CNV Onderwijs
19 oktober 2009
Kabinetsvoorstel AOW moet beter
Categorie: Pensioen
Het CNV vindt dat het kabinetsvoorstel met betrekking tot de AOW
beter moet. Het CNV is van mening dat het plan van de vakcentrales een
beter alternatief biedt voor de modernisering van de aow. Het plan dat
de vakcentrales onlangs presenteerden was eenvoudiger, bood werknemers
meer flexibiliteit en solidariteit en was duurzaam generatieproof.
Het CNV toetst de voorstellen van het kabinet rond de aow aan zijn
vier uitgangspunten:
- de rekeningen van nu mogen niet worden doorgeschoven naar de
toekomst, er moet sprake zijn van solidariteit tussen generaties;
- mensen werken ten hoogste 45 jaar om in aanmerking te komen voor een
aow-uitkering;
- er moet een aanvaardbare oplossing komen voor mensen met zware
beroepen;
- de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen.
Vanuit deze vier uitgangspunten heeft het CNV het volgende kritische
commentaar op de kabinetsvoorstellen.
Het CNV meent dat de schoksgewijze invoering ongepast is. Het CNV
pleit voor geleidelijke, stapsgewijze invoering. Daarmee worden de
lasten evenwichtiger verdeeld.
Het CNV omarmt de gedachte dat werknemers na 42 jaar bijdragen aan de
samenleving op 65 een AOW uitkering moeten kunnen krijgen. De
uitkering die het kabinet voorstelt vindt het CNV te laag. Het CNV
beoordeelt het voorstel om arbeidsmarkt- en arbeidsomstandigheden
maatregelen te nemen voor oudere werknemers opdat ze niet verslijten
als positief. Dit zal werkgevers prikkelen om maatregelen te nemen
zodat alle werknemers fit en gezond met pensioen kunnen. Daarover
moeten op sectoraal en op bedrijfsniveau in cao's de komende jaren
afspraken worden gemaakt met werkgevers.
Invoering van een hogere AOW leeftijd zonder voldoende passend werk te
creëren voor oudere werknemers is voor het CNV onacceptabel. Het CNV
wil dat in 2016 zes van de tien oudere werknemers een baan hebben.
Grote uitdaging is om de komende jaren ouderen een volwaardige plek op
de arbeidsmarkt te geven. Het kabinet doet een richtinggevende
uitspraak en legt de verantwoordelijkheid voor de praktische
realisering terug bij werkgevers en werknemers. Werkgevers moeten niet
alleen de zware beroepen ontzien, maar er moeten voor iedereen meer
kansen worden gecreëerd.
De ingreep die het kabinet in de aanvullende pensioenen doet door de
pensioenleeftijd eenzijdig naar 67 jaar te brengen is onaanvaardbaar.
Het CNV vindt dat de pensioenfondsen versterkt moeten worden om
pensioenen weer te kunnen indexeren. Sterke pensioenfondsen bieden ook
de mogelijkheid, met name voor mensen met lagere inkomens geleidelijk
en flexibel te kunnen stoppen met werken. Het CNV vindt dat het de
verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers is om dit vorm te
geven.
Het CNV vindt het teleurstellend dat topinkomens niets extra bijdragen
aan de oplossing van dit probleem. Het kabinet laat hiermee een
gelegenheid schieten om rijken solidair te laten zijn met
minderbedeelden. In eventuele volgende bezuinigingsrondes komt deze
groep het eerst in aanmerking om een bijdrage te leveren. Het CNV
meent dat de kabinetsvoorstellen rond de flexibilisering van de aow
slechts beperkt aansluiten bij de vakbondsvoorstellen. Bij de
uitwerking is het cruciaal dat mensen, met lage inkomens, zware
beroepen en lange dienstverbanden die toch op 65-jarig leeftijd een
aow-uitkering aanvragen een uitkering rond het huidige aow-niveau
krijgen.
---