GroenLinks

AOW-voorstel heeft de houdbaarheid van een verse haring

De coalitie heeft zich in allerlei bochten gewrongen om een compromis te knutselen over de noodzakelijke hervorming van de AOW. Wat de coalitie nu voorstelt, is geen flexibele en sociale AOW. Het stelsel wordt razend complex. De wens alle coalitiepartners tevreden te houden is belangrijker geweest het maken van heldere inhoudelijke keuzes. Het AOW-voorstel heeft daardoor de houdbaarheid van een verse haring.

De coalitie heeft gepoogd om een regeling te treffen voor mensen in zware beroepen. Dat is mislukt. Het voorstel is nauwelijks uitvoerbaar en verzwakt juist de arbeidsmarktpositie van ouderen. Wie bijna dertig jaar een zware baan heeft, moet vrezen voor ontslag.

Ook de poging om het aantal gewerkte jaren mee te laten tellen is nodeloos ingewikkeld en halfslachtig. Wie meer dan 42 jaar gewerkt heeft krijgt AOW op 65-jarige leeftijd, maar wordt gestraft met een lagere uitkering. Dit treft de mensen met lage inkomens hard. Mensen die lang gewerkt hebben, moeten op 65-jarige leeftijd volledige AOW krijgen, vindt GroenLinks.

Het voorstel van GroenLinks is veel flexibeler en rechtvaardiger. Het recht op AOW wordt afhankelijk van het aantal gewerkte jaren. Vanaf 63 jaar en oplopend tot 67 jaar hebben mensen dan recht op volledige AOW. Dat is eenvoudig en sociaal rechtvaardig. Het grote voordeel is bovendien dat de arbeidsparticipatie van vrouwen wordt gestimuleerd.

Opinieonderzoek laat zien dat een meerderheid van de bevolking niet pertinent tegen verhoging van de AOW-leeftijd is. De wijze waarop dat gebeurt is wel cruciaal. Het GroenLinks-voorstel, waarbij de arbeidsjaren centraal staan, heeft de meeste steun onder de bevolking.

Nu het kabinet de politieke kool en de geit heeft willen sparen, en verkeerde beslissingen op elkaar dreigt te stapelen, zadelt zij de bevolking op met een slecht uitvoerbare en weinig rechtvaardige AOW. Dit stemt niet overeen met de wens van GroenLinks om de AOW toekomstbestendig, sociaal en emanciperend te maken.

Femke Halsema
Jolande Sap

_______