Raad van State
donderdag 15 oktober 2009
11.00 uur
Zitting over de milieuvergunning die het college van gedeputeerde
staten van Fryslân heeft verleend aan Omrin/Afvalsturing N.V. voor een
energiecentrale aan de Lange Lijnbaan in Harlingen. In de centrale
worden afvalstoffen verbrand. Verder wordt er hogedrukstoom geleverd
aan de warmtekrachtcentrale van Frisia Zout die daarmee elektriciteit
produceert. Niet alleen de stichting Afvaloven Nee en de
Waddenvereniging, maar ook Omrin komt tegen de vergunning in beroep
bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Volgens de
stichting en de vereniging heeft het provinciebestuur onvoldoende
rekening gehouden met de aanwezigheid van de Waddenzee in de buurt van
de energiecentrale. De uitstoot van schadelijke stoffen zou leiden tot
nadelige gevolgen voor de Waddenzee. Ook vrezen zij voor
geluidsoverlast en geurhinder. Omrin is het niet eens met de eisen die
in de vergunning worden gesteld aan de uitstoot van zoutzuur en
zwaveldioxide. De zitting gaat ook over de vergunning die het
dagelijks bestuur van het Waterschap Friesland heeft verleend aan
Omrin voor het lozen van huishoudelijk afvalwater en bedrijfswater -
via de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Harlingen - op het Van
Harinxmakanaal. Een inwoner van Witmarsum komt tegen de
lozingsvergunning in beroep. Hij vreest onder meer dat de zware
metalen uit de schoorsteen door de zwaartekracht en het hemelwater in
het kanaal terechtkomen. (zaaknummer 200900542/1 en 200900862/1)
Zitting over de dwangsom die het college van burgemeester en
wethouders van 's-Hertogenbosch heeft opgelegd aan Wheely Wear en
Wheely Care vanwege het gebruik van twee garageboxen aan de
Aartshertogenlaan in 's-Hertogenbosch. In de garageboxen worden
motoren gerepareerd en motorkleding verkocht. Ook repareren zij daar
motoren. De rechtbank in 's-Hertogenbosch heeft in augustus van dit
jaar een eerder beroep van de bedrijven tegen de dwangsom ongegrond
verklaard. Tegen die uitspraak zijn zij in hoger beroep gekomen bij de
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. In afwachting van
de behandeling daarvan verzoeken zij de dwangsom voorlopig te
schorsen. (zaaknummer 200907266/2)
14.00 uur
Zitting over de vrijstelling die het college van burgemeester en
wethouders van Hilversum heeft verleend voor de aanleg van een aantal
wegen en fietspaden in het Noordwestelijk Villagebied in Hilversum.
Een inwoner van de gemeente is het niet eens met deze wegen en paden,
omdat ze voor een deel over zijn grond lopen. Daarom is hij in hoger
beroep gekomen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van
State. In afwachting van de behandeling daarvan verzoekt hij de
vrijstelling voorlopig te schorsen. (zaaknummer 200907065/2)
14.00 uur
Zitting over de vaststelling door provinciale staten van Noord-Brabant
van de 'Partiële herziening streekplan Noord-Brabant 2002, concrete
beleidsbeslissing N284 Hapert'. Deze beslissing maakt de omlegging van
de N284 mogelijk. De weg wordt onder meer omgelegd om het Kempisch
Bedrijvenpark beter bereikbaar te maken. De stichting Lucht voor
Hapert, de Milieuvereniging Bladel en de Brabantse Milieufederatie
vrezen voor verslechtering van de luchtkwaliteit. Zij vinden dat de
onderzoeken naar de luchtkwaliteit niet deugen. De zitting gaat ook
over de vaststelling door de gemeenteraad van Bladel van het
bestemmingsplan 'Kempisch Bedrijvenpark 2008' en het exploitatieplan
'Kempisch Bedrijvenpark 2008'. Het bestemmingsplan maakt een nieuw
bedrijventerrein mogelijk. De stichting, de milieuvereniging en de
milieufederatie zijn van mening dat de gemeenteraad een
milieueffectrapportage (MER) had moeten opstellen om de gevolgen voor
het milieu in kaart te brengen. Ook zijn zij bang voor verslechtering
van de luchtkwaliteit door de komst van het bedrijventerrein. Verder
zouden het landschap en de natuur worden aangetast. Tegen alle
besluiten zijn zij in beroep gekomen bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. In afwachting van de
behandeling daarvan verzoeken zij de Raad van State de besluiten
voorlopig te schorsen. (zaaknummer 200806151/7 en 200901350/5)