De Nederlandse Bank
Ten geleide van het ECB Maandbericht oktober 2009
Nieuwsbericht
Datum 15 oktober 2009
In zijn op 8 oktober 2009 gehouden vergadering, heeft de Raad van
Bestuur op basis van zijn reguliere economische en monetaire analyses
besloten de basisrentetarieven van de ECB onveranderd te laten. De
huidige rentes zijn nog steeds passend.
De informatie en analyses die sinds de laatste vergadering begin
september zijn binnengekomen hebben de vorige beoordeling van de Raad
van Bestuur bevestigd. Hoewel de HICP-inflatie op jaarbasis volgens de
voorlopige (flash)raming van Eurostat in september nog licht negatief
was, is de verwachting dat deze de komende maanden weer positief zal
worden en op de voor het beleid relevante termijn gematigd positief
zal blijven. Tegelijkertijd ondersteunt de laatste informatie de
zienswijze van de Raad van Bestuur dat de economie van het eurogebied
aan het stabiliseren is en dat deze zich naar verwachting in een
geleidelijk tempo zal herstellen. De onzekerheid blijft echter hoog.
Wat betreft de inflatieverwachtingen voor de middellange tot langere
termijn, blijven deze stevig verankerd in overeenstemming met het
streven van de Raad van Bestuur het inflatiecijfer op middellange
termijn onder maar dicht bij 2% te houden. De uitkomsten van de
monetaire analyse bevestigen de beoordeling van lage inflatoire druk,
aangezien de matiging van de monetaire en kredietexpansie aanhoudt.
Tegen deze achtergrond verwacht de Raad van Bestuur dat de
prijsstabiliteit op de middellange termijn zal worden gehandhaafd,
waarmee de koopkracht van huishoudens in het eurogebied zal worden
ondersteund.
Wat betreft de economische analyse, blijven de beschikbare
enquête-indicatoren wijzen op een aanhoudende stabilisatie van de
economische bedrijvigheid. Het eurogebied zou vooral moeten profiteren
van een herstel van de uitvoer, van de aanzienlijke macro-economische
impuls die is gegeven en de maatregelen die zijn genomen om het
functioneren van het financiële stelsel te herstellen. Daarnaast is de
verwachting dat de voorraadcyclus, na de aanzienlijke negatieve
bijdragen in de eerste helft van 2009, een positieve bijdrage zal
leveren aan de reële bbp-groei in de tweede helft van het jaar. De
onzekerheid blijft echter hoog en de volatiliteit van binnenkomende
gegevens wettigt een voorzichtige interpretatie van de beschikbare
informatie. Al met al zal het herstel naar verwachting nogal
onregelmatig blijven. Op de korte termijn zal het herstel worden
ondersteund door een aantal tijdelijke factoren, maar het zal op de
middellange termijn waarschijnlijk worden beïnvloed door het proces
van aanhoudende balanscorrecties in de financiële en niet-financiële
sector van de economie, zowel binnen als buiten het eurogebied.
Naar het oordeel van de Raad van Bestuur blijven de risico's voor deze
vooruitzichten globaal in evenwicht. In positieve zin zouden de
uitgebreide macro-economische stimulerings- en andere
beleidsmaatregelen die zijn genomen wellicht een sterker effect kunnen
hebben dan verwacht. Het vertrouwen zou ook sneller kunnen verbeteren,
de verslechtering van de arbeidsmarkt is wellicht minder erg en de
externe vraag zou hoger kunnen uitvallen dan voorzien. In negatieve
zin blijft bezorgdheid bestaan over een langdurigere negatieve
wisselwerking tussen de reële economie en de financiële sector,
hernieuwde prijsstijgingen van olie en andere grondstoffen, een
toename van protectionistische druk en de mogelijkheid van een
ongeordende correctie van mondiale onevenwichtigheden.
Wat betreft de prijsontwikkeling, bedroeg de HICP-inflatie op
jaarbasis, volgens de voorlopige (flash) raming van Eurostat, -0,3 %
in september, vergeleken met -0,2% in augustus. De huidige negatieve
inflatie is in overeenstemming met eerdere verwachtingen en is
grotendeels het gevolg van basiseffecten die zijn ontstaan door
fluctuaties in de mondiale grondstoffenprijzen een jaar geleden. Ook
als gevolg van basiseffecten, wordt voorzien dat de inflatie op
jaarbasis de komende maanden weer positief zal worden. Daarna, op de
voor het beleid relevante termijn, is de verwachting dat de inflatie
positief zal blijven, waarbij de algehele prijs- en
kostenontwikkelingen gematigd zullen blijven als gevolg van de
aanhoudende zwakke vraag in het eurogebied en elders. In deze context
is het belangrijk om opnieuw te benadrukken dat de
inflatieverwachtingen voor de middellange tot langere termijn stevig
verankerd blijven in overeenstemming met het streven van de Raad van
Bestuur het inflatiecijfer op middellange termijn onder maar dicht bij
2% te houden.
De risico's voor deze verwachtingen blijven globaal in evenwicht. Ze
houden vooral verband met de vooruitzichten voor de economische
bedrijvigheid en met het beloop van grondstoffenprijzen. Bovendien
zouden toenames in indirecte belastingen en door de overheid
gereguleerde prijzen hoger kunnen uitvallen dan tot nu toe verwacht
als gevolg van de noodzaak van begrotingsconsolidatie gedurende de
komende jaren.
Wat de monetaire analyse betreft, bevestigen de laatste gegevens dat
de ontwikkelingen in de groei van de geldhoeveelheid en van de
kredietverlening gematigd blijven. In augustus daalden de groei van M3
op jaarbasis en de kredietverlening aan de particuliere sector verder
naar een historisch dieptepunt van respectievelijk 2,5% en 0,1%. Deze
gelijktijdige afname in de groei van de geldvoorraad en
kredietverlening bevestigt de vorige beoordeling van de Raad van
Bestuur van een gematigd onderliggend tempo van monetaire expansie en
lage inflatoire druk op de middellange termijn.
De aanhoudende afname van de groei van M3 op jaarbasis gaat nog steeds
gepaard met een sterker wordende groei van M1 op jaarbasis, die in
augustus verder steeg tot 13,6%. De kracht van M1 is het gevolg van
het feit dat een geringere marge tussen de rentevergoedingen op
verschillende kortlopende deposito's een verschuiving in de allocatie
van gelden teweeg hebben gebracht van, met name, kortlopende
termijndeposito's naar girale deposito's. Tegelijkertijd heeft de
steile hellingsgraad van de rentecurve wellicht een verschuiving van
M3 naar langerlopende deposito's en effecten buiten M3 ondersteund.
De algehele stroom van bancaire leningen naar de niet-financiële
particuliere sector bleef in augustus gematigd. In het geval van
huishoudens duiden de laatste gegevens erop dat de afname van de groei
in kredietverlening zich op een niveau van lage groeicijfers
stabiliseert. In het geval van niet-financiële ondernemingen, was de
stroom van kredietverlening in augustus weer enigszins positief, na
een paar maanden van negatieve kredietstromen. Afgezien van de
volatiliteit van maandelijkse gegevens, blijft de groei van de
kredietverlening nog steeds zeer gematigd. Dit is in overeenstemming
met de vertraging die gewoonlijk optreedt tussen tendensen in de
economische bedrijvigheid en ontwikkelingen in de kredietverlening aan
ondernemingen. In dit opzicht lijken in de komende maanden verdere
zwakke ontwikkelingen in de kredietverlening aan niet-financiële
ondernemingen waarschijnlijk, gezien het matige productie- en
handelsniveau en de aanhoudende onzekerheid met betrekking tot de
economische vooruitzichten. Tegelijkertijd zou de aanhoudende
verbetering in financieringsvoorwaarden de kredietvraag in de komende
periode moeten ondersteunen. Tegen de achtergrond van zeer grote
uitdagingen, dienen banken passende maatregelen te treffen om hun
kapitaalbasis verder te versterken en, waar nodig, de
overheidsmaatregelen ter ondersteuning van de financiële sector ten
volle te benutten, vooral wat betreft herkapitalisatie.
Samenvattend, blijven de huidige tarieven passend. De informatie en
analyses die sinds de laatste vergadering in begin september zijn
binnengekomen hebben de vorige beoordeling van de Raad van Bestuur
bevestigd. Hoewel de HICP-inflatie op jaarbasis, volgens de voorlopige
(flash)raming van Eurostat, in september nog steeds licht negatief
was, is de verwachting dat deze de komende maanden weer positief zal
worden en op de voor het beleid relevante termijn gematigd positief
zal blijven. Tegelijkertijd ondersteunt de laatste informatie de
zienswijze van de Raad van Bestuur dat de economie van het eurogebied
aan het stabiliseren is en naar verwachting in een geleidelijk tempo
zal herstellen. De onzekerheid blijft echter hoog. Wat betreft de
inflatieverwachtingen voor de middellange tot langere termijn, blijven
deze stevig verankerd, in overeenstemming met het streven van de Raad
van Bestuur het inflatiecijfer op middellange termijn onder maar dicht
bij 2% te houden. Een toetsing van de uitkomsten van de economische
analyse aan die van de monetaire analyse bevestigt de beoordeling van
een lage inflatoire druk op de middellange termijn, aangezien de
geldgroei en kredietexpansie verder afnemen. Tegen deze achtergrond
verwacht de Raad van Bestuur dat de prijsstabiliteit op de middellange
termijn zal worden gehandhaafd, waarmee de koopkracht van huishoudens
in het eurogebied zal worden ondersteund.
Aangezien de transmissie van het monetaire beleid vertraagd doorwerkt,
verwacht de Raad van Bestuur dat zijn beleidsmaatregelen in toenemende
mate in hun geheel in de economie zullen neerslaan. Door alle
getroffen maatregelen, met inbegrip van de laatste twaalfmaands
langerlopende herfinancieringstransactie van 30 september, biedt het
monetaire beleid derhalve krachtige, aanhoudende steun aan de
economie. Zodra het macro-economische klimaat verbetert, zal de Raad
van Bestuur ervoor zorgen dat de genomen maatregelen bijtijds worden
teruggedraaid en dat de verschafte liquiditeit wordt geabsorbeerd om
enige bedreiging van de prijsstabiliteit op de middellange tot langere
termijn effectief tegen te gaan. Op die manier zal de Raad van Bestuur
blijven zorgen voor een stevige verankering van de
middellange-termijninflatieverwachtingen. Een dergelijke verankering
is onontbeerlijk voor de ondersteuning van duurzame groei en
werkgelegenheid en draagt bij tot financiële stabiliteit. De Raad van
Bestuur zal daarom alle ontwikkelingen gedurende de komende periode
zeer nauwlettend blijven volgen.
Wat betreft het begrotingsbeleid, wordt de behoefte aan ambitieuze en
realistische begrotingsexit- en consolidatiestrategieën in toenemende
mate dringend. Het is essentieel dat overheden concrete structurele
maatregelen invoeren en overtuigend communiceren dat zij zich ertoe
verplichten de duurzaamheid van overheidsfinanciën veilig te stellen.
Overheden moeten hun consolidatieplannen ontwerpen in overeenstemming
met de bepalingen van het Stabiliteits- en groeipact. Zij dienen
ervoor te zorgen dat zo snel mogelijk met consolidatie wordt begonnen,
doch uiterlijk wanneer het herstel beklijft. Deze plannen moeten ook
gepaard gaan met een versterking van de nationale begrotingskaders.
Inspanningen tot consolidatie zullen in 2011 moeten worden opgevoerd
en de referentiewaarde van 0,5% van het bbp op jaarbasis, dat in het
Stabiliteits- en groeipact is vastgelegd, aanzienlijk moeten
overschrijden. In landen met hoge tekorten en/of schuldquota zou de
jaarlijkse structurele aanpassing minstens 1% van het bbp moeten
bedragen. Gezien de snel toenemende uitgavenquoten en de voorziene
verdere uitgavendruk als gevolg van de hogere rentelasten en kosten
die verband houden met de vergrijzing, moeten de structurele
maatregelen van landen op de uitgaven gericht zijn.
Op het gebied van structurele hervormingen is het essentieel dat in
alle landen meer inspanningen worden gedaan om duurzame groei en
werkgelegenheid te ondersteunen, aangezien de financiële crisis
waarschijnlijk de productiecapaciteit van de economieën van het
eurogebied heeft beïnvloed. Vooral nodig zijn passende loonvorming,
voldoende flexibiliteit van de arbeidsmarkt en effectieve prikkels om
aan het werk te gaan. Tegelijkertijd zijn beleidsmaatregelen die
concurrentie en innovatie doen toenemen dringend nodig om de
herstructurering en investeringen te versnellen en om de
bedrijfskansen en productiviteitsstijgingen te realiseren die nodig
zijn om een duurzaam herstel zeker te stellen. Een passende
herstructurering en consolidatie van de bancaire sector moet ook een
belangrijke rol spelen. Gezonde balansen, gezond risicobeheer en
transparante en robuuste bedrijfsmodellen zijn essentieel voor het
versterken van de financiële gezondheid van banken en hun veerkracht
met betrekking tot schokken, waarmee de basis wordt gelegd voor
duurzame economische groei en financiële stabiliteit.
De Engelstalige publicatie van het maandbericht bevat drie artikelen.
In het eerste artikel worden het monetaire beleid en het kredietaanbod
in het eurogebied besproken. In het tweede artikel worden de recente
ontwikkelingen in de balansen van het Eurosysteem, het Federal Reserve
System en de Bank of Japan behandeld. In het derde artikel wordt de
financiële ontwikkeling van opkomende economieën en de
beleidsimplicaties daarvan aan de orde gesteld.
---