Senternovem
16-10-2009 | Implementatieteam Besluit bodemkwaliteit pakt gevaar van dumpen
kleine partijen grond aan
Samenvoegen van (kleine) partijen grond
Naar aanleiding van problemen in de uitvoeringspraktijk rondom de
erkenningplicht voor de BRL 9335 bij het samenvoegen van (kleine)
partijen grond, heeft het ministerie van VROM op advies van het
implementatieteam Bbk besloten de Regeling bodemkwaliteit aan te
passen. In de regeling zal worden opgenomen dat het bij elkaar brengen
van partijen grond of baggerspecie met verschillende herkomst pas als
samenvoegen wordt beschouwd indien de omvang van de opgebulkte partij
groter is dan 25 m3. Deze hoeveelheid is gebaseerd op de omvang van
een grote container of vrachtwagen. De regeling zal rond 1 april 2010
worden gewijzigd. Dit betekent dat gemeentewerven en loonbedrijven
kleine hoeveelheden grond zonder erkenning mogen blijven innemen om
zodoende hun rol om kleine partijen grond van met name particulieren
in te nemen te continueren. Het bij elkaar brengen van partijen grond
en/of baggerspecie van verschillende herkomst in een hoeveelheid van
meer dan 25 m3 blijft samenvoegen en daarmee een erkenningsplichtige
activiteit.
Met ingang van 1 jui 2008 mocht het samenvoegen (opbulken) van
partijen grond en/of baggerspecie uitsluitend worden uitgevoerd door
daarvoor erkende bedrijven. In artikel 4.3.2 van de Regeling
bodemkwaliteit is namelijk vastgelegd dat het samenvoegen van
verschillende partijen grond of baggerspecie alleen is toegestaan,
indien deze in dezelfde bodemkwaliteitsklasse zijn ingedeeld, en zijn
gekeurd en samengevoegd overeenkomstig BRL 9335 of BRL 7500, door een
persoon of instelling die daartoe beschikt over een erkenning.
In praktijk heeft deze erkenningsverplichting voor het samenvoegen tot
problemen geleid. Voor veel hoveniersbedrijven, gemeentewerven en
soortgelijke kleine aannemers is het behalen van een erkenning vanuit
een economisch oogpunt niet haalbaar. Bij een geringe omzet in tonnen
grond staat de waarde van de activiteit (het innemen, samenvoegen,
keuren en afzetten van grond) niet in relatie tot de kosten voor
certificatie en erkenning. Hierdoor dreigde een aantal van deze
inrichtingen deze activiteit te beëindigen. Gevreesd werd dat dit het
dumpgedrag door particulieren (onbedoeld) zou stimuleren aangezien een
voorziening voor afgifte van grond in de directe nabijheid zou
verdwijnen. Diverse partijen hebben dit uitvoeringsvraagstuk onder de
aandacht gebracht van de helpdesk van Bodem+ en het Implementatieteam
Bbk. In de werkgroep Grond & Baggerspecie zijn vervolgens
oplossingsrichtingen verkend. De uiteindelijke oplossing betreft het
hanteren van een ondergrens van 25 m3 voor het begrip samenvoegen in
de Regeling bodemkwaliteit.
Met de voorgenomen wijziging van de Regeling bodemkwaliteit wordt
enerzijds een oplossing geboden voor de zorg tot illegaal dumpen van
partijen grond. De milieustraten, gemeentewerven en loonbedrijven
kunnen dan kleine hoeveelheden grond zonder erkenningsplicht innemen
en zo hun rol om kleine partijen grond van met name particulieren in
te nemen continueren. Anderszijds is het milieurisico klein omdat een
hoeveelheid van 25 m3 klein is en deze bedrijven gedwongen zullen
worden om de ingenomen partij af te voeren naar een professional
(erkend bedrijf voor verdere samenvoeging naar een economisch keurbare
eenheid), of een partijkeuring toe te passen. Indien door de erkende
instantie of via de partijkeuring wordt geconstateerd dat de
samengevoegde partij niet voldoet aan de eisen van het Bbk kan deze
beperkte hoeveelheid worden afgevoerd naar een erkende reiniger of
stortplaats.