Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Datum 16 oktober 2009
Betreft Reactie m.b.t. knelpunten homo-emancipatie t.b.v.
begrotingsbehandeling
Op uw schriftelijk verzoek van 24 september 2009 inzake de brief van COC
Nederland `knelpunten homo-emancipatie t.b.v. de begrotingsbehandeling'
reageer ik, mede namens de ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
(VWS), Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) als volgt.
Vooraf
In de kabinetsnota ` Gewoon homo zijn' heb ik aangekondigd dat het kabinet in
2010 de voortgang in het homo-emancipatiebeleid zal bezien. `Daarover zal de
minister voor homo-emancipatie samen met zijn collega's in het kabinet verslag
doen aan de Kamer'1. Het kabinet hoopt dat dan de ontwikkelingen inzake `de
veiligheid en sociale acceptatie van homoseksuelen' gunstig zijn. Dat is ook het
moment dat het kabinet zich zal beraden op eventueel verder te nemen
maatregelen'. Het kabinet zal bij zijn voortgangsrapportage aan de Kamer, in de
zomer van 2010, de resultaten betrekken van de dan beschikbare gegevens van
het Sociaal en Cultureel Planbureau.
Het kabinet ziet bij de ontwikkeling en uitvoering van het beleid een belangrijke
en actieve rol weggelegd voor de homobeweging. Dat bevordert de
uitvoerbaarheid en leidt tot betere resultaten2. Daarom zal ik de breed
samengestelde homobeweging en transgender personen betrekken bij de
voorbereiding van die voortgangsrapportage door hen begin 2010 te raadplegen
tijdens een rondetafelbijeenkomst. De resultaten van die raadpleging zal ik
betrekken bij het opstellen van de voortgangsrapportage
Reactie op de brief van COC Nederland
In zijn brief somt het COC eenentwintig punten op waar `het beleid nog verder
versterkt kan worden'. Daarbij pleit COC Nederland voor extra impulsen.
Puntsgewijs geef ik u hieronder mijn reactie.
1 kabinetsnota `Gewoon homo zijn', hoofdstuk 4 ` homo-emancipatie: een zaak van ons allemaal'
2 Idem
a
na 1 van 9
Pagi
Algemeen Datum
Het COC stelt dat elke stap in de homo-emancipatie het resultaat is van hard
werken. Voorts stelt het COC dat een sterke belangenorganisatie onmisbaar is. Er Onze referentie
zijn extra investeringen nodig om de homo-emancipatie mogelijk te maken en
daarom verzoekt het COC om informatie inzake:
· het beschikbare budget van het ministerie van OCW voor het jaar 2010
t.b.v. het lesbisch- en homo-emancipatiebeleid
In de OCW-begroting 2010 is een bedrag van 3.347.000 opgenomen. In 2005,
2006 en 2007 was jaarlijks 1.529.000 beschikbaar. In 2008 ging het om een
bedrag van 2.500.000 en in 2009 een bedrag van 3.357.000.
Er is dus door dit kabinet stevig geïnvesteerd in het homo-emancipatiebeleid.
Jongeren en onderwijs
Het COC vraagt steun voor de maatregelen van het Roze Offensief voor het
onderwijs zodat de scholen een veilige omgeving kunnen bieden voor
homoseksuele leerlingen en leraren.
De voorgestelde maatregelen zijn:
· middelen beschikbaar stellen voor de intensivering van de inside-out
aanpak en de versterking van de voorlichting op scholen;
· seksuele gerichtheid expliciet benoemen in de kerndoelen; en
· afschaffing van de enkele feit-constructie.
Intensivering van de inside-out aanpak en versterken van voorlichting op scholen
Ik heb het COC gevraagd om een projectplan op te stellen. Ik verwacht u hierover
tijdens het Algemeen Overleg over homo-emancipatie op 19 november as. nader
te kunnen informeren.
Seksuele gerichtheid expliciet benoemen in de kerndoelen
In september jl. is het onderwijsveld hierover geconsulteerd. In oktober ontvangt
de Kamer hierover een brief van de staatssecretarissen van OCW. In zijn
algemeenheid is het kabinet overigens zeer terughoudend in het aanpassen dan
wel toevoegen van kerndoelen.
Het enkele feit
Op 29 september jl. heeft het kabinet gereageerd op het advies van de Raad van
State over de enkele- feitconstructie3. Het kabinet heeft gemeld dat het op basis
van dit advies voornemens is de bepalingen in de Awgb waarin de enkele-
feitconstructie voorkomt te wijzigen. Deze wijziging kan naar de mening van het
kabinet het beste worden opgenomen in het wetsvoorstel tot integratie van
verschillende gelijkebehandelingswetten in de Awgb (de integratiewet Awgb). Dit
wetsvoorstel zal door het kabinet worden aangepast, onder meer naar aanleiding
van het daarover uitgebrachte advies aan de Raad van State, en vervolgens
opnieuw in procedure worden gebracht. Het kabinet verwacht dit aangepaste
wetsvoorstel in het voorjaar van 2010 in consultatie te kunnen geven en in het
najaar van 2010 naar de Tweede Kamer te zullen sturen.
3 TK II 2009-2010, 28481/27017, nr. 6
Pagina 2 van 9
Datum
Roze ouderen
COC Nederland vraagt aandacht voor homoseksuele ouderen. Onze referentie
De in 2008 opgerichte Gay & Straight alliantie ouderen krijgt van het ministerie
van OCW voor deze kabinetsperiode middelen om te werken aan een beter begrip
voor en sociale acceptatie van homoseksuele ouderen in de samenleving. Deze
alliantie heeft inmiddels ook een project `Masterplan Roze 50+, de
onzichtbaarheid voorbij' opgesteld. Dit project is gericht op de persoonlijke
emancipatie en het doorbreken van het sociaal isolement van de roze 50-plussers.
Voor de uitvoering van het masterplan is volgens COC Nederland een aanvullende
financiering van ca. 550.000 per jaar nodig voor een periode van vier jaar.
Verder verwijst het COC naar de motie die de Kamer in 2008 heeft aangenomen
waarin staatssecretaris Bussemaker wordt gevraagd om in kwaliteitseisen voor
zorginstellingen vast te leggen dat homovriendelijkheid een toetsingscriterium
wordt bij de beoordeling van de kwaliteit van de instelling.
Het COC vraagt:
· aanvullende middelen van de ministeries van VWS en WWI voor de
uitvoering van het project van de alliantiepartners `Masterplan Roze 50+'
en een spoedige uitvoering van de motie over homovriendelijke
kwaliteitsnormen.
Reserveren middelen voor Masterplan roze 50+ en uitvoering homovriendelijke
kwaliteitsnormen
Het plan is een vervolg op het project 'Roze Ouderen in Nederland' dat eerder
door de ministeries van VWS en VROM is gefinancierd. Dat project richtte zich
vooral op het welzijn van veelal zorgafhankelijke (homoseksuele) ouderen.
Momenteel voert het ministerie van VWS overleg met de ANBO, Schorer, MOVISIE
en COC Nederland over de precieze inhoud van het `Masterplan roze 50+'
en de eventuele financiering ervan. De wijze waarop hierin
uitvoering kan worden gegeven aan de motie Van Miltenburg over een landelijke
keurmerk voor homovriendelijke instellingen is één van de bespreekpunten.
Lesbische vrouwen
Het COC vraagt aandacht voor het wetsvoorstel dat erkenning en ouderschap van
rechtswege voor de lesbische meemoeder mogelijk moet maken. Het COC pleit
ervoor:
· dat het wetsvoorstel spoedig ter consultatie wordt aangeboden en spoedig
wordt ingediend bij de Kamer.
Wetsvoorstel lesbisch ouderschap
Het wetsvoorstel is in voorbereiding, de nodige adviezen zijn hiervoor
ingewonnen. Het streven is het wetsvoorstel voor het einde van dit jaar ter
consultatie aan te bieden.
Transgenders
Het COC vraagt aandacht voor het feit dat transgenders de voor een succesvolle
geslachtsverandering noodzakelijke borstreconstructies en epilatie niet langer
vergoed krijgen. Het COC pleit samen met het Transgender Netwerk Nederland
(TNN) voor:
· een vergoeding van borstreconstructies en epilatie voor transgenders die
een geslachtsverandering willen ondergaan.
Pagina 3 van 9
Datum
Onze referentie
Vergoeding borstreconstructies en epilatie
In de antwoorden op de vragen van het Lid Heemelaar (GL) is de minister van
VWS ingegaan op de wijze waarop geslachtsveranderende behandelingen op dit
moment worden vergoed. Daarbij wordt het CVZ-toetsingskader `zorg aan
transseksuelen' gevolgd. De operaties die nodig zijn voor de aanpassing van de
geslachtsorganen in het kader van geslachtsverandering vallen, anders dan puur
cosmetische operaties, onder de zorgverzekeringen. Daarbij gaat het om
aanpassing van de primaire geslachtskenmerken. Voor aanpassing van de
secundaire geslachtskenmerken bepaalt de zorgverzekeraar per geval of sprake is
van lichamelijke functiestoornis of verminking.4 Er is beroep mogelijk bij de
Stichting klachten en geschillen zorgverzekeringen (SKGZ).
TNN en COC zijn het oneens met de begrenzing van de vergoeding van
aanpassing van de secundaire geslachtskenmerken. Het ministerie van VWS
heeft hierover onlangs gesproken met TNN.
Het vorige kabinet heeft besloten het operatief plaatsen van een borstprothese
niet langer te vergoeden, behalve als het gaat om het plaatsen van een
borstprothese na een gehele of gedeeltelijke borstamputatie. Deze maatregel
geldt overigens niet alleen voor transgenders. Behandelingen die in de meeste
gevallen niet strikt medisch noodzakelijk zijn, zijn uit het pakket van de
zorgverzekering verwijderd.
Ook werd toen de subsidiëring van elektrische epilatie beëindigd. Hier ging het
dus niet om een recht op zorg, maar om een subsidieregeling. Deze maatregel
werd getroffen als onderdeel van het herziene subsidiebeleid van het vorig
kabinet,
Beide maatregelen zijn getroffen vanwege overschrijdingen in de kosten van zorg.
Ombuigingsmaatregelen waren noodzakelijk om op de langere termijn een
betaalbaar gezondheidszorgsysteem in stand te kunnen houden.
Het COC en TNN bepleiten om voor transgenderpersonen een uitzondering te
maken op de pakketbeperking. In de eerste plaats zou dat leiden tot meerkosten
voor de zorg, en dat in een tijd waarin juist besparingen dienen te worden
gevonden.
In de tweede plaats lijkt het weliswaar maar om 100 transgenderpersonen per
jaar te gaan, maar is het de vraag of het mogelijk is de groep die in aanmerking
komt voor vergoeding op deze manier te beperken tot alleen maar
transgenderpersonen. Immers, ook veel vrouwen achtten dat een borstimplantaat
wenselijk is. Voorts is ook voor vrouwen overmatige baardgroei ongewenst .
4 Epilatie wordt in beperkte mate vergoed (bij primaire geslachtskenmerken), maar epilatie
van lichaamsbeharing en gezichts-en halsbeharing (secundaire geslachtskenmerken) wordt
alleen vergoed als er sprake is van een lichamelijke functiestoornis of verminking. Ten
aanzien van epilatie van de baard wordt door het CVZ in het algemeen geconcludeerd dat
gesproken kan worden van een verminking en dat dus vergoeding mogelijk is. Bij
lichaamsbeharing is dat in het algemeen niet het geval.
Pagina 4 van 9
Datum
Onze referentie
Veiligheid
Het COC maakt zich zorgen over de veiligheid van homoseksuelen. Volgens het
COC is de veiligheid en de veiligheidsbeleving van homoseksuelen nog niet
verbeterd en het COC pleit daarom ervoor de aanpak te intensiveren door:
· de registratie te verbeteren;
· de Hate Crimes campagne landelijk uit te rollen en zichtbaar te maken;
· de lokale aanpak van antihomoseksueel geweld te versterken;
· een hate crime-artikel in het wetboek van strafrecht in te voeren; en
· een straat- of gebiedsverbod voor daders van anti-HLBT geweld in te
voeren.
Registratie
De ministers van Justitie en van BZK vinden dat goed inzicht in de aard en
omvang van discriminatie in het algemeen en homofobe discriminatie-incidenten
in het bijzonder van essentieel belang is voor de bestrijding ervan.
De politie werkt met een code discriminatie, die als extra hulpmiddel wordt
gebruikt om discriminatie-incidenten uit het bedrijfsprocessensysteem van de
politie te halen. Deze code wordt door de politiemedewerker ingevoerd bij een
commune (`gewoon') delict waarbij discriminatie een rol speelt. Bij de
zogenaamde zuivere discriminatie-incidenten, waarbij alleen discriminatie het
strafbare feit is, is dit niet nodig. Deze discriminatie-incidenten zijn op basis van
de wetsartikelen waaronder ze vallen eenvoudig uit het bedrijfsprocessensysteem
te halen. Een extra zoekslag door middel van een query (trefwoordenlijst) blijft
echter vooralsnog nodig om het overzicht van discriminatie-incidenten zo
compleet mogelijk te maken. Commune delicten waarbij onterecht geen code
discriminatie is ingevoerd, worden alsnog opgespoord. De politie wil eerst meer
ervaring opdoen en inzicht krijgen in de mogelijkheden en meerwaarde van deze
code, alvorens een extra code in te voeren.
Hatecrimes Campagne
Het kabinet vindt het belangrijk dat alle burgers met respect en op professionele
wijze door de politie worden behandeld bij het doen van aangifte. Een aangifte
van discriminatie dient volgens de Aanwijzing Discriminatie altijd te worden
opgenomen. Discriminatie dient ook herkend te worden. De politie blijft hiervoor
aandacht vragen via bijvoorbeeld het Landelijk Expertisecentrum Diversiteit en de
contactpersonen discriminatie binnen de korpsen. Daarnaast vormt (de
herkenning van) discriminatie een onderdeel van het politieonderwijs. Zo wordt
nog eind dit jaar een opleidingstraject voor taakaccenthouders discriminatie en
wijkagenten gestart in de drie noordelijke regio's.
Het project Hatecrimes biedt sinds 20 maart 2008 een laagdrempelige
mogelijkheid om via internet een melding te doen van een homofoob
discriminatie-incident (hatecrime) of een afspraak te maken om hiervan aangifte
te doen. De pilot loopt nog door tot eind 2011. Aan de hand van de resultaten van
de pilot zal worden bezien of er een landelijke uitrol komt.
Uit de tussentijdse evaluatie van het project blijkt dat de website
www.hatecrimes.nl relatief bekend is bij de homogemeenschap in de
pilotgebieden, maar dat het aantal meldingen dat is binnengekomen zeer laag is.
Sinds juni 2009 is het mogelijk om van elke in Nederland gepleegde hatecrime
online een melding (of afspraak voor aangifte) te maken.
Pagina 5 van 9
Datum
Onze referentie
Lokale aanpak van geweld gericht tegen homoseksuelen
Het belang van voldoende betrokkenheid van lokale belangenorganisaties van
kwetsbare groepen, zoals de lokale homo-organisaties, bij het regionaal
discriminatieoverleg (RDO) zal bij de antidiscriminatie-officieren, de
contactpersonen discriminatie van de politie en bij de portefeuillehouders RDO
van de antidiscriminatiebureaus nogmaals onder de aandacht worden gebracht.
Hierbij gaat het vooral om een goede uitwisseling van kennis, zodat meldingen die
zijn binnengekomen bij lokale belangenorganisaties ook behandeld worden in het
RDO. De drie koepelorganisaties (LECD-politie, Landelijk Expertisecentrum
Discriminatie van het OM en het landelijk expertisecentrum van Art. 1, de
Landelijke vereniging ter voorkoming en bestrijding van discriminatie op alle
gronden) zullen nog eind dit jaar een onderzoek starten naar het functioneren van
de RDO's. De mate van betrokkenheid van de lokale belangenorganisaties van
kwetsbare groepen bij het RDO is daarbij een van de onderzoeksvragen. Het
LECD-politie en de antidiscriminatiebureaus onderhouden goede werkrelaties met
belangenorganisaties zoals het COC en FemFusion.
Het ministerie van BZK heeft in samenwerking met de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten (VNG) en het ministerie van VROM (WWI) een drietal
regiobijeenkomsten georganiseerd om gemeenten te informeren over de Wet
gemeentelijke antidiscriminatievoorzieningen. Hierbij is de handreiking lokale
aanpak van discriminatie `Iedereen=gelijk' die door voornoemde partijen is
opgesteld, geïntroduceerd. De handreiking geeft handvatten en suggesties voor
de wijze waarop het lokale antidiscriminatiebeleid kan worden vormgegeven. Voor
de integrale aanpak van discriminatie worden maatschappelijke en religieuze
organisaties genoemd als belangrijke partners voor gemeenten. Het COC is een
van de genoemde voorbeelden.
Hatecrime-artikel
Het kabinet acht het niet noodzakelijk om een hatecrime-artikel in te voeren. Het
beledigen van, aanzetten tot haat jegens of discriminatie van mensen wegens hun
seksuele gerichtheid, is strafbaar op grond van de artikelen 137c en 137d Sr.
Overtreding van deze ruime strafbepalingen wordt bedreigd met een maximum
van een jaar gevangenisstraf. Bij handelen in vereniging geldt een strafmaximum
van twee jaar gevangenisstraf. Het optreden van het Openbaar Ministerie tegen
deze misdrijven is gebaseerd op de uitgebreide OM Aanwijzing discriminatie
(Stcrt. 2007, 233), waarin uitgangspunten voor opsporing, vervolging en strafeis
zijn opgenomen. Daarbij geldt als hoofdlijn dat in beginsel altijd wordt vervolgd.
Tevens is in de Aanwijzing als uitgangspunt opgenomen, dat bij elk ander delict
dat wordt gepleegd met een discriminatoir (ook homofoob) motief,
de strafeis met 25 procent wordt verhoogd. Met deze strafbepalingen en met het
actieve vervolgingsbeleid van het OM ter zake, is voorzien in een adequaat
instrumentarium om op te treden tegen uitingen van homofobie. Invoering van
een hatecrime-bepaling heeft in dit verband geen toegevoegde waarde.
Pagina 6 van 9
Straatverbod Datum
Op dit moment is het `wetsvoorstel maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en
ernstige overlast' in behandeling bij de Eerste Kamer. Dit wetsvoorstel maakt een Onze referentie
gebiedsverbod mogelijk. De bestaande mogelijkheden tot het door de rechter
opleggen van een strafrechtelijk gebiedsverbod worden in dit wetsvoorstel5
aangevuld. In het wetsvoorstel is opgenomen dat de officier van justitie een
gedragsaanwijzing kan geven aan een verdachte van een strafbaar feit over wie
vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag jegens een persoon. De
gedragsaanwijzing kan een gebiedsverbod of een contactverbod inhouden. Dit kan
bijvoorbeeld aan de orde zijn bij geweld tegen een slachtoffer waarbij de
verdachte vaker het slachtoffer heeft lastig gevallen.
Aangezien dit wetsvoorstel een gebiedsverbod mogelijk maakt, is een onderzoek
door het Openbaar Ministerie niet opportuun.
Internationaal en asiel
Het COC is verheugd over het feit dat het kabinet ook de homo-emancipatie in
andere landen steunt en stelt dat de laatste jaren in Nederland enige belangrijke
verbeteringen tot stand zijn gekomen ten aanzien van de rechtsbescherming van
homoseksuele asielzoekers.
Het COC Nederland stelt de volgende maatregelen voor om het asielbeleid voor
homoseksuelen verder te verbeteren door:
· het verlenen van een asielstatus voor homoseksuelen afkomstig uit een
land waar homoseksualiteit strafbaar is;
· in het beleid op te nemen dat een asielzoeker die later in de procedure
voor zijn homoseksualiteit uitkomt, niet wordt tegengeworpen dat het
hierbij niet zou gaan om een nieuw feit;
· in ambtsberichten aandacht te besteden aan de positie van lesbische
vrouwen en transgenders en standaard rapporteren over de mate van
bescherming die de autoriteiten van herkomstlanden aan homoseksuelen
bieden tegen vervolging door derden;
· genderidentiteit expliciet als grond voor asiel te benoemen; en
· middelen voor het onderzoek van COC Nederland en Vrije Universiteit
Amsterdam naar de Europese situatie en best practices.
Asielstatus voor homoseksuelen uit een land waar homoseksualiteit strafbaar is
De staatssecretaris van Justitie heeft over dit voorstel van het COC in februari
2009 bericht dat zij eraan hecht dat de bewijslast in dezen niet wordt omgekeerd.
Ook indien uit algemene informatie over het land van herkomst blijkt dat
homoseksualiteit strafbaar is, is het aan de vreemdeling om aannemelijk te
maken dat hij persoonlijk gegronde reden heeft om te vrezen voor vervolging. Het
enkele feit dat homoseksualiteit strafbaar is in een bepaald land, hoeft immers
nog niet te betekenen dat hierom ook daadwerkelijk wordt vervolgd, noch dat de
betreffende asielzoeker hiervan te vrezen heeft. Omgekeerd kan het ook zo zijn
dat homoseksualiteit niet strafbaar is, terwijl homoseksuelen wel degelijk (soms
onder het mom van andere delicten) vervolgd worden. Wel kan de algemene
informatie aanleiding geven om sneller te oordelen dat de vreemdeling voldoende
aannemelijk heeft gemaakt dat hij dit risico loopt. Hiervoor kan ook de
5 TK I 2008/2009, 31467, A
Pagina 7 van 9
mogelijkheid voor het aanwijzen van bijvoorbeeld risicogroepen worden Datum
aangewend. Nog steeds geldt dan dat er een individualiseringsvereiste geldt,
maar dit wordt minder zwaar gewogen dan in andere gevallen. Recent zijn Onze referentie
homoseksuele asielzoekers uit Irak en uit Afghanistan aangewezen als
risicogroep.
Homoseksualiteit nieuw feit tijdens asielprocedure
De staatssecretaris van Justitie heeft over dit voorstel het COC in februari 2009
bericht dat zij van mening is dat de asielprocedure met voldoende waarborgen is
omkleed om de asielzoeker het vertrouwen te geven dat hij open kan vertellen
over zijn homoseksualiteit.
De staatssecretaris van Justitie wil nog eens extra aan dit vertrouwen bijdragen
door de invoering van enkele verbeteringen in de asielprocedure waarvoor de
Minister en Staatssecretaris van Justitie op 24 juni 2008 voorstellen aan de
Tweede Kamer hebben gestuurd (Kamerstukken 2007-2008, 29 344, nr. 67). In
deze voorstellen wordt onder andere voorzien in een rust- en
voorbereidingstermijn voor de asielzoeker, voordat de asielprocedure van start
gaat. In deze periode zal de asielzoeker kunnen worden voorgelicht en voorbereid
op wat er komen gaat door Vluchtelingenwerk en rechtsbijstand.
Inmiddels is aan de Tweede Kamer ook een wetsvoorstel voorgelegd waarin het
mogelijk wordt gemaakt dat de rechter rekening houdt met alle relevante
omstandigheden en wijzigingen van het recht. Bij de vraag of een vergunning kan
worden verleend betrekt de IND nu ook feiten en omstandigheden die vóór het
bestreden besluit hebben plaatsgevonden, maar eerst in de beroepsfase worden
aangevoerd of gedocumenteerd. De IND beoordeelt daarmee of er sprake is van
relevante nieuwe omstandigheden en zal waar nodig een nader onderzoek
instellen, het bestreden besluit intrekken of wijzigen, of ter zitting op de nieuwe
omstandigheden ingaan.
Ambtsberichten
De staatssecretaris van Justitie heeft over deze voorstellen het COC in februari
2009 bericht dat voor landen waar homoseksualiteit strafbaar is of in de praktijk
ernstige discriminatie of bestraffing plaatsvindt, het ambtsbericht standaard
rapporteert over de positie van homoseksuelen. Dit was sinds juli 2007 in alle
algemene ambtsberichten het geval. Afhankelijk van wat er over hun positie
achterhaald kan worden, is de informatie in het ambtsbericht meer of minder
uitgebreid. In de werkinstructie algemene ambtsberichten van 2008 (te
raadplegen op www.minbuza.nl) in de paragraaf `positie van specifieke groepen',
wordt expliciet ingegaan op de rapportagevereisten ten aanzien van de positie
van homoseksuelen. Waar informatie beschikbaar is, wordt in ambtsberichten
tevens aandacht besteed aan de positie van lesbische vrouwen, travestieten en
transgenders. Er zijn daarover echter vaak weinig tot geen betrouwbare gegevens
beschikbaar. Om die reden heeft het standaard opnemen in de Terms of reference
geen meerwaarde.
Genderidentiteit opnemen als asielgrond
Het is juist dat genderidentiteit niet expliciet wordt genoemd als grond voor asiel.
Als de vreemdeling wordt vervolgd wegens het behoren tot een specifieke sociale
groep, is dit echter wel een grond voor asiel. Op basis hiervan vormt vervolging
wegens genderidentiteit een grond voor asielverlening. Daarnaast wordt in
ambtsberichten en in het landgebonden asielbeleid waar nodig aandacht besteed
Pagina 8 van 9
aan de positie van homoseksuelen, biseksuelen en transseksuelen, alsook aan Datum
ander gendergerelateeerde zaken als eergerelateerd geweld en vrouwelijke
genitale verminking. Onze referentie
Middelen voor onderzoek van COC Nederland en de Vrije Universiteit Amsterdam
naar de Europese situatie en best practices.
Een voorstel hiertoe is bij de staatssecretaris van Justitie in behandeling.
Ik vertrouw erop u voldoende geïnformeerd te hebben.
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
dr. Ronald H.A. Plasterk
Pagina 9 van 9
> Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Rijnstraat 50
Den Haag
Postbus 16375
Postbus 20018 2500 BJ Den Haag
2500 EA DEN HAAG www.minocw.nl
Onze referentie
DE/1159274
24 september 2009