Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over het bericht dat het aantal strafbare incidenten in het stads- en streekvervoer in drie jaar tijd explosief zou zijn gestegen

14 oktober 2009

Beantwoording van kamervragen van de leden Van Haersma Buma, Çörüz en Mastwijk (allen CDA).

Bestanden

* Beantwoording van kamervragen over het bericht dat het aantal strafbare incidenten in het stads- en streekvervoer in drie jaar tijd explosief zou zijn gestegen| Pdf-icoon Pdf-bestand
Zie het origineel

2009Z15771 Antwoorden
Vragen van de leden Van Haersma Buma, Çörüz en Mastwijk (allen CDA) aan de ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Verkeer en Waterstaat over het bericht dat het aantal strafbare incidenten in het stads- en streekvervoer in drie jaar tijd explosief zou zijn gestegen. (Ingezonden 4 september 2009)

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht 1) dat het aantal strafbare incidenten in het stads- en streekvervoer in drie jaar tijd explosief zou zijn gestegen?
Antwoord 1
Ja, hiervan heb ik kennisgenomen.

Vraag 2
Indien deze feiten correct zijn, waaraan is deze stijging te wijten?
Antwoord 2
In het rapport van de Taskforce veiliger openbaar vervoer staat te lezen: "zowel het aantal strafbare als niet-strafbare incidenten neemt toe buiten de G41." Verschillende indicaties wijzen op een stijging, doch het percentage van de stijging is onzeker doordat incidentregistraties van bedrijven grote onderlinge verschillen vertonen. Een van de maatregelen van de Taskforce die nu opgepakt worden, betreft het uniformeren en verbeteren van de incidentregistraties. Er is geen eenduidige reden voor de stijging van het aantal incidenten. Het gegeven dat incidenten vooral buiten de G4 stijgen, zien we ook in andere sectoren, waar geconstateerd wordt dat maatschappelijke problematiek, die vroeger vooral voorkwam in de vier grote steden, nu ook voorkomt in de middelgrote steden.

Vraag 3
In hoeveel van de gevallen is er een openbaar vervoersverbod opgelegd? Worden deze allen toegepast?
Antwoord 3
Opgelegde vervoersverboden worden niet landelijk geregistreerd. Daarom heb ik navraag gedaan bij de verschillende vervoersbedrijven. Daaruit blijkt dat vervoersverboden zijn opgelegd door de RET (14 maal), Connexxion (1 maal) en Arriva (3 maal). Door NS, Syntus, GVB en HTM zijn sinds 2006 geen vervoersverboden opgelegd. Daarnaast kunnen vervoersverboden worden opgelegd door de politie. De politie in Amsterdam bijvoorbeeld heeft sinds 2006 31 keer een vervoersverbod opgelegd. Ik beschik niet over landelijke gegevens. De opgelegde vervoersverboden worden volgens de vervoerders goed nageleefd. Ook meldt de RET dat van het aankondigen van het sneller opleggen van een vervoerverbod op tramlijn 2 een sterk preventieve werking is uitgegaan.

Vraag 4
Welke rol is volgens u voor de burgemeester dan wel voor de openbaar vervoersbedrijven weggelegd bij de bestrijding van deze toename van geweld? Wordt deze rol volgens u momenteel op een juiste wijze ingevuld daar waar het de handhaving van de openbare orde betreft?
1 G4 betreft in dit geval de stedelijke vervoerbedrijven GVB, HTM, RET, GVU.
Antwoord 4
Met als doel het terugdringen van geweld in het openbaar vervoer is de Taskforce Veiliger Openbaar Vervoer ingesteld. De Taskforce is samengesteld uit vertegenwoordigers van vervoerbedrijven (stedelijke vervoerders, streekvervoerders en NS), vakbonden, politie, gemeente, Openbaar Ministerie, concessieverleners openbaar vervoer (provincies, stadsregio's en minister VenW) en de Ministeries van BZK en Justitie.
Alle betrokken partijen nemen in gezamenlijkheid hun verantwoordelijkheid om agressie en geweld in het openbaar vervoer verder terug te dringen. De maatregelen van de Taskforce zijn hier op gericht. Door middel van lokale veiligheidsarrangementen wordt de lokale inbedding van de maatregelen gegarandeerd. Binnen de kaders van voornoemde afspraken is en blijft de burgemeester verantwoordelijk voor de openbare orde. Geweld in het openbaar vervoer heeft soms een relatie met problemen in bepaalde wijken. Dan ligt er een duidelijke rol voor de burgemeester om de aanpak te coördineren. Het vervoerbedrijf is en blijft in eerste aanleg zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van personeel en passagiers. Als het over openbare orde gaat, is het vervoersbedrijf weliswaar verplicht tot het geven van informatie en medewerking, maar ligt het voortouw in de aanpak bij burgemeester en politie. De samenwerking tussen politie en vervoersbedrijven is echter nog niet altijd optimaal. Om die samenwerking tussen politie en vervoersbedrijven te verbeteren heb ik, vooruitlopend op het rapport van de Taskforce, samen met de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat tijdelijk een OV-veiligheidsfunctionaris bij de politie aangesteld. Deze functionaris valt onder de landelijke portefeuillehouder geweld van de Raad van Hoofdcommissarissen.

Vraag 5
Hoe beoordeelt u de 16 voorstellen die de Taskforce Veiliger openbaar vervoer heeft voorgesteld?
Antwoord 5
Ik vind het een stevig maatregelenpakket. Ik zet mij er samen met betrokkenen voor in dat dit maatregelenpakket snel ter hand wordt genomen en alle partijen hun verantwoordelijkheid nemen. Agressie en geweld kunnen alleen worden teruggedrongen als alle partijen hierin samenwerken. Met het maatregelenpakket willen we bereiken dat voor de werknemers in het openbaar vervoer de effecten snel zichtbaar en merkbaar worden en het openbaar vervoer veiliger wordt.

Vraag 6
Bent u bekend met de zogenaamde 'Toolkit Openbare orde en Veiligheid' 2) waarin de belangrijkste mogelijkheden voor de burgemeester om in te grijpen op het gebied van openbare orde en veiligheid zijn geschetst? Hoe kijkt u ertegen aan om een dergelijke toolkit in alle Nederlandse gemeenten te verspreiden om zodoende de burgemeesters te ondersteunen daar waar het de mogelijkheden betreft om de openbare orde en veiligheid in hun gemeenten te handhaven?
Antwoord 6
Ja, ik ben bekend met het bedoelde document van het CDA en heb dit initiatief positief ontvangen. Er gebeurt al veel om gemeenten te informeren over de mogelijkheden die er zijn voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid in hun gemeenten. Er zijn diverse handreikingen voor gemeenten op dit terrein en er worden met regelmaat voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Het is echter wel van belang dat burgemeesters een goed totaaloverzicht hebben van alle, ook nieuwe, mogelijkheden die er zijn. Daarom komt er
dit jaar een Handboek openbare orde bevoegdheden voor de burgemeester uit, dat wordt samengesteld door het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en de minister van BZK. Dit zal worden gezonden aan alle burgemeesters.

1) Spits, 3 september 2009: "Geweld in bus: explosief gestegen"
2) CDA Tweede Kamerfractie (Van Geel en Van Haersma Buma): "De maat is vol! - Toolkit Openbare orde en Veiligheid"