Gemeente Hilversum

Vroegschoolse educatie weer op de kaart

publicatiedatum: donderdag 15 oktober 2009

De bovenschoolse directeuren van het Protestants Christelijk Onderwijs (Proceon) en het Openbaar Onderwijs (BOOH) hebben woensdag 7 oktober tijdens de conferentie `Vroegschoolse educatie weer op de kaart' als eersten de intentie uitgesproken om de doorlopende leerlijn tussen de voorschoolse (0-4 jaar) en vroegschoolse (4-6 jaar) educatie weer prominent op de agenda te zetten.

In augustus 2006 besloot het kabinet de verantwoordelijkheden van gemeenten en schoolbesturen op te knippen als gevolg waarvan de doorlopende leerlijn tussen de voorschoolse (0-4) en vroegschoolse (4-6) educatie onder druk kwam te staan. Met name kinderen met een (dreigende) taalachterstand ondervonden daarvan de nadelige gevolgen. Vanaf augustus 2010 echter krijgen gemeenten wettelijk weer de taak en de plicht om ook met de schoolbesturen over het vroegschoolse deel afspraken te maken over o.a. de inzet van de middelen. De Regiegroep Voor en Vroegschoolse Educatie (VVE), waarin vertegenwoordigers van alle betrokken partijen zitting hebben, achtte een conferentie wenselijk omdat veel basisscholen om uiteenlopende redenen niet meer zo actief aan voor- en vroegschoolse educatie deelnemen.

Onder meer de vraag hoe VVE kan bijdragen aan een succesvolle schoolloopbaan van jonge kinderen staat tijdens de najaarsconferentie centraal. Kinderen hebben er profijt van als hun ontwikkeling systematisch en doelgericht wordt gestimuleerd, zeker als sprake is van een (dreigende) taalachterstand. Komen zij sociaal of wat taal betreft moeilijk mee, dan is het verstandig daar al op jonge leeftijd iets aan te doen. Dus vóórdat ze naar school gaan of in de kleutergroepen van de basisschool. Ook wetenschappelijk is aangetoond dat in die jonge jaren de meeste winst is te halen. Zo blijkt uit veel onderzoek dat VVE-programma's een positief effect hebben op de cognitieve ontwikkeling en de taalontwikkeling van kinderen. Bovendien is aangetoond dat jonge deelnemers aan een VVE-programma beter presteren op school, meer kans hebben op werk, minder vaak een uitkering nodig hebben en minder vaak in aanraking komen met criminaliteit.