leedtoevoeging aan deze personen het gevolg van de berichtgeving kan zijn. De journalist dient in dat geval het belang van deze personen te laten prevaleren en dus hun herkenbaarheid te vermijden. Het in berichtgeving over geweldsmisdrijven herkenbaar en identificeerbaar maken van slachtoffers kan niet zonder meer als een dergelijke onevenredig zware leedtoevoeging worden beschouwd. Uit de publicaties blijkt dat klager slachtoffer is geworden van een schietincident, zodat in beginsel het vermelden van zijn voor- en achternaam niet als een onevenredig zware leedtoevoeging kan worden beschouwd. In dit geval is desondanks sprake van onevenredige benadeling van klager. De Raad overweegt hiertoe dat klager door het gebruik van het woord `moordenaar' in de kop van het eerste artikel en het uitvoerig stilstaan bij het misdrijf dat klager twintig jaar geleden heeft begaan in het tweede artikel, niet zozeer als slachtoffer maar als veroordeelde van een ernstig misdrijf wordt geportretteerd. Niet is gebleken dat met de vermelding van de naam van klager een maatschappelijk belang is gediend, dat bovendien zwaarder weegt dan het individuele belang van klager. Klager had ook anoniem kunnen worden genoemd of hoogstens met initialen kunnen worden aangeduid zonder dat afbreuk was gedaan aan de aard en inhoud van de berichtgeving. Niet is gebleken dat door het weglaten van klagers volledige naam een onaanvaardbare onduidelijkheid voor de lezer zou zijn ontstaan.
Hieruit volgt dat verweerders niet op verantwoorde wijze het belang van klager bij de bescherming van zijn privacy hebben afgewogen tegen het maatschappelijk belang dat met de publicatie is gediend. De vermelding van klagers naam vormt een ongerechtvaardigde aantasting van klagers privéleven. Verweerders hebben aldus journalistiek onzorgvuldig gehandeld (zie punten 2.4.1. en 2.4.5. van de Leidraad van de Raad en vgl. onder meer: RvdJ 2008/32, 2007/82 en 2006/71). Trefwoorden:

· Privacy: slachtoffers/nabestaanden, verdachten/veroordeelden Publicatie op www.rvdj.nl/2009/50

Essers Filmproducties / A. Hertsenberg en `TROS Opgelicht?!' Uitspraak: deels gegrond
In `TROS Opgelicht?!' is aandacht besteed aan klachten over vermeende misleidende verkoopmethodes van klager.
Klager heeft allereerst gesteld dat hij niet van tevoren is ingelicht dat een telefoongesprek met hem werd opgenomen en zou worden uitgezonden. De Raad overweegt dat verweerders met de uitzending kennelijk hebben beoogd de kijker te informeren omtrent vermeende misstanden in de bedrijfsvoering van klager. De Raad acht het niet aannemelijk dat verweerders zonder toepassing van de gevolgde werkwijze niet aan het licht hadden kunnen brengen of bedoelde misstanden al dan niet bestaan. Verweerders hebben niet weersproken dat zij klager niet van tevoren hebben gemeld dat het telefoongesprek werd opgenomen en zou worden uitgezonden. Naar het oordeel van de Raad hebben verweerders daarom in zoverre journalistiek onzorgvuldig gehandeld jegens klager. Dit onderdeel van de klacht is dan ook gegrond (zie punt 2.1.6. en de inleiding van de Leidraad van de Raad). Verder heeft klager betoogd dat verweerders ten onrechte en op een verkeerde manier gebruik hebben gemaakt van vertrouwelijke gegevens. De Raad overweegt dat klager op eigen gelegenheid de bedrijfsgegevens aan verweerders heeft gezonden, met daarbij de kanttekening dat het om vertrouwelijke gegevens ging waarvan het niet vrij stond om die te publiceren. In de uitzending zijn echter geen stukken uit de overgelegde bedrijfsgegevens getoond. Verder heeft klager de jaarrekeningen aan verweerders verstuurd juist met het doel om verweerders inzicht te geven in de financiële situatie van het bedrijf zodat verweerders bij het maken van een uitzending hiermee rekening konden houden. Klager heeft dus doelbewust het risico genomen dat deze cijfers op enige wijze in de uitzending verwerkt zouden worden, zeker nu klager van tevoren bekend was met het soort uitzendingen dat verweerders maken. Dat in de uitzending is vermeld dat het bedrijf van klager op sterven na dood was, acht de Raad in dit geval geen inbreuk op de vertrouwelijkheid van de overgelegde gegevens. De klacht slaagt op dit punt niet.
Ten slotte heeft klager gesteld dat de uitzending onevenwichtig tot stand is gekomen en dat geen deugdelijke gelegenheid tot wederhoor is geboden. Ook dit onderdeel van de klacht is ongegrond. Klager is aangeboden medewerking te verlenen aan het programma. Dat hij om hem moverende redenen niet wenste in te gaan op de uitnodiging om in de uitzending te verschijnen, dient voor zijn rekening te blijven. Verder komt in de uitzending niet alleen de ondernemer met wie klager al enkele jaren een conflict heeft aan het woord, maar worden ook diverse andere ondernemers die klachten hebben over de werkwijze van klager aan het woord gelaten. De Raad ziet dan ook geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de punten 2.2.5. en 2.3.1. van de Leidraad zijn geschonden.
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: bandopnames, bronnen, hoor en wederhoor, misbruik van informatie
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/51

---

Uitspraken vastgesteld d.d. 17 augustus 2009
door mr. A. Herstel, voorzitter, mw. A.C. Diamand, mr. B. Geersing, mw. drs. M.G.N. Mathot en mr. drs. G.J. Wolffensperger, leden, in tegenwoordigheid van mw. mr. D.C. Koene, secretaris, en mw. mr. P.J. Blok, plaatsvervangend secretaris.

J.M. Jacobs / Aktueel Sportief
Uitspraak: ongegrond
In Aktueel Sportief is een artikel gepubliceerd met daarin een overzicht van Nederlanders die gedurende hun vakantie vermist zijn geraakt, onder wie de vader van klager. Van elk vermist persoon is een foto afgedrukt, waarbij de naam, woonplaats en de datum waarop de persoon is verdwenen, zijn vermeld. Voorts is bij elke persoon in een korte tekst een aantal bijzonderheden opgesomd over diens verdwijning. Hoewel de Raad begrip heeft voor het verdriet dat de nabestaanden kunnen ervaren naar aanleiding van de publicatie, zijn de aard en de context van de publicatie niet van zodanige aard dat verweerder na afweging van alle belangen voorafgaand aan de publicatie klager daarover had behoren te informeren. Objectief bezien wordt de vermissing van de vader van klager slechts als illustratie gebruikt in een algemeen verhaal over vermiste personen en vormt deze niet de essentie van de publicatie. Bovendien is gebruik gemaakt van informatie uit een voor iedereen toegankelijke bron, te weten de website van TROS Vermist.
De omstandigheid dat de informatie niet geheel juist is overgenomen, maakt nog niet dat verweerder daarmee journalistiek onzorgvuldig heeft gehandeld. Daarbij overweegt de Raad dat verweerder, gelet op de context waarin de vrijelijk toegankelijke informatie is geplaatst en de overige daarbij vermelde informatie, van de juistheid van de verdwijndatum mocht uit gaan. Verder is in het gewraakte artikel weliswaar op enigszins andere wijze geformuleerd dat de vader van klager na diens verdwijning nog in Amsterdam zou zijn gesignaleerd, maar daarmee is niet de suggestie gewekt dat de vader van klager zijn verdwijning in scene zou hebben gezet. Alle omstandigheden in aanmerking genomen is de Raad dan ook van oordeel dat verweerder met de publicatie geen grenzen heeft overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is.
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: onjuiste berichtgeving
· Privacy: foto's, vermelding persoonlijke gegevens Publicatie op www.rvdj.nl/2009/44

de Stichting Turnschool Dynamic Gymnastics / Webregio.nl Uitspraak: ongegrond
De klacht is gericht tegen het artikel "Geroyeerde gymleraar zoekt wraak via leerlingen". Daarin is onder meer vermeld dat bij klaagster een gymcoach actief is die door de Nederlandse gymnastiekunie (KNGU) voor het leven geschorst is.
Verweerder heeft niet bestreden dat in het artikel een aantal beschuldigingen jegens klaagster wordt geuit. Evenmin heeft verweerder weersproken dat klaagster voorafgaand aan de plaatsing van het artikel op vrijdag 15 mei 2009 geen gelegenheid tot wederhoor is geboden. De omstandigheid dat het een publicatie op internet betreft, maakt nog niet dat hoor en wederhoor achterwege kan worden gelaten. Voor de publicatie van redactionele artikelen geldt, óók bij plaatsing op internet, de in punt 2.3.1. van de Leidraad van de Raad geformuleerde norm.
Het gewraakte artikel is gebaseerd op reacties die de redactie heeft ontvangen naar aanleiding van een artikel dat twee weken daarvoor was gepubliceerd. In deze twee weken heeft verweerder onder meer contact gehad met enkele bronnen en de hem overgelegde stukken op zorgvuldigheid onderzocht. Niet valt in te zien dat niet ook nog enige tijd kon worden besteed aan het toepassen van wederhoor bij klaagster. Evenmin biedt de stelling dat een publicatie op internet eenvoudig kan worden hersteld, grond voor het oordeel dat hoor en wederhoor achterwege kon blijven. Daarbij acht de Raad van belang dat juist de snelheid van internet met zich brengt dat een eenmaal op internet gepubliceerd artikel binnen zeer korte tijd door anderen kan worden overgenomen. De Raad is dan ook van oordeel dat verweerder ten onrechte heeft nagelaten voorafgaand aan de publicatie van 15 mei 2009 het beginsel van hoor en wederhoor toe te passen. Verweerder heeft echter op eerste verzoek van klaagster het artikel van zijn website verwijderd en klaagster in de gelegenheid gesteld om alsnog op de geuite beschuldigingen te reageren. Dat klaagster tot twee maal toe heeft geweigerd van die gelegenheid gebruik te maken, kan verweerder niet worden verweten. Hoewel het beter ware geweest indien verweerder bij de herpublicatie van het artikel op internet zou hebben vermeld dat klaagster niet wenste te reageren, heeft verweerder door dat na te laten niet journalistiek onzorgvuldig gehandeld. Alle omstandigheden in aanmerking genomen is de Raad van oordeel dat verweerder met zijn handelwijze ná de publicatie van 15 mei 2009 zijn omissie voorafgaand aan die publicatie voldoende heeft hersteld. Ten slotte heeft klager gesteld dat het artikel tendentieus zou zijn en onjuistheden zou bevatten. De Raad stelt voorop dat hij niet beschikt over materiaal op grond waarvan hij kan vaststellen of het artikel onjuistheden bevat. De (vermeende) onjuistheden zijn door verweerder echter niet als feit gepresenteerd. Uit het artikel blijkt
- door gebruik van de termen `zou' en `volgens de personen die WebRegio benaderden' - genoegzaam dat het stellingen en beweringen van bronnen betreft. Bovendien heeft verweerder met de door hem overgelegde stukken aannemelijk gemaakt dat hij over zodanige bronnen en informatie beschikte, dat hij daarin aanleiding kon zien voor publicatie van de geuite beweringen. Naar het oordeel van de Raad heeft verweerder op dit punt dan ook niet journalistiek onzorgvuldig gehandeld.
Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Feitenweergave: misleidende, tendentieuze berichtgeving
· Rectificatie/weerwoord: rectificatie Publicatie op www.rvdj.nl/2009/45

de burgemeester van de gemeente Kampen / de Stentor Uitspraak: ongegrond
De klacht is gericht tegen het artikel "Boze bouwvakker gooit kont tegen de krib". In dit artikel wordt onder meer aandacht besteed aan een incident dat tot aanhouding van een bouwondernemer heeft geleid. De essentie van de publicatie is gelegen in het optreden van een bouwinspecteur in algemene zin en het effect daarvan op de bouwondernemingen in de gemeente Kampen. Klager heeft allereerst aangevoerd dat bij de totstandkoming van het artikel onvoldoende gelegenheid tot wederdoor is geboden.
Niet in geschil is dat voorafgaand aan de publicatie herhaaldelijk contact tussen partijen heeft plaatsgevonden, waarbij de gemeente om commentaar is gevraagd. Een deel van de publicatie is aan de reactie van de gemeente gewijd. De weergegeven reactie van de gemeente is nogal summier en erg algemeen gehouden. Aldus sluit die reactie niet goed aan op de rest van de publicatie, nu deze geen betrekking heeft op de concrete feiten en omstandigheden van het incident zoals die zijn geschetst door de geïnterviewde bouwondernemer. Uit hetgeen partijen hebben aangevoerd kan echter niet worden vastgesteld aan welke partij dit te wijten is. De omstandigheid dat de gepubliceerde reactie van de gemeente Kampen geen betrekking heeft op al hetgeen in het artikel naar voren is gebracht, is echter onvoldoende voor de conclusie dat de gemeente onvoldoende gelegenheid tot wederhoor is geboden. Alle omstandigheden in aanmerking genomen bestaat geen grond voor het oordeel dat verweerder op dit punt grenzen heeft overschreden van hetgeen, gelet op de eisen van journalistieke verantwoordelijkheid, maatschappelijk aanvaardbaar is. Ten slotte heeft klager gesteld dat de privacy van de betrokken ambtenaar door de publicatie onevenredig is aangetast. In het artikel zijn de naam, woonplaats, leeftijd noch de achtergrond van de betrokken ambtenaar vermeld. De Raad acht het dan ook niet aannemelijk dat de ambtenaar, door de wijze waarop hij in het artikel is aangeduid, voor het grote publiek in de publicatie herkenbaar is. Er bestaat geen grond voor het oordeel dat verweerder het belang van de ambtenaar bij de bescherming van zijn privacy onvoldoende heeft afgewogen tegen het maatschappelijk belang dat met de publicatie is gediend. Aldus kan niet worden geconcludeerd dat de privacy van de betrokken ambtenaar door de publicatie disproportioneel is geschaad. Dat de ambtenaar wellicht door een beperkte groep uit zijn directe (werk)omgeving in de publicatie is herkend, kan daaraan niet afdoen. Trefwoorden:

· Journalistieke werkwijze: hoor en wederhoor
· Privacy: vermelding persoonlijke gegevens Publicatie op www.rvdj.nl/2009/46

de Bond tegen het vloeken / `Nieuw Dier' (RTL5) Uitspraak: onbevoegd
In een uitzending van het televisieprogramma `Nieuw Dier' is op 9 januari 2009 een sketch getoond die een parodie bevat op het laatste avondmaal van Jezus. Voorts bevatte een andere aflevering van `Nieuw Dier' een aantal sketches waarin zowel Jezus als God werden nagespeeld.
De Raad overweegt dat de gewraakte uitzendingen louter althans voornamelijk bestaan uit elementen van niet-journalistieke aard, zoals (pogingen tot) satire en amusement. Deze elementen hebben een zodanige invloed op de uitzendingen dat deze in het geheel als van niet-journalistieke aard moeten worden aangemerkt. Het journalistieke normenstelsel is voor de beoordeling van dergelijke uitzendingen niet bedoeld. De Raad acht zich niet bevoegd om een inhoudelijk oordeel te geven over de gewraakte uitzendingen.
Trefwoorden:

· Procedure: bevoegdheid
Publicatie op www.rvdj.nl/2009/47

---

wo 2 sept 2009 - Uitspraak vastgesteld d.d. 31 juli 2009
- Habitura B.V. / J. Dohmen en NRC Handelsblad (RvdJ 2009/43)

Lees verder...
---

wo 2 sept 2009 - Uitspraken vastgesteld d.d. 31 juli 2009
- Jet Cars B.V. / A. Stegeman (Noordkaap TV Producties) en 'Undercover in Nederland' (SBS6) (RvdJ 2009/41)
- J.A.M. Agterberg / 'Wegmisbruikers' (SBS6) (RvdJ 2009/42)

Lees verder...
---

wo 2 sept 2009 - Uitspraak vastgesteld d.d. 31 juli 2009
- X / 'Das je goed recht' (SBS6) (RvdJ 2009/40)

Lees verder...
---

vr 17 juli 2009 - Uitspraken vastgesteld d.d. 7 juli 2009
- D. Derhaag-Doomernik / H. de Werd en De Rosbode (RvdJ 2009/37)
- J. van der Steen-Haalboom / B. Thimister en Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad (RvdJ 2009/38)
- X c.s. / J. van de Kamp en Metro-Rotterdam (RvdJ 2009/39)

Lees verder...
---

vr 17 juli 2009 - Uitspraak vastgesteld d.d. 7 juli 2009
- X / E. Brouwer en De Gooi- en Eemlander (RvdJ 2009/36)

Lees verder...
---

wo 24 juni 2009 - Uitspraken vastgesteld d.d. 12 juni 2009
- X / G. van der Marel en Koud Bloed (RvdJ 2009/33)
- X / F. Naaijkens en Sprout (RvdJ 2009/34)
- X / Aktueel Sportief (RvdJ 2009/35)

Lees verder...
---

wo 24 juni 2009 - Uitspraken vastgesteld d.d. 3 juni 2009
- X / 'Pauw & Witteman' (VARA/NPS) (RvdJ 2009/30)
- G. van Doorn / R. Willems en Dagblad De Limburger (RvdJ 2009/31)
- X / De Telegraaf (RvdJ 2009/32)

Lees verder...
---

do 14 mei 2009 - Uitspraak vastgesteld d.d. 11 mei 2009
- P. Endtz Harpenau / 'Profiel' (KRO) (RvdJ 2009/29)

Lees verder...
---

wo 13 mei 2009 - Uitspraak vastgesteld d.d. 1 mei 2009
- X / J.D. Bouma, N. Carlier en NRC Handelsblad (RvdJ 2009/28)

Lees verder...
---

PRINTVERSIE

bg