Antwoord minister-president op Kamervragen over de embargoregeling
Prinsjesdag
Kamerstuk | 14-10-2009
Minister-president Balkenende heeft naar aanleiding van het verzoek
van Tweede Kamerlid Van Gent (GroenLinks) vragen beantwoord over het
verstrekken van de begrotingsstukken in 2010.
Naar aanleiding van het verzoek van de geachte afgevaardigde mevrouw
Van Gent tijdens de regeling van werkzaamheden van 13 oktober j.l.
bericht ik u het volgende.
Tijdens de recente behandeling van de begroting Algemene Zaken in uw
Kamer heeft een eerste gedachtewisseling plaatsgevonden over het
verstrekken van de stukken in 2010. Namens het kabinet heb ik bij die
gelegenheid betoogd dat een embargoregeling over een lange reeks van
jaren onwerkbaar is gebleken. Daarnaast heeft de discussie dit jaar
geleerd dat het uitreiken van begrotingsstukken de vrijdag voor
Prinsjesdag tal van bezwaren oproept.
Daarbij heb ik aangetekend dat de evaluatie over de gang van zaken dit
jaar nog niet is afgerond en nader beraad in het kabinet vergt. Een
definitief antwoord op het verzoek van mevrouw Van Gent kan ik u dus
op dit moment nog niet geven. Overigens heb ik goede nota genomen van
uw brief van 9 juli 2009. Daarin geeft uw Kamer aan (samen met de
Eerste Kamer) het niet tot haar taak te rekenen een uitspraak te doen
over de embargoregeling, omdat "het staatsrechtelijk aan de regering
is en niet aan het parlement om in dezen een beslissing te nemen".
DE MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken,
mr.dr. J.P. Balkenende
Ministerie van Algemene Zaken