Raad voor de Journalistiek
DEBAT OVER OPNEMEN TELEFOONGESPREKKEN

Op de plenaire vergadering van de Raad van 12 oktober jl. is uitvoerig gediscussieerd over bezwaren van journalist Joep Dohmen en NRC Handelsblad tegen de uitspraak van de Raad in de zaak Habitura B.V./Dohmen en NRC (RvdJ 2009/43). In die zaak heeft de Raad geoordeeld dat Dohmen ten onrechte zijn gesprekspartner er niet van op de hoogte had gesteld dat telefoongesprekken werden opgenomen.

De Raad heeft geconstateerd dat de redactie van punt 2.1.6. van de Leidraad - betreffende het opnemen van telefoongesprekken - niet uitblinkt in helderheid en dat er bovendien een spanningsveld bestaat tussen deze bepaling en de journalistieke praktijk. Voorts is tijdens de discussie gebleken dat over dit onderwerp verschillende inzichten bestaan.

De Raad wil daarom op korte termijn in samenwerking met de Stichting MediaDebat een debat binnen de beroepsgroep organiseren, waarna de Raad zal bezien op welke wijze hij zijn Leidraad op dit punt zal aanpassen of verduidelijken.

Overigens zal de Raad niet terugkomen op zijn uitspraak, aangezien hij momenteel geen mogelijkheid tot herziening van uitspraken kent. Wel bestaat al langer het plan een herzieningsprocedure in te voeren. Dit zal naar verwachting nog voor het eind van dit jaar een feit zijn. Daarbij laat de Raad in het midden of deze zaak zich voor herziening zou lenen.

Amsterdam, 16 oktober 2009