Universiteit van Amsterdam
Leeftijd bij leren Nederlands van invloed op verwerving grammatica
Promotie Taalwetenschap
vrijdag 16 oktober, 14.00 uur
Bij de meeste mensen verloopt het leren van de moedertaal als vanzelf. Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (SLI) hebben echter meer moeite met de taalverwerving, met name met de grammatica. Opmerkelijk is dat de ontwikkelingspatronen die bij deze kinderen optreden, voor een groot deel overeenkomen met die van peuters en kleuters die een tweede taal leren. Maar wat nu als een kind met SLI tweetalig opgroeit? Is het dan wel mogelijk om naast zijn moedertaal nog een tweede taal, bijvoorbeeld het Nederlands, goed te leren? Met andere woorden: welke invloed hebben de taalontwikkelingsstoornis en het leren van een tweede taal op de taalontwikkeling? Antje Orgassa bekeek de relatie tussen SLI en tweede taalverwerving. Daartoe onderzocht en vergeleek zij de grammaticale ontwikkeling van diverse groepen kinderen en volwassenen die het Nederlands leerden. Uit het onderzoek bleek dat alle groepen kinderen dezelfde typen fouten maakten, maar wel heel andere dan de volwassen taalleerders. Blijkbaar is de leeftijd waarop iemand het Nederlands leert dus van invloed op de verwerving van de grammatica. Tussen de diverse groepen kinderen waren er echter ook grote verschillen te zien in het aantal fouten dat zij maakten. Die verschillen wijzen er volgens Orgassa op dat een taalontwikkelingsstoornis in combinatie met het leren van een tweede taal tot een flinke vertraging in de taalontwikkeling leidt. Zeker als het gaat om het leren van de meer complexe structuren van het Nederlands, is een rijk en intensief taalaanbod voor deze kinderen onontbeerlijk.
Mw. A. Orgassa: Specific language impairment in a bilingual context. The acquisition of Dutch inflection by Turkish-Dutch learners. Promotoren zijn mw. prof. dr. A.E. Baker en dhr. prof. dr. F.P. Weerman.
Locatie: Agnietenkapel, Oudezijds Voorburgwal 231, Amsterdam.