Nationale Bank van Belgie


Nieuwe organisatie van het toezicht op de kredietinstellingen en de financiële markten en diensten

2009-10-14

De Gouverneur van de Nationale Bank en de Voorzitter van de CBFA wensen hun gemeenschappelijke wil kenbaar te maken om de toekomstige institutionele structuur inzake het toezicht op de financiële instellingen en de financiële markten in België, zoals de Premier die in zijn Verklaring over het Algemeen Beleid heeft voorgesteld, te realiseren.

Geen enkel toezichtsmodel is superieur gebleken, in het bijzonder tijdens de recente financiële crisis. Toch wijzen de meest recente ontwikkelingen in verscheidene landen, en meer in het bijzonder in het eurogebied, op een toenemende convergentie wat betreft de toenadering van de micro- en macrocomponenten van het prudentieel toezicht.

De Nationale Bank en de CBFA zullen erover waken dat de beslissingen van de Regering zo snel mogelijk worden uitgevoerd. Zo zal in een eerste fase het Comité voor Systemische Risico's worden opgericht, dat zal bestaan uit de directiecomités van de beide instellingen. Dit Comité zal toezien op de gestage toenadering tussen de teams van de CBFA en die van de NBB die bij het prudentieel toezicht betrokken zijn, maar zal tevens het ontwikkelen van nieuwe instrumenten voor het prudentieel toezicht vergemakkelijken.

Het Comité voor Systemische Risico's zal ook de laatste fase van de hervorming voorafspiegelen, aan het einde waarvan de Nationale Bank belast zal zijn met het geheel van het prudentieel toezicht in België. De nieuwe CBFA zal, losstaand van de NBB, bevoegd zijn voor het gehele toezicht op de financiële markten en op de beursgenoteerde ondernemingen, het toezicht op de financiële producten, op de financiële diensten en tussenpersonen evenals op de gedragsregels dienaangaande, en zal ruimere bevoegdheden toegewezen krijgen in het vlak van de informatieverstrekking aan en de bescherming van de consumenten.

Deze ontwikkeling ligt in het verlengde van de wet van 2 augustus 2002, die met name heeft mogelijk gemaakt 17 operationele samenwerkingsakkoorden af te sluiten tussen de twee instellingen.

De NBB en de CBFA wensen ten slotte te benadrukken dat deze ontwikkeling de dagdagelijkse uitoefening van het prudentiële toezicht, waarvan de continuïteit en de kwaliteit gegarandeerd moeten blijven, op geen enkele wijze beïnvloedt en dat de werkgelegenheid en het statuut van de medewerkers, wier competentie unaniem wordt erkend, behouden zullen blijven.