Waterschap Dommel
waterprojecten staat onder druk
Financiering integrale waterprojecten staat onder druk
Dit is een persbericht vanuit de NBWB (Noord- Brabantse
WaterschapsBond).
De Brabantse waterschappen dachten deugdelijke afspraken gemaakt te
hebben met de provincie Noord-Brabant voor de realisering van
integrale waterprojecten. Maar nu blijkt uit de aanstaande behandeling
van het Ontwerp Provinciaal Waterplan 2010-2015 in Provinciale Staten
dat het besluit voor provinciale cofinanciering wordt teruggeschroefd.
Met name de financiering van projecten die nu hun
voorbereidingsperiode hebben en in de periode na 2011 uitgevoerd
zouden worden, staan onder druk.
In een brief aan Provinciale Staten stellen de Brabantse waterschappen
dat ze in grote problemen komen als de provincie besluit terug te
komen op eerdere afspraken en daarmee de cofinanciering van projecten
aanmerkelijk te verminderen dan eerder was overeengekomen.
Tijdens de planvorming voor de reconstructie van het Brabantse
platteland is in 2004 door het toenmalige college van Provinciale
Staten het idee uitgevoerd om samen met de vier waterschappen een
stevige impuls te geven aan een integrale aanpak van de uitvoering van
watergerelateerde onderdelen van de ontwerp reconstructie- en
gebiedsplannen. Deze bestuursovereenkomst heeft tot indrukwekkende
resultaten geleid en de afgesproken plannen zijn gerealiseerd.
Dit was ook de reden om in 2007 met elkaar een tweede
bestuursovereenkomst aan te gaan met ambitieuze wensen en met
gedeeltelijke financiering. Ook werd afgesproken om een aantal
ijkmomenten op te nemen tijdens de looptijd van 6 jaar om dekking te
vinden voor de verdere financiering van de rest van de plannen. Maar
nu blijkt de provinciale cofinanciering met bijna 30% te zijn
teruggeschroefd: van EUR 85 miljoen naar EUR 61 miljoen.
Daarnaast constateren de waterschappen dat de provincie zich
terugtrekt binnen de Natte Natuurparels van de ecologische
hoofdstructuur en daarbuiten blijkbaar geen partner meer wil zijn voor
waterveiligheid, bestrijding van de wateroverlast en investeringen in
de ecologische en landschappelijke kwaliteit via beek- en kreekherstel
en het bijdragen aan de realisatie van EVZ's.
De waterschappen constateren hier een absolute trendbreuk met datgene
wat in partnerschap over en weer is opgebouwd in de afgelopen jaren en
vragen zich af of er nog een solide basis is voor de afgesproken
bestuursovereenkomst.
Indien dit besluit door Provinciale Staten wordt bekrachtigd, stelt
dit de waterschappen voor grote problemen. De weerslag van de
bestuursovereenkomst is namelijk verwerkt in begrotingen en in
waterbeheerplannen van de waterschappen. Bij zo'n besluit zullen
namelijk ook de plannen en begrotingen van de waterschappen moeten
worden herzien.
Tevens hebben de waterschappen grote problemen met het voorstel van
Gedeputeerde Staten om de stimuleringsmaatregel voor agrariërs die
zuinig omgaan met beregeningen stop de zetten.
De waterschappen pleiten voor een voortzetting van deze
stimuleringsmaatregel gedurende 1 à 2 jaar zodat de waterschappen in
staat zijn met de boeren een nieuwe en duurzame regeling te ontwerpen.