CDA

CDA sterk merk in onzekere tijden

Het CDA begrijpt de onzekerheid en ongerustheid van veel mensen, maar het is een sterke partij die het land door de crisis gaat loodsen. Bij de Algemene Beschouwingen in de Eerste Kamer kiest CDA-fractievoorzitter Jos Werner de aanval om de kritiek van de laatste weken te pareren.

Werner: âBij nogal wat mensen hapert het vertrouwen. Dat lossen we niet op door ons te verstoppen voor de werkelijkheid, of te suggereren dat de bui wel mee zal vallen. Die valt niet mee, en schuilen is de oplossing niet. Cynisme is ook niet het antwoord en het helpt evenmin te gaan schelden en iedereen en alles de schuld te geven van de problemen. We moeten er met elkaar doorheen. Niet doldriest, maar evenwichtig. Niet aarzelend, maar vastberaden. Niet op de bonne fooi, maar solide. Mijn partij, het CDA, zal in die moeilijke jaren op dit punt zijn kracht laten zien met al zijn ervaring en al zijn inzichten.â

De CDA-fractie in de Senaat steunt het crisisbeleid van het kabinet, maar geeft wel wat schoten voor de boeg: âDe CDA-fractie heeft waardering voor de aanpak en kan het keynesiaanse beleid voor de time being onderschrijven, maar wil ook een waarschuwend geluid laten horen. Geen steunverlening aan bedrijven die op den duur niet levensvatbaar zijn, geen werk in stand houden waar sanering onvermijdelijk is en geen financiële instellingen blijven steunen als zij weer op eigen benen kunnen staan. De markt zal zodra het kan weer zijn werk moeten doen.â

Steeds meer mensen werken niet in loondienst, maar als eenmansbedrijf. Hoewel zij in een recessie vaak het eerste werk kwijtraken en dus de eerste klappen moeten opvangen, wijst Werner met optimisme op deze ontwikkeling: âIk noem het verder flexibiliseren van de arbeidsmarkt. Hier zie je nu eens goed dat de overheid heus niet alles alleen hoeft te doen. Zonder dat er wetten voor nodig waren, of spoeddebatten in de Tweede Kamer, zijn er steeds meer werknemers in Nederland ZZP-er geworden. Misschien soms noodgedwongen, bijvoorbeeld omdat er geen uitzicht was op een vast dienstverband. Maar vaak ook uit werkelijk vrije wil. Om onafhankelijk te zijn. Ja, veel van die ZZP-ers raken in een recessie het eerst werk kwijt. Maar diezelfde ZZP-ers hebben zich daar beter op ingesteld, en ondernemen zelf weer allerlei initiatieven om nieuwe omzet te maken. Dat wil zeggen dat de economische kracht plus de zelfredzaamheid in de samenleving op microniveau aan het toenemen is. Dat is geweldig. Heel organisch bereidt de samenleving, vooral bij jongeren, zich voor op nieuwe verhoudingen. Zij geven mij het vertrouwen dat de Nederlandse samenleving veel sterker en veerkrachtiger zal blijken te zijn dan veel pessimisten ons voorspiegelen.â

Werner wil dat het kabinet de door het CDA voorgestelde vlaktaks betrekt bij de verdere besluitvorming over het herstel van de economie. Het CDA wijst generieke lastenverhoging voor burgers en bedrijven af. Op een aantal punten moet er nu snel worden doorgepakt: hervorming van de AWBZ, flexibiliseren van de arbeidsmarkt, bevorderen van de duurzaamheid, stimuleren van kenniseconomie en innovatie en het beter functioneren van de woningmarkt.

De Eerste Kamerfractie van het CDA zet zich sterk af tegen de spelverruwing in de Tweede Kamer en hier en daar in gemeenteraden. Werner: âDe nieuwste verworvenheid in de Tweede Kamer is dat men elkaar nu ook mag aanspreken met âflapdrolâ en in de gemeenteraad van Rotterdam wordt publiekelijk gediscussieerd over de vraag waarom je iemand niet âeikelâ mag noemen maar wel âflapdrolâ. Als je in de politiek zo grensverleggend bezig bent hoef je uiteindelijk niet op veel respect van de bevolking te rekenen. Geen enkele samenleving kan uiteindelijk goed gedijen als de burgers zelf niet de dragers van normen en waarden zijn en deze uitdragen, overdragen en in hun maatschappelijk leven handhaven. Politici en overheid hebben daarbij een bijzondere verantwoordelijkheid en dienen daarin voorop te gaan en ten voorbeeld te staan.â

Jos Werner vraagt zich af of het bevorderen van marktwerking als oplossing van alle kwalen marktwerking niet te ver aan het doorschieten is. âZeker, de verstatelijking van de samenleving was te ver doorgeschoten en behoefde correctie. Maar zijn we in het terugleggen van verantwoordelijkheden bij de samenleving en in de introductie van âmarktâ en âfinanciële incentivesâ als sturingsmiddel voor het bevorderen van doelmatigheid en âgoedâ gedrag, niet het doel voorbij aan het schieten? Is het niet zo dat we ons echt moeten afvragen of ook in die grote semipublieke sector, waar op private basis belangrijke zaken van algemeen belang worden behartigd zoals zorg, onderwijs en wonen onder invloed van de verzakelijking en markt, het eigen instellingsbelang en individuele gewin, de algemeen maatschappelijke oriëntatie naar de achtergrond aan het verdwijnen is? Ik kondig nu al aan dat de CDA-fractie een fundamenteel debat met de regering zal aangaan over de inrichting van die belangrijke semipublieke sector, bij gelegenheid van de behandeling van het wetsvoorstel Maatschappelijke Onderneming en tegen deze achtergrond zal bezien of dit wetsvoorstel een voldoende antwoord is om het tij te keren, waardoor die algemeen maatschappelijke nutsfunctie weer centraal komt te staan, zonder echter weer opnieuw te vervallen in verstatelijking.â