Gemeente Utrecht
2009 BEANTWOORDING SCHRIFTELIJKE VRAGEN
108 Vragen van de heer T.W. Schipper
(ingekomen 10 september 2009
en antwoorden door het college verzonden op 15 oktober 2009)
De SP heeft grote zorgen over de ontwikkelingen op de Utrechtse huurwoningmarkt. Door de recessie zijn ontwikkelaars terughoudend met investeringen in risicovolle projecten, waardoor voorgenomen projecten worden teruggetrokken of voor onbepaalde tijd uitgesteld. Maar ook zonder deze conjuncturele oorzaak is de situatie op de Utrechtse woningmarkt zeer zorgelijk. Wachttijden voor een sociale huurwoning lopen steeds hoger op. De wachtlijst wordt in toenemende mate gevuld door urgenten uit sloop / nieuwbouw, waardoor reguliere woningzoekenden met een lange inschrijftijd vaker achter het net vissen. Experimenten als het labelen van woningen leiden slechts tot nog minder slaagkans voor reguliere woningzoekenden, met een inkomen net boven het minimum tot modaal. Uit de analyse in de Woonvisie kwam naar voren dat het gat tussen sociale huur en koop voor de meeste mensen te groot is.
De overige gemeentes binnen het BRU komen de afspraken over hun aandeel sociale woningbouw niet na en deze afspraken zijn ook niet af te dwingen.
De SP heeft de volgende vragen naar aanleiding hiervan:
1. Hoe kijkt het college aan tegen de huidige situatie op de sociale woningmarkt, met name als het gaat om wachttijden voor de sociale huur en het gat dat bestaat tussen sociale huur en zogenaamde goedkope koop?
Bovenstaande baart ook het College zorgen. Onder andere om die reden is een nieuwe Woonvisie opgesteld. Hierin komt dit aspect aan de orde.
2. Deelt het college de analyse van de SP dat deze zorgelijke situatie op de sociale woningmarkt niet alleen is ontstaan direct ten gevolge van de economische recessie en dus ook niet binnen afzienbare tijd zal zijn opgelost?
Deze situatie zal niet binnen afzienbare tijd geheel zijn opgelost. Voor het oplossen ervan spelen ook omstandigheden mee die buiten de invloedssfeer van de gemeente liggen. Wel gaat de Woonvisie uitgebreid in op - lokale - instrumenten om de situatie op de woningmarkt zoveel mogelijk te verbeteren. Voor enkele instrumenten is reeds met de voorbereiding gestart.
De Woonvisie zal er nog dit najaar ter vaststelling worden aangeboden.
3. Deelt u de conclusie van de SP dat in dit klimaat alles in het werk moet worden gesteld om de bestaande sociale voorraad minimaal op peil te houden, dan wel uit te breiden en dus het sloopbeleid uit "Utrecht Vernieuwt" te herzien?
Het aantal sociale huurwoningen blijft niet alleen op peil maar groeit in de periode tot 2015. Dit is exclusief een schatting van het aantal te verkopen sociale huurwoningen (welke op dit moment tegen valt). Daarnaast is het zo dat bestaande sociale woningvoorraad in omvang voldoende is om de doelgroep die erop is daadwerkelijk aangewezen te huisvesten. De maatregelen die het College voor ogen staat, zijn gericht op het beschikbaar krijgen van die voorraad voor de beoogde doelgroep (doorstroming) en op een meer op de doelgroep toegespitste instroom (toewijzing).
*
4. Zo ja, is het college bereid of voornemens dat te doen?
Nee, zie antwoord op vraag 3.
5. Hoe kijkt het college aan tegen de conclusie van de SP dat in de naaste toekomst flink moet worden ingezet op renovatie en verbetering van de bestaande sociale voorraad, door bijvoorbeeld grootschalige isolatie?
Met in achtneming van ons antwoord op de vragen 3 en 4 zijn wij het deze inzet eens. Wij zullen met corporaties bespreken hoe de inzet op dit vlak geĂŻntensiveerd kan worden.
6. Zijn er in Utrecht voorbeelden van sloop-nieuwbouwprojecten uit DUO / Utrecht Vernieuwt, waar onzekerheid is over het al dan niet doorgaan ervan, als gevolg van de hierboven beschreven ontwikkelingen?
Er zijn op dit moment enkele sloop/nieuwbouwprojecten die, mede als gevolg van de economische crisis, financieel mogelijk moeilijker realiseerbaar zijn dan aanvankelijk werd verwacht. Inzet is er op gericht deze projecten doorgang te laten vinden.,al dan niet met steun vanuit de daarvoor bedoelde fondsen van gemeente en rijk.
7. Zo ja, welke projecten en welke maatregelen is het college van plan te nemen om de betrokken woningen voor langere tijd te behouden?
N.v.t., zie beantwoording eerdere vragen.
8. Zo ja, wanneer worden / zijn de betrokken bewoners hierover ingelicht?
Voor projecten waarbij de aard van de ingreep zou worden heroverwogen, vindt afstemming plaats tussen de woningcorporatie en de betrokken bewonerscommissies.
---- --