Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Antwoorden van de staatssecretaris op vragen van het lid Brinkman
over het bericht dat corrupte politici uit Bonaire op grote schaal
grond zouden hebben verkocht aan Nederlandse vastgoedmakelaars en
projectontwikkelaars. Ingezonden op 25 september 2009 met kenmerk
2009Z17282.
2009Z17282
Vragen van het lid Brinkman (PVV) aan de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over het bericht dat corrupte politici uit Bonaire op grote schaal grond zouden
hebben verkocht aan Nederlandse vastgoedmakelaars en projectontwikkelaars. (Ingezonden 25
september 2009)
1
Kent u het bericht "Vastgoedpenoze strijkt neer op eiland Bonaire?" 1)
Antwoord
Ja.
2
Is het waar dat Nederlandse vastgoedmakelaars, projectontwikkelaars en horecaondernemers in
toenemende mate naar Bonaire zijn toegestroomd sinds bekend is dat Bonaire Nederlands
grondgebied wordt?
Antwoord
De staatkundige hervormingen en het verkrijgen van de status van openbaar lichaam door Bonaire,
Saba en Sint Eustatius hebben ongetwijfeld de aandacht van het Nederlands bedrijfsleven. Ik
beschik niet over gegevens die een groeiende toestroom van Nederlandse vastgoedmakelaars,
projectontwikkelaars en horecaondernemers kunnen ondersteunen. De registratie van dergelijke
gegevens is immers een bevoegdheid van het land de Nederlandse Antillen.
De ruimtelijke ordening op het eilandgebied Bonaire heeft mijn aandacht alsook die van de lokale
overheid. Op dit moment is op Bonaire een voorbereidingsbesluit van kracht. Dit gaat iedere
ongewenste ontwikkeling tegen. En er wordt gewerkt aan bestemmingsplannen, gefinancierd
vanuit het Sociaal Economisch Initiatief. Hierbij wordt door Nederland technische bijstand geleverd.
3
Is de breed gedragen mening waar dat corrupte politici op Bonaire erfpacht- en domeingrond op
een onwettige wijze hebben verkocht aan deze Nederlandse zakenlieden?
4
Deelt u de mening dat het gewenst is om, naast het huidige grootschalig internationaal
witwasonderzoek, in oktober 2010 bij de werkelijke integratie van Bonaire in het Nederlandse
staatsbestel een nieuw onderzoek te doen naar bovenstaande mogelijke illegale praktijken?
Antwoord op vragen 3 en 4
Op 15 mei 2009 heeft de Algemene Rekenkamer Nederlandse Antillen (ARNA) een rapport
gepubliceerd over Bonaire inzake onderzoek naar afwijken van beleid door het Bestuurscollege ten
aanzien van verlenen erfpachtrecht. Het rapport geeft aan dat het toenmalige Bestuurscollege in
enkele gevallen grond heeft uitgegeven in erfpacht op een manier die in strijd is met de beginselen
van goed bestuur. Hierover heb ik uw Kamer bericht naar aanleiding van vragen van het lid
Brinkman, ingezonden op 29 mei 2009 (kenmerk: 2009Z10063). De Gouverneur van de
Nederlandse Antillen heeft het Bestuurscollege van Bonaire gevraagd hem te berichten hoe zij de
gewraakte besluiten denkt terug te draaien of anderszins ongedaan te maken. Hierop heeft het
Bestuurscollege nog niet gereageerd.
Het is een taak van het Nederlands-Antilliaanse Openbaar Ministerie om eventuele vermoedens van
corruptie te onderzoeken en - indien daartoe naar het oordeel van het Openbaar Ministerie
aanleiding bestaat - over te gaan tot vervolging. Mocht er na de transitiedatum reden zijn voor een
nieuw onderzoek, dan zal dat een taak zijn van het Openbaar Ministerie van Bonaire, Sint Eustatius
en Saba. Indien mij concrete informatie over corruptie bereikt, zal ik deze dan ook naar het
Openbaar Ministerie doorleiden.
5
Zo ja, deelt u de mening dat, indien deze erfpacht- en domeingrond op een onwettige wijze is
verkregen, deze verkopen moeten worden ontbonden en dat het grondgebied door de Nederlandse
staat moet worden geconfisqueerd?
Antwoord
Indien erfpacht- en domeingrond door middel van een strafbaar feit is verkregen, zal door de
strafrechter bij veroordeling wegens het strafbare feit per geval kunnen worden bekeken of
goederen kunnen worden verbeurdverklaard. De Antilliaanse strafwetgeving biedt daarnaast de
mogelijkheid om degene die is veroordeeld wegens een strafbaar feit de verplichting op te leggen
tot betaling van een geldbedrag ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel.
1) NRC Handelsblad, 19 september 2009