Rechtbank Middelburg
Voorzieningenrechters wijzen verzoeken coffeeshops af
Breda, 16 oktober 2009 - Zowel in de bestuursrechtelijke als in de
civiele spoedprocedure heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank
Breda de verzoeken van een aantal coffeeshophouders uit Bergen op Zoom
en Roosendaal afgewezen. De coffeeshops wilden bewerkstelligen dat zij
de verkoop van softdrugs (voorlopig) mochten voortzetten.
geen schorsing verbod verkoop softdrugs Roosendaal
De bestuursrechter wijst de verzoeken van drie coffeeshops in
Roosendaal om schorsing van de nieuwe horeca-exploitatievergunning af.
In deze nieuwe vergunningen is de verkoop van softdrugs verboden. De
coffeeshops hadden om schorsing gevraagd in afwachting van de
beslissing van de gemeente op hun bezwaarschrift tegen de nieuwe
horecaexploitatievergunning.
De intrekking van de oude horeca-exploitatievergunning, waarin de
verkoop van softdrugs werd gedoogd, is volgens de rechter niet
onrechtmatig. Deze vergunning kon op grond van het nieuwe drugsbeleid
in het belang van de openbare orde worden gewijzigd.
De rechter ziet in de nieuwe horeca-exploitatievergunning ook een
weigering de coffeeshops nog langer te gedogen. Die weigering is
gebaseerd op het nieuwe softdrugsbeleid in de gemeente Roosendaal. De
rechter vindt dit beleid niet kennelijk onredelijk, en ziet geen
bijzondere omstandigheden op grond waarvan de burgemeester van dit
beleid zou moeten afwijken. Volgens de bestuursrechter heeft de
gemeente, met onderzoeken onderbouwd, gemotiveerd waarom is gekozen
voor een nulbeleid. Dit beleid strookt met landelijke opvattingen over
gedogen. Ook is rond het nieuwe softdrugsbeleid in de gemeente een
inspraakprocedure gevolgd, en is gemotiveerd waarom in het nieuwe
beleid het algemene belang van vermindering van overlast zwaarder
weegt dan de belangen van de coffeeshophouders. De overgangstermijn
van een half jaar naar het nieuwe beleid is, hoewel kort, volgens de
rechter niet onredelijk. De verkoop van softdrugs is immers steeds
illegaal en maatschappelijk omstreden geweest en coffeeshops kunnen
aan het eerdere gedoogbeleid van de gemeente dan ook geen blijvende
rechten ontlenen.
nulbeleid Bergen op Zoom niet onrechtmatig
Naar het oordeel van de civiele rechter is het gemeentelijk nulbeleid
ten aanzien van softdrugs in Bergen op Zoom niet onrechtmatig jegens
de coffeeshophouders. Hoewel softdrugs in Nederland worden gedoogd,
zijn burgemeesters op basis van het landelijke drugsbeleid nog steeds
bevoegd lokaal een nulbeleid te voeren. Zij kunnen coffeeshops waar
softdrugs worden verkocht sluiten, en hebben beleidsvrijheid bij de
invulling van die sluitingsbevoegdheid.
Ook wordt in het nieuwe sofdrugsbeleid in de gemeente voldoende
tegemoetgekomen aan de belangen van de coffeeshophouders. De
overgangstermijn van een half jaar naar het nulbeleid is volgens de
rechter weliswaar kort maar niet onrechtmatig. Daarnaast heeft de
gemeente zich bereid verklaard om de bedrijfspanden van de
coffeeshophouders over te nemen. Financiële compensatie van
omzetverlies voor de coffeeshophouders is volgens de rechter niet aan
de orde, omdat het hier immers om illegale verkoop van verboden
middelen gaat.
Twee coffeeshops uit Roosendaal zijn niet-ontvankelijk verklaard in
hun vorderingen. Omdat de bestuursrechter al een oordeel heeft gegeven
over het nulbeleid in de gemeente Roosendaal, heeft de civiele rechter
als ârestrechterâ hierin geen taak meer.
LJ Nummers
BK0426
BK0452
BK0459
BK0479
Zie het origineel
Bron: Rechtbank Breda
Datum actualiteit: 16 oktober 2009 Naar boven